Tien kilometer voor aankomst passeerden we Kõrveküla. Niet vermeldenswaardig, ware het niet dat zich daar vermoedelijk het meest oostelijke punt van onze reis bevond. Ons winterprogramma stond dan wel nog niet volledig vast, maar de kans was klein dat we het zouden halen tot aan de Zwarte Zee.
Na de verplichte foto - ditmaal met een bagel die de letter O moest voorstellen -, bereikten we relatief snel het centrum van Tartu. Mari-Liis zou pas tegen 17u beschikbaar zijn, dus besloten we al een deel van de stad te bezichtigen.
Op een september was het gezellig druk op het centrale plein; er stond een podium waar enkele uren later optredens geprogrammeerd stonden in het teken van de eerste schooldag. Vreemd, want kinderen en jongeren van alle leeftijden zagen we de hele dag overal wat doelloos rondlopen. Aan hun dresscode kregen we kop noch staart; sommigen liepen erbij alsof ze op het punt stonden te trouwen, anderen konden niet meer casual gekleed gaan op Allstars en in short. Of er nu uiteindelijk naar school werd gegaan, konden we niet uitdokteren.
In de regen fietsten we langs de Emajõgi naar een overdekte en niet-overdekte markthal. Aan de overkant zagen we het leuke standbeeld van een baby op het getal 100.000 dat ter ere van de geboorte van de honderdduizendste inwoner van Tartu onthuld werd.
Op de trappen, onder het afdak van een gebouw aan de Raekoja Plats (Stadhuisplein) aten we onze lunch en werkten we een deel van onze resterende tomatenvoorraad weg - nog twee te gaan. Het weer liet niet onmiddellijk toe de rest van de stad te ontdekken, dus besloten we over een drankje onze blog bij te werken. In de grote steden vind je, veel meer nog dan in België, overal gratis wifi met een vrij snelle verbinding.
Intussen waren de optredens begonnen en keken we kort naar enkele van de dance acts. De dansende tieners lieten zich in ieder geval niet storen door de gietende regen. Stipt om 17u waren we aan de ingang van het hoofdgebouw van Tartu University te vinden. Onze host herkende ons uiteraard zonder probleem aan onze fietsen en we ontmoetten de zeer open, enthousiaste en met een drukke agenda gezegende Mari-Liis. Ze kende Frans via het tijdschrift The Baltic Scene en uit het kleine wereldje van bandmanagers in Estland, Letland en Litouwen.
Ze gaf ons de sleutel van haar appartement - want ze trof ons vlak na haar les en holde al naar een meeting - waar we ons opfristen en onze bagage dropten.
Na een verkwikkende douche fietsten we de tien minuutjes terug naar het centrum voor het diner. We maakten er opnieuw een citytrip van en waren niet van plan zelf te koken. Het restaurant was al geselecteerd uit Lonely Planet en tegen 19u stapten we Café Noir binnen. Teleurgesteld door het magere aanbod, zeven salades en drie pasta’s als hoofdgerecht, zochten we andere oorden op. Gelukkig stak er nog een sterk aanbevolen Italiaan in ons achterhoofd. De keet zat vol en een tafeltje voor twee zou pas vrij zijn tegen 20u.
We lieten onze naam noteren en genoten van een gezellige apéro om de hoek in een wine bar. Wouter nam rood, ik wit en veertig minuten waren zo voorbij. De avond was alvast prima gestart en opnieuw aangekomen in La Dolce Vita kregen we het enige vrije tafeltje aangewezen.
De menukaart was een stuk uitgebreider dan die van Café Noir en het nam enige tijd in beslag om een keuze te maken. Uiteindelijk selecteerden we lekkere bruschette met bresaola en olijventapenade en een bord met pecorino en vijgenconfit als antipasti. De pizza’s met blauwe kaas, rode ajuin en pikante salami (voor Wouter) en mascarpone, gedroogde ham en gegrilde aubergine (voor mezelf) smaakten formidabel bij de fles rode huiswijn.
Wouter had nog net plaats voor een dessertje en koos er de torta della casa met appel en ijs uit. Ik kon beamen dat het lekker was na twee hapjes te hebben geproefd. Zo’n avondmaal konden we wel gewoon worden!
Mari-Liis had laten weten rond 22u30 thuis te zijn en voor we gingen slapen babbelden we nog even met haar na. ’s Morgens moest ze vroeg uit de veren om tegen 7u15 op haar ochtendshift in het eethuisje te zijn, waar we haar daags nadien zouden zien voor een late breakfast.