We hadden nog uren kunnen wachten, maar daar schoten we niets mee op. Tegen 11u braken we, getooid in regenkledij, de tent af. Dat mijn regenpak enkele weken ervoor een bierdouche had gekregen waren we vergeten, maar die herinnering kwam snel terug toen ik mijn broek en overschoenen uit de zak nam.
Het seizoen was ’s nachts bruusk van zomer op herfst overgeschakeld. Het duurde niet lang vooraleer we uitgeregend waren en van het mooie bos en de kustlijn konden we niet genieten zonder dat koude druppels langs onze nek de jas binnen sijpelden. Slecht weer, daar kan men nu eens nooit aan wennen.
In Loksa, slechts twintig kilometer verder dan onze kampplaats, hielden we verkleumd halt aan de Konsum om lunch te kopen. Het magere aanbod maakte ons er niet vrolijker op en na drie kwartier ijsberen door de vijf rayons die de winkel rijk was - het regende nog altijd - stelden we ons tevreden met een voorverpakte strudel.
Aan de overkant van de straat aten we ons feestmaal onder het afdak van het busstation, onze opties wikkend en wegend. Verder fietsen en kamperen viel al snel af, zeker omdat onze tent sinds die ochtend was uitgerust met een vijver.
Toen het alleen nog maar harder begon te regenen, besloten we uitzonderlijk van ons we-rijden-niet-terugprincipe af te wijken en anderhalve kilometer rechtsomkeer te maken. De uitbater van een café had ons verteld dat daar een hotel was. Zijn omschrijving “nice in the woods but not renovated for a long time” zat niet ver van de waarheid af en de locatie leek ons meer geschikt voor bosklassen dan voor toeristen, maar we waren tevreden met de kamer die ze ons aanboden.
Na een warme douche hingen we onze tent uit over een balustrade en installeerden we ons, helemaal alleen, in de gigantische gemeenschappelijke ruimte die veel weg had van de eetzaal van een klooster. De internetverbinding was er een met gebruiksaanwijzing, maar eens we op de juiste plaats zaten, ging het best goed.
Korneel, de jongste telg van de D’Huyzen, hadden we sinds ons vertrek niet meer gezien en het was dan ook fijn om via Skype bij te praten. Stefanie, de vriendin van Jeroen - voor de niet-ingewijden, de tweede jongste - was ook van de partij en samen keken we uit naar het weerzien in september en in november. Griet en Viktor zwaaiden eveneens voor de webcam en toen het tijd was om te eten, spaghetti in Zoersel en yoghurt in Loksa, namen we afscheid.
Terug op onze kamer kwam een nieuwe skype-call binnen. De tamtam had zijn werk gedaan en Sander - de derde van vier zonen - belde ons op van in Leuven. Leuk dat we anno 2015 ondanks de afstand zo gemakkelijk met iedereen in contact kunnen blijven.
Tegen 20u lokale tijd tuneden we onze vanilleyoghurt met een notenmengeling, sinaasappel en banaan. Het traditionele stuk chocolade viel voor de tweede dag op rij dik tegen. Moeilijk te omschrijven wat er deze keer was misgegaan, maar de smaak zat volledig fout. Een ezel stoot zich geen drie keer aan dezelfde steen; in Estland zouden we een ander dessert moeten verzinnen.