Onze was was droog, de blog was geüpdatet en de omvang van onze takenlijst werd steeds kleiner. Mooi op schema om op zondag, na het aankomstfeestje, niet aan een volledige waslijst to do’s te moeten beginnen.
Na het middageten trokken we ons fietspak aan en reden we de Heidestraat uit richting het centrum van Hasselt. Langs het Kolonel Dusartplein, het Begijnhof en de Fruitmarkt fietsten we naar de St.-Quintinuskathedraal waar we Karel ontmoetten. Enkel het stadhuis hadden we nog niet gezien, maar dat hielden we voor na het terrasje.
Vanaf het stadhuis was het nog slechts een tweetal kilometer naar de Volderslaan waar Oma en Opa ongeduldig op ons zaten te wachten. Ook zij hadden op papier onze blog kunnen volgen, maar ze hadden onze bepakte fietsen nog nooit gezien. “Wat een machines,” zei Oma vol ongeloof en ook Albert van Familiehulp kon maar moeilijk geloven dat we daarmee door Montenegro, zijn bergachtige thuisland, waren gefietst.
Op het terras praatten we bij en wisselden we verhalen uit. Een speciaal gevoel om met onze avonturen over generaties heen hun ogen te kunnen doen fonkelen. Omdat het Kermis Hasselt was, stond er kermiseten op het menu: hot-dogs en daarmee was Opa in de wolken.
Rond 20u30 reden we samen met Karel de straat uit naar zijn appartement. Toen alle tassen boven stonden en de fietsen achter slot en grendel in de garage, reden we nog naar de Kermis om er samen met tante Mia en nonkel Jos de sfeer op te snuiven.
De smoutebollen en appelbeignets waren de perfecte afsluiter van een Vlaamse driedaagse in Tongeren en Hasselt, maar we waren toch blij dat we nog eens een stukje moesten fietsen de dag erop. Het zou anders snel gedaan zijn met onze strakke body.