De eerste elf kilometer van de dag beukten we ons een weg tegen de wind, en dat voor een schamele twaalf kilometer per uur. ‘A gentle breeze,’ dat zal wel! Gelukkig veranderden we vervolgens lichtjes van koers richting oosten, maar we bleven gedurende de hele dag noord, oost of noord-oost fietsen en de wind kwam allesbehalve uit het zuid-westen.
Vanwege de felle wind kunnen we onmogelijk zeggen dat het aangenaam fietsen was, maar over het decor waren we meer dan positief. We fietsten door uitgestrekte weilanden over degelijk geasfalteerde wegen, vaak omzoomd door mooie bomenrijen. Het was bewolkt, maar de zon gaf toch voldoende licht om niet het gevoel te hebben in een zwart-witdecor rond te fietsen - hoewel onze gekleurde tassen en jassen daar gelukkig altijd een stokje voor steken.
Daarnaast was het rustig fietsen en die rust werd voor de lunch enkel verstoord door de opstijgende straaljagers op de (miltaire?) luchthaven van Boboc. We hebben geen idee of het een oefening was of dat deze krachtige vliegtuigen met een missie op pad trokken. In deze tijden weet je maar nooit.
De laatste dertien kilometer van de voormiddag waren de zwaarste. Na een voormiddagsnack in de vorm van een namaak-Oreo verlieten we de asfaltweg voor een halfverharde straat die niet in Basecamp stond. Katrien had deze weg via Google Maps opgespoord en zo vermeden we een omweg van een vijftiental kilometer. Tussen de kolen en met als getuigen enkele herders met hun kudde schapen was het dan wel idyllisch fietsen, het was zwoegen.
We waren al vanaf 8.35u onderweg, maar pas om 12.45u kwamen onze fietsen onder het afdak van de minimarkt van Boldu tot stilstand. We waren al diep gegaan en na het middageten (geanimeerd door enkele luidruchtige jongeren die blijkbaar niets beter hadden te doen) besloten we om niet al te lang meer te wachten om een slaapplaats te zoeken.
We passeerden twee pensions, maar na zestig kilometer vonden we het net iets te vroeg om al te stoppen. Hadden we toen geweten dat we er nog bijna zestig moesten bijtrappen om de volgende slaapplaats tegen te komen, hadden we misschien anders besloten.
Dorp na dorp informeerden we ons naar ‘cazare’ (accomodatie), maar steevast kregen we het antwoord dat we voor Braila niets zouden tegenkomen. Wegens de onmogelijkheid om duidelijk met de mensen te communiceren en eventueel een slaapplek te regelen bij particulieren, zat er niets anders op dan door te rijden.
Gelukkig hadden we onderweg wat afleiding. Zo passeerden we een mooi meer met sierlijke watervogels en kregen we voor even het fietsgezelschap van Mario, die met een rol ijzerdraad onderweg was naar het volgende dorp.
De kilometers begonnen door te wegen, maar we hadden nog steeds een dikke twintig stuks te gaan. Net toen we, na weer een stevige windvlaag, langzaam de moed begonnen te verliezen, bedachten we ons dat we maar beter wat muziek konden opzetten. Wat een gouden investering, onze box! Guns N’ roses, Vaya Con Dios, Clouseau, Bryan Adams, The Beatles en ABBA sleurden ons erdoor en voor we het wisten hadden we ons dagrecord van 103 kilometer verpulverd.
Na 108 kilometer begaf de gps het en fietsen we zowel naar afstand als navigatie blind rond. Hopelijk zou een oplossing voor het defecte oplaadpunt zich snel aanbieden, want in tegenstelling tot de kaarsrechte baan naar het centrum van Braila, zal het niet altijd gewoon rechtdoor zijn.
Na een afgeketste poging in het eerste hotel wegens te duur, belandden we na 116,67 kilometer in hotel Orient. Ook boven onze prijsklasse voor een ‘gewone’ fietsdag, maar met €36 voor een kamer in een driesterrenhotel, inclusief ontbijtbuffet zeker niet onoverkomelijk.
De batterijen waren leeg, maar we vonden nog net de kracht om een eindje verderop een pizza te eten. Eens terug op de hotelkamer ploften we afgepeigerd in bed en het was een kwestie van minuten alvorens onze ogen dichtvielen.