Het was zonnig en van zodra we de stad in ons kielzog hadden, parkeerden we onze fietsen om onze jas uit te trekken en achter op de rack-packs te binden. We werkten een mooi fietspad af langs de rivier Hron, een zijrivier van de Donau, en langs een spoorweg die we vijf keer kruisten.
Per toeval lag in Hronsek een UNESCO-kerk op de route. Het houten kerkje is de enige kerk in Slowakije met Scandinavische architecturale invloeden, zo lazen we ter plaatse, en werd gebouwd zonder een enkele spijker, zo lazen we achteraf. Niet bijzonder boeiend, maar we kunnen het toch op onze lijst ‘gezien’ zetten.
In Sliac liep de fietsroute op de linkeroever van de Hron. Wouter zag gelukkig net op tijd een skeeleraar met grote vaart aan de overkant. De keuze was dan ook snel gemaakt. We bedankten vriendelijk voor het zandpad dat voor ons bestemd was en staken de brug over naar het geasfalteerde fietspad op rechteroever.
In de stadsrand van Zvolen pikten we terug in op ons oorspronkelijk traject en installeerden we ons wat verder op een bankje in de zon om te eten. Een passage langs de toeristische dienst leerde al snel dat er niet bijster veel te zien was, behalve Pusty Hrad. Voor de ruïnes van dit ‘verlaten kasteel’ zouden we onszelf echter opzadelen met tweehonderd extra hoogtemeters. Daaag! We zouden wel eens kijken op Google Images hoe het eruit zag en fietsten onmiddellijk door naar het pension.
Het kon niet altijd van de eerste keer goed gaan. Het pension was volzet en daar stonden we dan. We konden er wel iets drinken en van de wifi gebruik maken om een ander pension te zoeken en te boeken. Met €1 voor een halve liter konden we niet sukkelen. Aan de overkant was het dan wel nog vijftien cent goedkoper, maar aan het cliënteel te zien was dat zelfs naar Slowaakse normen goedkoop.
In het andere pension, een halve kilometer terug, finaliseerden we beetje bij beetje ons winterplan. Onze fietsen zouden we tijdelijk stallen bij de ouders van Gabor, een Hongaarse vriend vanop Erasmus. Zij wonen in Kaposvar, tweehonderd kilometer ten zuiden van Boedapest. Aangezien we voor zaten op schema, was er tijd genoeg om die extra kilometers erbij te nemen en er zo zeker van te zijn dat onze fietsen kosteloos en veilig aan hun winterslaap konden beginnen.
Het restaurant van ons eigen pension was gesloten en dus wandelden we naar onze goede vrienden van het eerste pension om in hun reštaurácia avond te eten. Ten minste, dat was het plan. Hun keuken sloot al om 19u - is dat nu een uur om de keuken te sluiten? - en dus waren we net te laat. We zetten dan maar onze queeste naar eten verder via de Lidl, wetende dat we daar onze gading niet zouden vinden. We konden er wel al ontbijt kopen. Toch dat.
In een pizzeria op weg terug naar ons hotelletje bestelden we een pizza (voor Wouter) en een spaghetti bolo (voor mezelf). Niet de Slowaakse keuken waar we zin in hadden, maar beter dan niets.