Wouter was zoals gewoonlijk als eerste wakker en vloekte lief en leed bijeen toen er, weer, geen elektriciteit bleek te zijn. We begonnen ons geduld te verliezen. Zonder enige waarschuwing zou er blijkbaar tussen 7u45 en ergens in de namiddag geen licht, verwarming, internet,… zijn. Dat laatste element was betrekkelijk belangrijk, aangezien we niet konden controleren of we al overnachting in Krakow hadden gefixt.
Het ontbijt was gelukkig lekker. Geen buffet deze keer, maar een verzorgd bordje met enkele boterhammen, kaas, hesp, confituur en een kop thee.
Het was warmer dan de voorbije dagen en al snel ging onze windstopper terug naar waar hij vandaan kwam. In de namiddag kwam de zon er zelfs even door en konden we in onze truitjes fietsen. Op zestien oktober, daar zou men voor tekenen.
Nog voor half tien hoorden we plots een ijskar. Het was dan misschien wel warmer, het was nu ook geen hoogzomer. Een slager had een ijskar omgebouwd tot mobiele slagerij, maar had wel de tunetjes behouden. Op een tetrisversie van ‘Altijd is Kortjakje ziek’ en ‘When the Saints go marching in’ fietsten we de eerste heuvels omhoog. Het heuvelde trouwens wel vaker die dag en het landschap had veel weg van dat van de Vlaamse Ardennen.
Op een bepaald moment gaf de gps aan dat we linksaf moesten slaan. Dat zou moeilijk worden, aan onze linkerhand was er namelijk geen enkele straat te zien. We fietsten verder en waagden onze kansen op een andere weg, die niet in de gps stond. Het driehoekje dat onze locatie aanduidde bewoog in het niets op het scherm en we reden wat verdwaald rond in een mooi herfstbos. Louter op kompas reden we dan maar verder tot we uiteindelijk weer op een geasfalteerde weg kwamen. Het zou ons in totaal vierenhalve kilometer extra opleveren.
Na vierenveertig kilometer kwamen we tegen lunchtijd aan in het onuitspreekbare Wloszczowa. Een tearoom was precies wat we nodig hadden en een lekkere warme chocolademelk en wat koffiekoeken verschaften ons voldoende energie om de volgende veertig kilometer af te leggen.
In de namiddag zagen we veel roofvogels en best wat herten. De afstand om ze goed te kunnen zien was jammer genoeg altijd groot, maar het smukte het parcours zeker op. En dat was nodig, want de laatste vijf kilometer zetten we in op een modderige veldweg met kleigrond. De wielen slibden dicht en fietsen ging nog slechts moeizaam. We keken al op tegen het poetswerk, want dat hadden we in België ook al enkele keren te verteren gehad. Anderhalf uur schrobben, wielen eruit halen en met een drinkbus proberen een ‘krachtige’ waterstraal te produceren. Met stokjes probeerden we alvast de ergste schade te beperken toen we terug een degelijke weg bereikten.
De goden moeten ons goed gezind geweest zijn. Ons hotel lag aan een self-carwash en tien zloty stond gelijk aan tien minuten hogedrukreiniger. Pfieuw, dat was goed geregeld. De vriendelijke kerel van het hotel sloeg alles met een glimlach gade en hielp ons waar mogelijk. Toen we incheckten had hij in de grote zaal al twee vuilniszakken op de grond gelegd, zodat we onze fietsen binnen konden wegzetten. En hij sprak wat Engels, dat was nieuw.
Een snelle blik op onze inbox leerde ons dat we minder geluk hadden dan in Warschau. De reacties die we hadden gekregen op onze requests waren negatief en de tijd begon te dringen. Hotels in Krakow waren vrij duur voor het BlijvenTrappen-budget en dus bekeken we ook enkele appartementen op Airbnb. Het volgende verslag zal uitwijzen wat de uitkomst was, want bij het ter perse gaan van de blog was de finale knoop nog niet doorgehakt.