Met de zon op onze snoet trachtten we de eerste kilometers het drukke verkeer richting Pitesti te vermijden door voor een parallelweg aan de overkant van het stuwmeer te kiezen. Na een kleine tien kilometer waren we eraan voor de moeite en hadden we geen andere keuze dan in de verkeersdrukte op te gaan.
De meeste chauffeurs zijn relatief voorzichtig, maar al te vaak hebben ze de kwalijke gewoonte om luid te toeteren als ze aanstalten maken om ons voorbij te rijden. Het is niet alleen verschieten, ze gaan er ook vanuit dat eens zij op hun ‘claxon’ hebben geduwd, ze zonder enig probleem kunnen passeren, tegenligger of niet. Eenmaal kwam een grote vrachtwagen wel heel dichtbij de tassen en moesten we noodgedwongen de berm in. We waren dan ook blij toen we even konden verpozen in de voetgangerszone van het centrum.
Grote shoppingcentra, fabrieken, de ene autogarage na de andere, Pitesti deed zijn naam van commercieel centrum alle eer aan. Een absolute afrader, maar we hadden geen alternatief om richting Targoviste te trekken.
Eens we de autostrade over waren, keerde de rust gelukkig weer. Met de wind in de zij maalden we de laatste kilometers voor de lunch en verbaasden we onszelf door af te klokken op 51,44 km om vijf na twaalf.
Op het beste bankje van de straat installeerden we ons en onder een stralende zon smulden we van de heerlijke broodjes met ambachtelijke ham en kaas die Katrien in de hyper Kaufland had aangeschaft. Meer moet dat voor ons niet zijn!
Gezien het heerlijke lenteweer besloten we onze box nog eens boven te halen en op de opzwepende beats van DJ Watskbrt fietsten we met een grote glimlach rond. Beide elementen werkten aanstekelijk voor de lokale bevolking want nog meer dan anders werden we toegelachen, -gezwaaid en aangemoedigd. Heel wat leven op straat trouwens en we vroegen ons af of al deze mensen geen verplichtingen hadden op een doordeweekse maandag.
Zelfs het wegdek dat met de kilometers erbarmelijker werd kon de pret niet drukken. We bleven meezingen en wanneer we ons niet tot het uiterste moesten concentreren om recht te blijven tussen de diepe putten werd er in de handen geklapt.
Net voor het volgende dorp werden we in ons enthousiasme getemperd. Een voorbijrijdende fietser waarschuwde ons - of dat denken we toch - voor de zigeuners. Om niet teveel aandacht te trekken ging de volumeknop dicht, maar het waren zorgen voor niets. Nergens werden we al zo uitgelaten onthaald als daar. Groot en klein, iedereen was laaiend enthousiast over die twee gekke fietsers die holderdebolder door ‘de dorpsstraat’ reden. Er werd geroepen, omgekeken, gelachen, getoeterd en gezwaaid… een mooie ervaring.
Op de gps zaten we ondertussen al over de zeventig kilometer, maar onze beminde Garmin weigerde op te laden. Na enkele vruchteloze pogingen viel het toestel zonder pardon uit. Een probleem in het oplaadpunt? Een slecht contact? Gelukkig strandden we op een zucht van een een klein winkeltje met terras. Het was geen probleem om de gps even op te laden in het stopcontact in de winkel en we maakten van de gelegenheid gebruik om onze keel te smeren.
Op het terras zaten enkele mannen gezellig een biertje te drinken en het was jammer dat wij geen Roemeens spreken en/of zij geen andere talen machtig waren. Het bleef bij wat over en weer lachen en de twee woorden Roemeens die we spraken, maar we kregen wel twee appelen aangeboden en een bosje vers geplukte bloemen voor Katrien.
De fietsdag liep ten einde en de voorspelde regen voor de twee komende dagen hing blijkbaar al in de lucht. Net toen we kilometer negentig overschreden begon het te druppelen. In een rotvaart ging het in een laatste rechte lijn naar Targoviste, maar gelukkig was het maar een kleine bui.
Zonder al te veel moeite vonden we een pension voor een aanvaardbare prijs, met keuken. De kilo lasagne uit de Lidl smaakte best aardig en eindelijk verwenden we onszelf nog eens met een stuk chocolade.