Voor het overgrote deel van de dag konden we terecht op mooi aangelegde fietspaden. Jammer dat het landschap waardoor ze liepen niet erg boeiend was, want het zou tot aan het Balatonmeer duren vooraleer daar verandering in kwam. Veel valt er dan ook niet te vertellen over de fietsdag.
Om toch wat body te geven aan het verslag van de eerste novemberdag, benadruk ik dan maar nogmaals wat voor een formidabele herfst we hadden. Zeker in vergelijking met onze zomer. Zelden een wolkje te zien, geen regen, aangename temperaturen,… zo mocht de winter er ook uitzien wat mij betreft.
Wegwijzers naar Balatonfokajar, Balatonkenese, Balatonfuzfo, Balatonvilagos,… gaven aan dat het langverwachte, gelijknamige meer niet ver weg was. Normaal zou onze route deze zeshonderd vierkante kilometer grote plas niet aandoen, maar aangezien onze eindbestemming Kaposvar geworden was kregen we toch de kans om te bollen op enkele van de tweehonderd kilometer lange fietspaden die het meer omcirkelen.
In Balatonakarattya sloegen we links af en startte volgens de gps ons traject langs het water. Toch zou het nog een hele poos duren vooraleer we het meer te zien kregen. Een resem aan onbewoonde vakantiehuizen in alle vormen en kleuren belemmerde ons zicht.
Net voor het centrum van Siofok meldden we ons aan bij de parkeerwachter van een groot appartementsgebouw. We hadden een ruim appartement geboekt met geïnstalleerde keuken, want we misten het om niet elke dag zelf te kunnen koken.
Viel dat even tegen. Net zoals in België zijn Hongaarse supermarkten gesloten op zondag. Dat waren we niet meer gewoon; in de voorbije veertien landen hadden we daar nooit rekening mee moeten houden.
Niet getreurd. We profiteerden extra van de andere faciliteiten, zoals een wasmachine en een bad, en twee uur later stond een gevuld droogrek voor onze chauffage. De oven konden we trouwens de dag erna gebruiken, want er stond eindelijk nog eens een rustdag op het programma.
De oplossing voor ons diner was ons noodrantsoen noedels dat we pimpten met alles wat we in onze tassen vonden: twee tomaten en een rode ajuin die we onderweg gescoord hadden, oreganokruiden en een overschotje zonnebloempitten. Deze laatste hadden we er beter niet bijgedaan, want ze verpestten het volledige gerecht dat eigenlijk veel beter was dan we hadden gedacht. De pitten waren de vorige keer ook al niet veel soeps, maar dat herinnerden we ons natuurlijk pas bij de eerste hap. Vervelend, want nu moesten we alle pitten eruit vissen om toch nog van het avondeten te kunnen genieten.
Gelukkig hadden we nog elk twee zandkoeken en twee shotjes Poolse hazelnootwodka om in majeur te eindigen. Daarenboven vonden we zelfs nog een Engelstalige zender en zo kreeg ook ons avondprogramma vorm.