Het was al half twaalf toen we van het veerpont bolden aan de andere kant van de Donau, maar in de tussentijd was er heel wat gebeurd. In eerste instantie maakten we kennis met Ionut, een sympathieke jonge knaap die een paar woorden Engels sprak en ons op de juiste boot hielp. Deze ontmoeting was echter een stuk minder ingrijpend dan diegene die luttele minuten later volgde.
Een man stapte op ons af en zonder al te veel introductie sprak hij kordaat: ‘You will be my guests tonight for an Easter dinner’. Gibi bleek de eigenaar van een vakantieresort en het Paasweekend was de opening van het seizoen. Uiteraard klonk dit ons als muziek in de oren, het enige probleem was dat we dan nog minstens vijfennegentig kilometer voor de boeg hadden. Even twijfelden we. Zou het ons wel lukken? Gingen we ons niet forceren? Toen we echter de ietwat verontwaardigde blik van Gibi en zijn Hongaarse vriend en fotograaf zagen, beloofden we dat we er alles aan zouden doen om er te geraken.
Dit is wat deze trip zo onvergetelijk maakt. De spontane ontmoetingen, de verrassende gebeurtenissen en de flexibiliteit om in een-twee-drie je plannen en route aan te passen. In een handomdraai werd onze rustige fietsdag van tafel geveegd.
Eerlijk toegegeven, daar waren we achteraf niet rouwig om. Door een verbluffend en ontluikend landschap ging het richting Enisala, een dorpje aan de rand van de Donaudelta, op een zucht van het Razimmeer dat grenst aan de Zwarte Zee.
Een aaneenschakeling van hoogtepunten, in combinatie met een heerlijke lentezon, maakte dit misschien wel de mooiste fietsdag tot dan in ons tweede luik. Een glinsterend zijriviertje van de Donau, uitgestrekte en glooiende grasvlaktes begrensd door grillige rotsen, imposant wuivende rietvelden en betoverende meren met zijn vele vogels… dit hadden we niet verwacht!
We vergaten dat we de voorbije twee dagen ruim tweehonderd kilometer hadden gefietst en met de wind in de rug - gelukkig maar - rondden we ook nu weer de kaap van de honderd.
Rond half zes arriveerden we aan de Safari Village, die gelegen was op een bijzonder mooie locatie. Onze gastheer Gibi was met de overige gasten naar het fort iets verderop op de heuvel, maar het personeel was op de hoogte van onze komst en ze toonden ons meteen onze kamer.
Nog voor we goed en wel geïnstalleerd waren, nam Marius ons mee voor een rondleiding op het domein. In het lager gelegen meer zaten al pelikanen meende hij; ongelovig zoomden we in met onze camera en ja hoor… de grote bek van de vogel was duidelijk waarneembaar. Consternatie alom toen we in de grote eetplaats na een verkwikkende douche vertelden over onze foto. “De eerste pelikaan van het seizoen!” Normaal komen ze pas terug uit Afrika tegen midden april, dus waarschijnlijk hebben we geluk gehad.
We maakten kennis met de andere gasten en werden hartelijk verwelkomd door Gibi en zijn vrienden. Na een aperitiefje wachtte ons een smakelijk, typisch Roemeens diner als afsluiter. Mămăligă (een soort polenta), Sarmale (varkensvlees in koolbladeren), geitenkaas, verse vis, gevogelte, traditioneel gebakken aardappelen,… en pannenkoeken als dessert. Wat een verrassende en overheerlijke dag!