We stonden vroeg op want we moesten nog een stuk fietsen en we wilden niet het risico lopen de ferry van 9.45u naar Krk te missen. Wonder boven wonder stopte het met regenen van zodra we ons hoofd uit de tent staken. Het was zwaar bewolkt en veel zon zouden we die dag niet te zien krijgen, maar het bleef op enkele druppels na de volledige dag droog.
Na een praatje met drie Ieren die voor twee weken op fietsvakantie waren en het ophalen van enkele mooie herinnering aan de ‘Wild Atlantic Way’ stapten we op de ferry. Tijdens de oversteek kregen we via WhatsApp instructies van Bertie (WarmShowers) over hoe we zijn woonst konden bereiken en stilletjes aan leek het alsof alles terug in zijn plooi begon te vallen.
Ons verblijf op Krk was van korte duur, want vanop de zelfde plaats namen we een klein uurtje later de boot naar het eiland Cres. Tijdens het wachten maakten we kennis met twee Slovenen die voor een week op de eilanden rondfietsten en zo regelden we al een vermoedelijke slaapplaats ergens tussen Ljubljana en de grens met Oostenrijk. Handig en leuk!
De pistolets en de banaan tijdens het varen waren geen overbodige luxe. Onze passage op Cres was bijzonder zwaar en met stijgingspercentages van achtereenvolgens tien, zeven en negen procent ging het tot net boven vijfhonderd meter.
Gelukkig hadden we onze klimmersbenen net op tijd terug gevonden en het was zowaar genieten. De uitzichten links en rechts over de Adriatische zee met al haar eilanden was verbluffend en door een verrassend groen landschap fietsen we naar Porozina in het noorden van het eiland.
Na een verkwikkende afdaling terug tot op zeeniveau was het voor de laatste maal wachten op vertrek van de ferry. Het was tevens de laatste keer dat we ons een ticket moesten aanschaffen. Gelukkig, want island hopping was een dure hobby. Hoewel we steevast onze fietsen ergens aan de kant moesten wegmoffelen werd er minstens zoveel aangerekend voor onze tweewielers als voor onszelf. Een dikke zestig euro spendeerden we in totaal aan de overtochten, maar achteraf gezien waren we toch blij dat we voor deze route hadden gekozen - en niet voor de drukke weg naar Rijeka.
Het steile klimwerk vanuit de aanlegplaatsen zouden we niet missen. Het orgelpunt van veertien procent tot aan de hoofdweg deed ons bijna de das om, maar we kwamen zonder duwen boven.
Vijf kilometer verder zouden we Bertie zijn stekje moeten aantreffen. Langs de weg zou een zwarte Audi met Britse nummerplaat staan, met daarachter een steil padje naar zijn huis. De Audi vonden we en ook het padje was moeilijk te missen dankzij het papier waarop naast een grote pijl ‘Wouter’ stond geschreven. Hier moest het zijn!
We maakten kennis met een superkerel uit Londen. Veertig jaar oud, zijn bedrijfje in internetmarketing verkocht en ondertussen zijn geld verdienend als professioneel pokerspeler. Het huis met overweldigend zicht op zee had hij als investering gekocht en we hadden geluk dat we hier nu terecht konden aangezien hij er zelf op vakantie was.
Tijdens een overheerlijke chili con carne vernamen we hoe hij zelf van Londen naar Iran was gefietst. Hij vond dat hij als host iets moest terugdoen voor alle gastvrijheid die hij toen had ervaren. In onze ogen was zijn missie gelaagd, met grote onderscheiding.
Als afsluiter van de dag keken we bij een paar biertjes en een kom ijscrème samen naar de match Engeland-Slowakije.