Buiten was het nog goed koud, de inhoud van onze drinkflessen was zelfs bevroren en ook op onze zadels stond vorst. Getooid in windstopper en dikke handschoenen vertrokken we al vroeg richting Novaci, waar we hoopten een pension te vinden. Booking.com was namelijk nog niet tot op het Roemeense platteland geraakt, dus was het telkens op goed geluk blijven trappen.
Met de heldere hemel, kregen we mooi zicht op de (besneeuwde) bergen. Naarmate we Târgu Jiu naderden, moesten we dit mooie panorama wel delen met een pak auto’s en vrachtwagens, maar een tiental kilometer na de stad sloegen we rechts af op een rustiger baantje. Deze weg stond jammer genoeg gelijk aan een constante hellingsgraad van 10%, hetzij naar boven, hetzij naar beneden. Hoewel we minder hoogtemeters maakten dan de dag ervoor, was het parcours veel zwaarder.
Toen we aan een bankje stopten om te lunchen, kwam Maria op ons af gewandeld. Waar we vandaan kwamen? En allemaal met de fiets? Ons brood konden we laten zitten in de tassen en voor we het wisten zaten we aan haar keukentafel eieren te kloppen en groenten te snijden.
Het was ijskoud in het kamertje, maar het eten smaakte ons en Maria bleef maar vragen stellen en ratelen. Niet altijd even gemakkelijk te begrijpen, want hoewel Roemeens een beetje aanleunt bij Italiaans, begrepen we geen snars van haar gekwetter en keken we haar met vragende ogen aan in de hoop dat we plots een Italiaans of Frans woord zouden herkennen.
De middagpauze legde ons niet de verhoopte windeieren. De pittige hellingen waren nog even lastig en we hadden nog vijfentwintig kilometer af te leggen. Stapvoets klommen we naar boven. Dat we zelfs locals met de fiets aan de hand naar boven zagen klimmen, was de ultieme bevestiging van hoe moeilijk het was. Wij trots alles helemaal naar omhoog getrapt.
In Novaci probeerden we op een terrasje van de zon te genieten, maar de wind was iets te sterk aanwezig om van een warm gevoel te kunnen spreken. Mijn fruitsapje en Wouters pint smaakten er niet minder om.
In pension Ela vonden we wat later een kamer met douche en internet. Net wat we nodig hadden! De kilometers lieten zich voelen en we waren te lui om nog naar buiten te gaan. Ons avondeten bestond dus uit het brood dat we eindelijk uit onze tassen konden opdiepen, belegd met kaas en confituur.