Na een laatste regenbui werd samen met de tent ook het wolkendek op(en)gebroken. De zon gaf zo vroeg op de dag best al wat warmte en we keken enorm uit naar wat komen zou. Vol goede moed stapten we met een formidabel zicht over de uitlopers van de Atlantische oceaan op onze fiets, klaar voor een legendarische dag.
En legendarisch was het en zal het voor altijd blijven! Vanaf de eerste minuut werden onze verwachtingen beantwoord. De woeste oceaan die met een ongeziene kracht tegen de rotskusten van de schiereilanden slaat, in een decor van bergen die ondanks hun relatief lage toppen zeker niet moeten onderdoen voor hun grotere broers in de Alpen, maken van deze regio een wondermooi stuk Ierland.
Onze dag startte ter opwarming met een geleidelijke klim. Aan onze rechterzijde steile, groene heuvels met schapen en aan de linkerzijde de Atlantische Oceaan. Fascinerend! We reden parallel met de kust en hadden een mooi zicht op het eerste van drie ‘peninsulas’.
Aangezien we met de fiets niet alles kunnen doen, lieten we het eerste schiereiland links liggen en volgenden we na Glengarriff de weg door de bergen. De opwarmer ervoor bleek een eitje in vergelijking met de pas van Caha. Geen steile klim, maar met acht klimkilometers toch van een ander kaliber. Onder een heerlijke zon en in een landschap om U tegen te zeggen klommen we eerst door de bomen, maar vervolgens langs kale rotsen naar de pas. Onderweg maakten we kennis met een sympathieke Duitser die, net als zovele anderen, de pas met de wagen temt. Het is allesbehalve druk, maar als we zien hoe sommige chauffeurs zich in bochten wringen om zich toch even langs de weg te zetten om een foto te kunnen trekken, beseffen we dat het klimwerk op de fiets geen opgave is, maar een zegen.
Al van aan de voet van de klim stond aangegeven dat er ergens een tunnel was en met de tunnel kwam ook de pas in zicht. Wat volgde was een afdaling die we tot dan mochten categoriseren als de aangenaamste ooit. Een hellingsgraad alsof ze was gecreëerd om naar beneden te fietsen, zowaar een nieuw geasfalteerd wegdek en een perfect zicht op wat komen zou na de bochten. We wisten dat dit niet kon blijven duren en even later stonden we effectief aan de kant een praatje te slaan met een wegenwerker die als nobele taak had het bordje met ‘STOP’ en ‘GO’ te draaien om het verkeer langs de graafwerken te regelen. Mobiele verkeerslichten hebben hun weg blijkbaar nog niet tot hier gevonden. Moeilijk verstaanbaar maar enthousiast vertelde hij over de steile Gap of Dunloe en de Slea Head Drive. Beide aanraders volgens hem.
Met een vliegende vaart reden we Kenmare binnen en zochten we een winkel om inkopen te doen voor lunch, avondeten en ontbijt. Op deze manier zouden we in ieder geval niet omkomen van honger en dorst als we de camping niet zouden halen.
We hadden ons nog maar net geïnstalleerd op een bankje wanneer twee andere bepakte fietsers ons tegemoet reden. Matt en Elena, 58 en 60 jaar jong en ‘all the way from California’, vervoegden ons en vertelden over hun trip. Matt is een ervaren wereldfietser en sinds enkele jaren fietst Elena met hem mee. Het is hun eerste keer in Ierland en ze bleken hetzelfde traject te volgen als ons (ook zij hadden net de Cahapas in de knieën).
Na een gezellige en smakelijke lunch beslisten we om de weg naar ‘the gap’ samen verder te zetten. Met ons vieren vormden we een minipeloton en de klim naar de volgende pas werd ingezet. Opnieuw een kleine acht kilometer klimmen en de voormiddag liet zich voelen. Even slikken zo net na de lunch, maar ieder bereikte op eigen tempo zonder problemen de top. De oceaan was vanaf hier niet meer te bespeuren, maar imposante bergen maakten dit meer dan goed.
Het was duidelijk dat dit punt deel uitmaakt van de befaamde Ring of Kerry, die behalve wondermooi ook hypertoeristisch is. Veel Ieren waren hier niet en toeristenbussen reden af en aan. Wat een geluk dat wij na een kleine kilometer konden afslaan richting Black Valley en eindelijk… the Gap of Dunloe.
Een kleinere, halfverharde weg leidde ons tot in de valei. Heerlijk afdalen met langs beide kanten water. Hoe lager we kwamen, hoe meer groen en planten- en bloemenweelde. Het besef dat al dat dalen wel moest resulteren in een stevige klim verdrongen we nog even naar ons achterhoofd.
De laatste klim van de dag was korter, maar aanzienlijk steiler dan de twee vorige. De smalle weg slingerde zich tegen de berg omhoog en tussen de schapen door hesen we ons alle vier naar boven. Het is moeilijk te beschrijven wat we daar te zien kregen, maar Katrien en ik zijn het erover eens dat dit een van de mooiste, dan niet de allermooiste, plek is waar we ooit al zijn geweest. Zelfs Matt, die al op verschillende continenten in talloze landen heeft rondgetoerd, was danig onder de indruk. Wij hopen dat de foto’s voor zich spreken, maar de beelden zitten in ieder geval voor altijd in ons geheugen gegrift.
Na de Gap en zijn vijf meren, kwamen we terug in de bewoonde wereld. Dit heeft zo ook zijn voordelen: op een zonovergoten terras en in compagnie van een stevige pint genoten we na van al het moois wat we voorgeschoteld hadden gekregen. Thanks Matt!
Het was ondertussen 19u geworden en veel zin om nog door te fietsen tot de camping hadden we niet. We beseften nu pas dat we beter wat hogerop hadden beslist om onze tent op te slaan, maar terugrijden vonden we geen optie en dat biertje had toch wel heel goed gesmaakt.
Een paar huizen verderop kregen we een ‘go’ om ons in de grote tuin te installeren, maar de grond was zo nat dat we niet anders konden dan verder te zoeken. Iets verderop vonden we een geschikte plaats in een tuin achter een vervallen huis. Vlug de tent opzetten en ons potje koken: rijst met tomatensaus, zure room, steak en paprika… lekker.
Hoewel we waarschijnlijk nog uren hadden kunnen verder babbelen met onze nieuwe, Amerikaanse vrienden voelden we allemaal dat het tijd was om in de slaapzak te kruipen.
Conclusie van de dag: verdring dat excuus om niet naar Ierland te gaan omdat het er zo vaak regent. Wees maar zeker dat je af een toe een bui zal hebben, maar na wat wij vandaag gezien hebben, zullen we nooit nog twijfelen om dit stuk Ierland aan iedereen keer op keer te blijven aanraden!