Tussen de velden reden we eerst naar de oude zilverstad Kutna Hora, UNESCO-stad sinds ’95. Vooral de erg indrukwekkende gotische Sint-Barbarakathedraal en het statige jezuïetencollege springen er in het oog.
Na dit stadje fietsten we verder omhoog en omlaag richting Praag. Het landschap dat op zich al niet erg speciaal was werd zeker niet extra in de verf gezet door het matige weer en het zag er allemaal wat troosteloos uit. Lege akkers lieten zelfs een winterse indruk na.
Het begon te regenen en het was allesbehalve weer om buiten te eten. In Zasmuky hielden we halt voor een winkeltje dat ook soep serveerde. De kommen ajuinen- en broccolisoep warmden ons gelukkig terug wat op en omdat het ervan af kon, namen we nog maar een stuk taart als dessert.
In de namiddag konden we de jassen wegbergen, maar het bleef fris. De wind had absoluut vrij spel in de open velden waarin we ons bevonden. Onze muziekbox sleurde ons erdoor en we waren blij toen we in Kostelec nad Cernymi lesy onderdak vonden in het monumentale kasteel. Iets duurder dan de voorbije twee nachten, maar voor €30 nog altijd geen prijzen om van achter over te vallen.
Jammer dat een hevige stortbui losbrak toen we van de receptie naar het gebouwtje waar onze kamer was moesten. Uiteindelijk dus toch nog alles goed nat.
We hadden intussen bevestiging gekregen van iemand in Praag dat we een kamer konden huren via Airbnb. Korneel zou er pas vanaf zondag zijn, dus konden wij alvast drie dagen langer de stad verkennen.