Geiranger is Noorwegens meest bekende fjord. In de vorm van een ‘S’ is het fjord zestien kilometer lang en tweehonderdvijftig meter diep. Het staat bekend om haar vele watervallen, met als hoogtepunten Dei sju Systre (de Zeven Zusters) en Friaren (de Suitor). De naam van de eerste behoeft geen uitleg, maar Friaren is een waterval die door een rots in het midden de vorm krijgt van een fles. De legende gaat dat de Suitor de gezusters meermaals ten huwelijk vroeg, maar telkens werd afgewezen. Hij zocht dan maar heil in de drank.
Het fjord was mooi, maar kou en regen (hoe kon dat nou?) bedierven ietwat de pret. Een uur na vertrek in Hellesylt en na een bezoek aan de toeristische dienst van Geiranger, startten we een wandeling naar uitkijkpunt Losta - rusten op een rustdag is niets voor ons.
Het pad was erg modderig en drassig. Onze schoenen zakten meermaals weg in plassen, beekjes en ondergelopen weides. Hoewel wandelen een aangename afwisseling op het fietsen was, maakten we ons de bedenking dat we toch niet zouden willen ruilen. Op vijfhonderdvijfendertig meter bereikten we het eindpunt met een mooi zicht op het fjord van bovenaf. Lunchen moest jammer genoeg zonder beschutting in de regen en nadien zetten we de terugweg over hetzelfde pad in. Naar beneden wandelen over de glibberige stenen bleek een stuk uitdagender dan naar boven. Plots smakte Wouter tegen de grond. Behalve wat schrammen op zijn been en een korte pijnscheut in zijn hand niets ernstigs en toch een nieuwe statistiek. Valpartijen Wouter-Katrien: 1-2.
Via de Waterfall Walk daalden we het centrum van Geiranger weer in. We hebben er al honderden gezien, maar deze waterval was toch een van de meest indrukwekkende. Breed, wild, hoog en je kon er letterlijk naast wandelen.
De boot van 15u30 voer de kade tegemoet en onder een nog steeds bewolkte hemel zetten we koers terug naar onze tent in Hellesylt. Af en toe werden we getrakteerd op een zonnestraal, maar wederom werden we van regen niet gespaard - we moesten maar eens afleren de weersvoorspellingen te bekijken.
In een veel te dure supermarkt slaagden we er toch in voor een betaalbare prijs avondeten en lunch te kopen. Het werden nieuwe patatjes met gehakt, ajuin en courgette. We vinden het hierbij vermeldenswaardig dat Belgisch gehakt voorlopig onovertroffen is. Overal waar we gehakt aten vinden we het minder lekker en vooral droger.
Met onze stop in Hellesylt-Geiranger lieten we het binnenland achter ons en zouden we ’s anderendaags de laatste zestig kilometer naar de Noorse westkust inzetten.