Vidiskes ligt net buiten het Aukstaitijos Nacionalinis Parkas. Vijf kilometer verder, reden we dit uitgestrekte nationaal park, het eerste van Litouwen, in via het stadje Ignalina. Bij het betalen in de supermarkt zeiden we voor de zoveelste maal op rij dat we toch eens in de blog moesten schrijven dat de mensen hier weigeren geld in hun handen te ontvangen. Alle briefjes en munten gaan in het plastieken schoteltje, zowel van klant naar kassier als van kassier naar klant. Ook in Letland was dat het geval. Zelfs Astrida, het meisje dat mijn haar knipte, vroeg me het geld op tafel te leggen toen ik het haar wou geven. Vreemde gewoonte.
Een ander fenomeen - we hadden in de gsm genoteerd wat we moesten neerpennen in de blog - is dat koeien, geiten, schapen en paarden niet in een afgesloten wei staan, maar aan de ketting hangen. Eerst was het ons niet opgevallen, elke weide die we passeerden zag er namelijk van ver een zeer aangename verblijfplaats uit voor boerderijdieren. Toch stelden we keer op keer vast dat ze er niet van kunnen genieten; zowat anderhalve meter bewegingsruimte hebben ze, allemaal verspreid over het grote veld.
We hadden nog zeeën van tijd om naar Vilnius te fietsen, dus deden we in de loop van de namiddag een terrasje. Het weer smeekte erom en de goedkope prijzen lieten het toe. Bovendien konden we de terrasjes tijdens deze trip op een hand tellen. Het was genieten van een halve liter lokaal bier en een multivruchtensapje op het schaduwrijke terras.
Op de oever van het Lusiaimeer fietsten we door het bos richting het Ukojasmeer naar een schuilhut die we in Basecamp hadden aangeduid. Prachtig fietsen op dit pad dat meer voor wandelaars bedoeld was, maar waar onze Fahrradmanufakturs flink hun best deden. De temperaturen waren overigens zeer aangenaam in de schaduw van de bomen.
Spijtig genoeg moesten we ‘schuilhut’ in Litouwen interpreteren als ‘picknickplaats’. De drie hutten die we passeerden waren alle een overdekte bank aan een informatiebord over de regio.
Met goed zesentwintig graden waren de soms pittige hellingkjes op het einde van onze fietsdag een heuse uitdaging, maar we klaagden niet. Een paar kilometer verder zagen we de aanduiding van een picknickplaats en doorgaans zijn dit geschikte plekjes om je tent op te zetten. De picknicktafel moesten we verzinnen, tenzij een grote parking hiervoor moest doorgaan, maar het aanpalende smal en langgerekt stuk gras was meer dan voldoende voor onze Nordisk.
In de zon schreef ik de blog bij terwijl Wouter aan het avondeten begon. Het werd een pasta met rode ui, champignons, spek en kruidenkaas en ik beëindigde het verslag toen hij de pasta in het kokende water goot. Laten we er maar vanuit gaan dat het lekker was.