De eerste hindernis van de dag liet niet lang op zich wachten. Vol overgave hadden we een dikke twaalf uur eerder met behulp van onze hamer de piketten diep in de harde zandgrond geslagen. We stonden er toen niet voldoende bij stil dat we ze ook weer uit de grond zouden moeten krijgen. Het was een zware bevalling, maar zoals King Arthur in zijn gloriedagen toverden we al onze Excaliburs weer tevoorschijn. Ik heb het nooit in de verhalen gelezen, maar vroeg me af of Arthur ook bleinen overhield aan zijn prestatie.
We hadden zware benen en vermoedden dat de zesduizendzevenhonderd getrapte kilometers begonnen door te wegen. Het nooit aflatende glooiende landschap hielp niet en we hadden een stevige banaan nodig om de voormiddag door te komen.
De hoeveelheden bos en water namen af en we kregen weer meer koren op ons bord. Jammer genoeg begon naast de landschapswissel - zoals voorspeld - ook het weer zijn kar te keren. Uit het niets doken dikke wolken op en na een week helder, blauwe hemel moesten we terug wennen aan het feit dat de zon achter de wolken kon verdwijnen.
Ondanks onze vermoeide benen legden we aardig wat afstand af. We trapten voor twaalf uur reeds vierenveertig kilometer bij elkaar en konden dan ook voldaan genieten van onze sandwiches, die een tikkeltje extra hadden met de resterende peterselie.
We zagen de figuurlijke bui al hangen en de namiddag was effectief zwaarder dan de voormiddag. De letterlijk bui bleef achterwege, het wolkenpak brak terug open en de zon was prominent aanwezig.
Het was lastig fietsen. Elk heuveltje leek wel een tourcol en liefst van al stapten we van de fiets en zetten we ter plaatse onze tent op. De motivatie was ver te zoeken en onze kopjes hingen naar beneden. Ik trachtte Katrien en mezelf wat op te monteren met de belofte dat we in de eerstvolgende supermarkt een snackje naar keuze uit de rekken mochten halen, maar veel zoden bracht mijn peptalk niet aan de dijk.
Net op tijd begonnen we te brainstormen over onze toekomst en met het verzetten van onze gedachten kwam, naast de zon, ook de kracht in onze benen terug. Voor we het wisten stonden we zestien kilometer verder aan de supermarkt in Sipoo en konden we de fietsen even laten voor wat ze waren. De beloofde snack had dan misschien toch zijn invloed gehad en de welverdiende Mars Ice Cream verrichtte wonderen.
We zouden die dag tot op twintig kilometer van Helsinki fietsen aangezien we niet het risico wilden nemen om al in te verstedelijkt gebied te belanden. Althans, we hoopten dat we in de richting van de Finse hoofdstad aan het rijden waren. Geen enkele wegwijzer gaf ons op dat vlak bevestiging.
De laatste kilometers volgden we de Kuninkaantie aan de hand van bruine bordjes met een gouden kroontje. Er was bijzonder weinig te zien langs deze koningsweg en het was er trouwens aan te zien dat de koning zich liet ronddragen of -rijden, want anders zou hij wel een vlakkere weg hebben uitgekozen.
Aan een sportcomplex was er groen te over en na een korte check met enkele mensen aan de (outdoor) fitnesstoestellen was het snel duidelijk dat dit onze overnachtingsplaats zou worden. Er was plaats genoeg en naast ons picknickdeken spreidden we de tent open om ze helemaal te laten uitdrogen alvorens ze op te stellen. De tent moest nog wel heel nat zijn, minstens anderhalf uur luierden we onder een zalige zomerzon.
Voor het avondeten hadden we ditmaal een eenvoudig eenpansgerecht voorzien. We haalden een zak diepvries nasi-goreng uit de tassen en zeven minuten later was het smullen geblazen. Knapperige groentjes, lekkere stukjes kip en met 100 kcal/100 gram best gezond voor een kant-en-klare maaltijd.
Onze avondactiviteit bestond erin om nog eens door de Lonely Planet te ‘bladeren’ op zoek naar de highlights van Helsinki. De metropool aan de Baltische zee heeft wel wat te bieden en vol ongeduld kropen we voor de laatste keer in Finland de slaapzakken in.