Om tien voor twaalf stonden we beneden en deden we inkopen in het kleine winkeltje om de hoek. We hadden geen haast, integendeel. We waren niet helemaal tot hier gefietst om in laaghangende wolken en motregen door de Iskarkloof te fietsen. In een reisverslag hadden we gelezen dat je in het Cherepishkiklooster kon overnachten en dat lag slechts op veertien kilometer van Mezdra. Om niet te vroeg op de dag reeds op de poort aan te kloppen - aan telefoneren deden de paters niet mee - deden we het dan ook op het gemak.
We aten een salade in het centrum van het stadje en moesten (gelukkig) erg lang wachten op onze bestelling. De vijf tafeltjes die na ons ingenomen werden aten eerder, betaalden eerder en vertrokken eerder dan dat wij aan onze salade konden beginnen.
Tegen kwart na een trokken we in regenpak richting Iskarkloof, benieuwd naar al het goeds wat we hierover reeds gehoord en gelezen hadden.
Eens we de drukke verbindingsweg tussen Vraca, Botevgrad en Sofia verlieten, kregen we meteen waar voor de omweg die we tot hier getrapt hadden. Diep uitgesneden rotsen, de wild stromende Iskar en een decor om U tegen te zeggen. We hadden nog maar een klein stukje gezien, maar vonden deze kloof meteen mooier dan de Iron Gates op de grens tussen Servië en Roemenië. Dat beloofde voor de dag erop, hopelijk inclusief de voorspelde zon.
Het klooster stond goed aangeduid en op vijfhonderd meter van onze route reden we onder een grote poort, gewijde grond op. Er was geen teken van leven en even vreesden we dat we zouden moeten doorrijden tot Zverino, waar volgens onze info eigenlijk ook geen overnachtingsmogelijkheden waren.
Toen we na een zevental pogingen op de laatste deur aanklopten, werd er opengedaan door een bebaarde, in het zwart geklede pater die enkele woorden Engels sprak. Overnachten was geen probleem en voor twintig lev konden we terecht in een klein kamertje dat veel weghad van een cel. Prima!
Tussen twee regenvlagen door liepen we nog eens rond het klooster en verbaasden ons over de spectaculaire ligging, vlak aan de rivier en tussen de steile rotswanden. Het zal misschien niet de laatste keer zijn dat we in een klooster overnachten - ook in het bekendere Rilaklooster is er blijkbaar die mogelijkheid - maar de eerste keer was in ieder geval een succes.