We begonnen de dag met het sorteren van de was en vervolgens escorteerde Konstantin mij naar het kapsalon op de benedenverdieping van het flatgebouw. Hij fungeerde als vertaler om mijn gewenste snit aan de kapper te communiceren en na een twintigtal minuten was de klus geklaard. Voor de kostprijs moest ik het niet laten: 5 lev, omgerekend 2,5 euro.
De wasmachine had zijn werk gedaan en we trokken richting het centrum van de stad voor een typisch Bulgaars ontbijt. Banitsa is een gebak van filodeeg gevuld met een eier-kaasmengsel en Voor 60 eurocent konden we er heel de namiddag tegenaan. Ayran, de drank die hier standaard bij gedronken wordt, kan het best omschreven worden als een zoute drinkyoghurt.
Het bezoek aan de fietsenmaker leverde jammer genoeg minder op dan gehoopt. Remblokjes voor hydraulische remsystemen hadden ze niet en onze ketting (en vermoedelijk cassette) vervangen zou hier ook niet lukken. Het werd wellicht wachten tot Sofia vooraleer we kwaliteitsvol materiaal zouden kunnen aanschaffen om onze fietsen op te lappen.
Daarnaast was het euvel met de gps nog niet verholpen. Gelukkig konden we het toestel nog steeds opladen in het stopcontact, maar via onze ‘battery pack’ op de fiets gebeurde er niets meer. We liepen enkele winkels af om een kabel te vervangen, maar na een simpele stroomtest bleek er met de kabel op zich niets mis te zijn. We stuurden dan maar een mailtje naar onze fietsenverkoper in Gent en hoopten via hem zicht te krijgen op een eventuele oplossing.
Onze sympathieke host hielp waar hij kon en voor hij aan zijn namiddagshift begon, toonde hij ons fier het reisbureau dat hij samen met zijn moeder runt. Terwijl Konstantin reizen verkocht richting trending Italië, verkenden wij het mooie stadspark van Dobrich. Bij temperaturen om en bij de 25°C was het heerlijk toeven in het recent gerenoveerde park. In t-shirt en short updateten we onze blog en construeerden we een route door het binnenland van Bulgarije, op basis van een artikel dat enkele jaren geleden verscheen in ‘Op Weg’.
Het weekend stond voor de deur - voor ons was het natuurlijk alle dagen weekend, maar dat was niet voor iedereen het geval - en we trokken na het werk terug richting park voor enkele biertjes en een lekkere maaltijd. Nog steeds in t-shirt of dunne trui, op het terras, kon de plaatselijke pils Kamenitza ons bekoren wegens zijn smaak, maar nog meer dankzij de interessante dop en het ‘cold egde label’. De kleur daarvan veranderde namelijk naarmate het flesje warmer werd. Katrien ging voor een spaghetti bolo terwijl ik het advies van Konstantin volgde en opteerde voor de Kebapche (worst van gegrild en gekruid gehakt).
Later op de avond maakten we kennis met Plamen, een vriend van onze gastheer die telkens twee maanden in Noorwegen werkt als pianist en vervolgens twee maanden in Dobrich verblijft. Verandering van spijs doet… drinken. Voor het laatste biertje wisselden we van café en we beleefden een supergezellige avond die ons nog lang zal bijblijven.