Over Ljubljana hadden we al vele mensen enthousiast en vol overgave horen vertellen. We waren dan ook benieuwd naar een van de groenste en meest leefbare steden van Europa.
Door het platteland en met enkele kleine stadjes op het traject, hadden we nog slechts zevenenveertig kilometer af te leggen tot het centrum. De benen zaten goed en zelfs enkele kleine heuvels lachten we zo weg. Met mooie bergen aan weerszijden was het een plezier om te fietsen en we bevonden ons voor we het wisten in verstedelijkt gebied.
“Is het jou al opgevallen dat de Slovenen niet claxonneren?” vroeg ik aan Wouter. “Nu je het zegt.” Op vlak van toetergrage chauffeurs stak het laatste Balkanland met kop en schouders uit boven de andere. Niet langer het (soms ergerlijke) getuut om aan te geven ‘ik kom eraan’, ‘hallo’, ‘salut’, ‘bedankt’, ‘bravo’, 'vooruit, het is groen', ‘uit de weg of ik rijd je omver’,…
Het was de moeite niet meer om nog een lunchbreak in te lassen voor Ljubljana en dus reden we verder tot aan het Tivolipark. Het stokbrood met kaas en hesp was op nog sneller dan dat we ‘stokbrood’ konden denken. Amai, dat smaakte!
In de gps hadden we het adres van Andraz geflagd. Andraz was een connectie van… we hoeven het al niet meer neer te pennen zeker? Frans natuurlijk. We hadden het eens uitgerekend: de familie Robert had ons al aan contactadresjes geholpen goed voor meer dan vier weken onderdak. We moesten hen misschien maar eens uitnodigen eens we terug waren in België. Wie ook naar exclusieve prime time met deze trappers wil meedingen, weet wat hem of haar te doen staat!
In de Holidays Pub wachtten we bij enkele biertjes op onze host. Van de eerste seconde zat het goed en Andraz bleek een meest attente, gezellige en easygoing persoon te zijn. Hij nam ons mee naar zijn mooie appartement waar we wat later zijn vriendin Jasna leerden kennen. Zij moest zeker niet onderdoen en drukte ons vrolijk op het hart te doen alsof we thuis waren.
In de loop van de avond gingen we met Andraz naar Metelkova, een gekraakte wijk en voormalige legerbasis in hun buurt. Het was pas de dag erna dat we bij daglicht het kluwen van kleurrijke graffiti en kunstzinnige gevels zouden ontdekken, maar we proefden alvast van een underground punk-optredentje.
In het centrum, aan het regenkunstwerk, vervoegde Jasna ons en samen wandelden we via de ‘drie bruggen’ naar een terrasje waar we gemakkelijk een paar uur vol praatten. Het was na een uur voor we er erg in hadden.
Zij hadden plannen in het weekend, maar we konden eigenlijk blijven zolang we wilden. Van ongeremde gastvrijheid gesproken! Niet dat je we je vrienden willen inpikken, maar als Andraz en Jasna naar Brussel komen, zullen we erbij zijn, Frans!