Het was pas toen we ’s avonds de foto’s bekeken, dat we ons realiseerden hoeveel verschillende gezichten de dag had gehad: drukke wegen, kleine steegjes in kuststadjes, fietsen met zicht op zee en zwemmen in een privé-Adriatische Zee.
Split uitfietsen was geen pretje. Bij gebrek aan alternatief, mengden we ons ’s morgens tussen de auto’s en vrachtwagens die net zoals ons noordwaarts moesten. Gelukkig hadden we in de gps aangeduid waar we linksaf konden en twaalf kilometer lang knutselden we een route langs de zee ineen, door Kastela. Deze stad bestaat uit allemaal kleine dorpjes (of wijken) waarvan de naam start met Kastel.
We draaiden weer de drukke weg op en net toen we er genoeg van begonnen te krijgen, diende een nieuwe UNESCO-stad zich aan. Trogir is uniek in Dalmatië dankzij de uitgebreide Romaanse en Renaissance architectuur. Leuk om door te wandelen, zeker omdat de geur van verse zeevruchten ons vanuit verschillende restaurantjes tegemoet kwam.
Onze eetlust was geprikkeld, maar we kochten net te laat middageten om te kunnen lunchen op het strand. Terugfietsen is tegen onze principes, en dus rolden we ons deken uit onder een boom in een olijfgaard langs de kant van de weg.
In de namiddag was het mooi fietsen. De drukke weg liep dichter tegen de kustlijn aan - wat ons een schitterend zicht op Primosten opleverde - en hoewel het verkeer te druk was om naast elkaar te fietsen, was het zeker niet van die aard dat je het benauwd kreeg tussen de koningen van de weg. Toch zouden wij de Kroatische kust niet per se aanraden om per fiets te ontdekken.
We zagen veel grote en kleine eilanden en ondertussen draaide en keerde onze route langs verschillende baaien. Het water zag er erg aanlokkelijk uit en na zestig kilometer gaven we toe aan onze zin om een duik te nemen. We vonden een prachtig plekje, helemaal voor ons met twee. Werkelijk magnifiek. Het water was warm en tussen tientalen zee-egels en een zeester plonsden we het water in.
Tussen ons privéstrand en Sibenik lagen nog achttien kilometer, maar we verteerden ze relatief vlot in het glooiende landschap. We hadden er een CouchSurf-host aangeschreven, maar hij had laten weten dat hij niet aanwezig was en dus moesten we verder. Jammer, anders hadden we wellicht de oude stad kunnen bezoeken. Een veelvoud aan trappen maakte dat met de fiets onmogelijk en dus lieten we het geheel voor een volgende keer.
Tien kilometer buiten het nieuwe centrum polsten we of we ergens onze tent konden opzetten. Bij de eigenaar zelf kon het niet, maar volgens hem waren er honderd meter verder wel mogelijkheden. Of het nu zijn olijfgaard was of niet, we stelden er toch ons opvouwbaar huis op en maakten een lekkere salade met radijzen, kaas, appel, tomaat en wat van de wilde venkel die naast ons tentje groeide. Lekker!