Ondanks ons rijkelijk avondmaal hadden we ook die ochtend grote honger. “Approximately 18 portions per pack”, dat staat tussen de suggesties op ons pak oat granola van 850 gram dat we de dag ervoor hadden gekocht als ontbijt. Wij doen gemiddeld twee dagen met onze muesli, veertien porties minder dus voor onze stevige honger deze expeditie.
De zon die initieel nog de tent verwarmde, verdween razendsnel en maakte plaats voor een dik wolkenpak en een koude wind. Onze dikke winterhandschoenen waren geen overbodige luxe en mijn korte fietsbroek was veel te optimistisch.
Met de zon ruilden we ook de bergen tegen groene heuvels en bossen, een heel ander decor dan de dag ervoor. Het vele groen trok wel veel dieren aan: verschillende herten, tientallen fazanten, konijnen, roofvogels… in tegenstelling tot Carrick-a-Rede was er hier wel een abundance of wildlife aanwezig, gratis en voor niets.
Vanaf kilometer vijfentwintig won de wind nog aan kracht en begon het met de regelmaat van de klok te regenen. Gezien onze koerswijziging richting zuiden was dit geen goed nieuws en met de wind vol op kop was het werken geblazen. De eenzame fietser van Boudewijn De Groot flitste door ons hoofd, maar jammer genoeg scheen de zon niet en was er wel regen.
We zwoegden ons tot in Perth waar we aan de rand van het stadje onze lunch naar binnen werkten. In de laatste kilometers van de voormiddag viel op dat we beiden enigszins last hadden van ons achterwerk. Had dit te maken met de combinatie van felle wind en regen of waren het toch de hoeveelheid aan fietskilometers die zich stilletjes aan begonnen te manifesteren?
Het feit dat dit de eerste keer is dat we dit euvel (en dan nog in beperkte mate) vermelden, toont aan dat onze Assos-fietsbroeken in ieder geval een goede investering waren.
Katrien vertrok na de middagpauze op uitzondering van de lange winterfietsbroek in volledige wintertenue. Dit wil zeggen een craft, een fietstrui met lange mouwen, een windstopper, een regenjas en dikke handschoenen in combinatie met een korte fietsbroek, beenstukken en een regenbroek. Niet echt normaal op 1 juni, maar voor de eerste vlakke kilometers was dit de perfecte uitrusting. Eens het begon te stijgen werd dit wel te warm, maar dan zit gelukkig alles weer snel weg in de tassen.
Het bleek beuken tegen een onaflaatbare wind en het tweede luik van de dag bevatte heel wat meer klimwerk. Pittige heuvels werden bedwongen en we waren blij toen we na een kleine 80 kilometer het bordje van de camping zagen opduiken.
Na een onderhandelsessie wisten we nog vier pond van de oorspronkelijke zestien af te pitsen en konden we onze tent opzetten. Niets te vroeg, ons paleis stond nog geen vijf minuten recht of het begon serieus te gieten.
Gebruik makend van een kleine opklaring haasten we ons naar de winkel een tweetal kilometer verderop, waar we net voor een stortbui toekwamen. Ons plan om lang genoeg te winkelen zodat we droog terug konden keren viel in duigen. De regen bleef met bakken uit de lucht komen en er zat niets anders op dan, gewapend met zakjes voor het fruit over onze schoenen, de terugtocht aan te vatten.
Uitgeregend bereikten we de camping. Met dit weer was koken op een gasvuur geen optie, dus stelden we ons voor de tweede dag op rij tevreden met een variatie aan brood met beleg, deze maal gecombineerd met tomaat en mozzarella.
We maakten het gezellig in onze tent en per sms spraken we met het thuisfront af voor de meet & greets in Nederland een tiental dagen later. Zeker en vast iets waar we naar uitkijken. Wij schrijven immers elke dag ons verhaal neer, maar zijn ook benieuwd naar wat er sinds ons vertrek allemaal in België is gebeurd.