Plots kwam vanachter een hoekje de Tower Bridge tevoorschijn. Wat een onbeschrijfelijk gevoel te beseffen dat we helemaal zelf met de fiets tot in het hartje van Londen waren gereden. Toen vervolgens ook Saint Paul’s en iets later de Big Ben naast Westminster Abbey opdoemden, wisten we het wel zeker: deze reis wordt steeds beter. Dat we zelf vaak het target van Chinese fotolenzen waren, had misschien ook wel een impact op onze beleving.
Wat een geluk trouwens dat Londen City niet een dag later op ons programma stond. We vernamen van een iets te praatgrage passant dat 26 april namelijk de London Marathon gepland stond. Dit betekent dat het volledige centrum zo goed als onbereikbaar is, ook voor voetgangers en fietsers.
Als echte Londenaren werden we een met het verkeer en fietsten we van de ene naar de andere bezienswaardigheid. De campingwinkel, die host Ben voor ons had opgezocht, stond als laatste stop op de to-dolijst. We hoopten hier lampolie te vinden zodat we eindelijk onze worstjes met patatten konden prepareren. Gelukt!
‘All set’ en via Saint James Park, Green Park en Hyde Park reden we door Kensington het centum uit. De contradictie tussen het binnen- en buitenrijden van deze grootstad kon niet groter zijn.
Niet enkel op het platteland zijn de Britten vriendelijk. Ook in Londen werden we aangesproken op de meest originele manieren. Een selectie: “It seems that you’ve had your hot porridge this morning”, of “ You’re packed. Are you out here for the week?” of nog, “You’re off for an epic adventure!”
Het viel ons op dat in de richting die we uitreden, steeds meer wielertoeristen ons voorbij zoefden. Aan een gesloten overweg leerden we van een onder hen waarom. Het iets verderop gelegen Richmond Park blijkt het Walhalla te zijn voor de fietsliefhebber. Het glooiende, uitgestrekte groen met wat herten hier en daar en goed geasfalteerde wegen (‘lanes’ zoals ze hier worden genoemd) is een uitstekende reden om op een blauwe zaterdag de fiets van stal te halen.
Eens Richmond voorbij veranderde de Thames van een geïndustrialiseerde grote stroom in een lieflijk riviertje. Het decor werd er steeds mooier op en aangezien de klok bijna 14u30 aangaf, was het hoog tijd voor een late lunch op de oever, net buiten het bruisende centrum van Kingston.
Door de sightseeing-voormiddag besloten we er na 60 km de brui aan te geven. Het was toen 17u en we botsten net op een mooie camping - niet zo’n holiday park zoals in Sheerness - waar we ons tentje konden zetten voor de nacht. Na wat onderhandelen over de prijs, konden we eindelijk beginnen aan onze worst met patatjes.
De weersvoorspellingen voor de volgende dagen deden ons besluiten de rustdag om te wisselen met een nieuwe fietsdag. Het zou immers regenen en dan fietsten we liever dan onder het getrommel op ons tentzeil een hele dag te moeten kaarten.