Tegen de middag trokken we Graz in, de tweede stad van Oostenrijk. Op de Karmeliterplatz hielden we al meteen halt om, zoals de locals, onze voeten in de fontein te steken terwijl we de wandelroute bepaalden. Onze letterlijke honger won het van de culturele en dus liepen we eerst via de Hauptplatz naar de Spar.
Toen we net onze pistoletjes hadden opgesmikkeld, liet Andreas weten dat zijn werk erop zat en dat we dus samen de Schlossberg konden verkennen. Prima idee!
Niet zo steil als de weg naar het kasteel in Ljubljana, maar toch omhoog, gingen we over een leuk wandelpad naar de Uhrturm, symbool van de stad. Het zicht over de rode daken en het moderne Kunsthaus (niet onze stijl) kregen we er gratis bij en Andreas gaf tekst en uitleg bij alles wat we zagen. Handig, zo’n privé-gids.
Bij een verfrissende pint bier voor de heren en een Almdudler voor mezelf, genoten we boven op het terras van een deugddoend briesje alvorens onze wegen voor even scheidden. Andreas moest huiswaarts en wij hadden de rest van de stad nog tegoed. Eerste halte: de dictators in de Stadtpfarrkirche. Jullie lezen het goed! Achter het altaar, in het linker glas-in-loodraam, zijn Hitler en Mussolini afgebeeld in het publiek dat de doornkransopzetting gadeslaat.
Het briesje van eerder was intussen aangezwollen tot een stormachtig weertje en door de buien en in regenjas gingen we naar het park en de universiteit. Zo was er natuurlijk niet veel aan en we besloten dan maar terug naar Andreas’ appartement te wandelen. We hadden er overigens een goede reden voor, hij zou namelijk pfirsichknödel maken. En smaken dat ze deden!
Tijd voor een biertje. De CouchSurf-meeting die plaatsvond aan de andere kant van de stad lieten we varen, want geen van ons drie had zin om er in de regen naartoe te trekken. Een Zuid-Afrikaans getint café in de buurt dan maar, en dat was minstens even gezellig.