Gezien ons plekje verscholen was in het struikgewas, waren we er redelijk gerust in, maar het is toch altijd afwachten of we de ochtend op die plek halen. Je weet immers nooit of een boze boer of een nieuwsgierige voorbijganger zich zou storen aan onze aanwezigheid en we bijgevolg zouden moeten opkrassen.
Telkens wanneer we wildkamperen maken we voor onszelf een tijdlijn. Ook nu begonnen we, eens de tent opstond, punten te zetten. “We hebben op zijn minst al kunnen avondeten”, “We hebben tenminste al goed geslapen” en als laatste punt “Nu hebben we toch al ontbeten, als ze ons nu wegsturen, hebben we dat toch al gehad”. Tot nu toe hebben we nog nooit problemen gehad, laat ons hopen dat dit zo blijft.
Rond 8.15u draaiden we onze fietsten weer het halfverharde pad op. Deze weg werd wel degelijk gebruikt door wagens, maar was best zwaar. De iets te losse kiezel zorgde regelmatig voor een wiel dat wegslibde en dus moesten we goed bij de zaak zijn zo vroeg op zondagmorgen.
De dag begon grijs, maar we zagen al snel beterschap. In het westen was het blauw en aangezien de wind uit deze richting blies duurde het niet al te lang alvorens we de zon mochten verwelkomen. Een vriendelijke Deen bevestigde dat het weer normalerwijze zou beteren. In het midden van de volgende week zou het kwik zelfs over de vijfentwintig en wie weet richting de dertig - hoorden we dat goed? - graden gaan.
Deens staat jammer genoeg niet op ons lijstje met talen die we machtig zijn. Na een poging in het Engels konden we zonder problemen converseren in het Duits en vernamen we naast de weersvoorspelling dat de winkels in Denemarken op zondag bijna alle geopend zijn.
Het was hier best aangenaam fietsen zonder spectaculair te zijn. De variatie tussen autoluwe geasfalteerde wegen en onverharde veldwegen en bospaden in het licht heuvelende landschap beviel ons wel.
Vanaf Emmen (NL) volgden we de Jutlandroute. Deze fietsroute volgt het spoor van de Vikingen, maar blijkbaar - weliswaar iets later in de geschiedenis - lieten ook de Duitsers hier in WOI hun sporen na. Van west naar oost trokken zij in Denemarken in die tijd een van de sterkste verdedigingslinies in Europa op en enkele bunkers in de velden zijn hier vandaag nog steeds stille getuigen van.
Ook die dag kwamen we weer andere vakantiefietsers tegen. In Vojens, net voor de lunch, stootten we op een verzameling van Noren en Denen. Het was ons niet duidelijk wat de connectie tussen hen juist was, maar twee dames en twee kinderen waren samen op pad voor een weekje fietsen. Zij deden het net iets rustiger aan als ons, maar hun tripje richting het zuiden van het land zag er in ieder geval leuk uit.
Middageten konden we die dag in ideale omstandigheden. Tegen een stevig houten bushokje, uit de wind en met ons gezicht vol in de zon genoten we van een stevige homp brood. Met hernieuwde krachten vatten we de namiddag aan. We hadden reeds achtenveertig kilometer gefietst en wilden tot in Vejen rijden, een kleine dertig kilometer verderop. We moesten ons dus voor niets of niemand haasten en hadden rustig de tijd om rond te kijken en te genieten. Zo vielen we bijna van onze fiets toen we in een van de voortuinen plots een kameel zagen zitten. Op het bordje naast de tuin stond behalve haar lengte, hoogte en draagtijd ook haar status aangegeven: ‘gedomesticeerd’. Een hond, een kat, paarden,… maar een kameel als huisdier?
Niet veel verder op onze weg kwamen we Dirk uit Nederland tegen. We hadden een hele gezellige babbel en net als ons was hij heel enthousiast over fietsvakanties. Hij was op zijn terugweg vanuit Zweden richting Groningen. Na vier weken trappen was zijn reis al over de helft, maar hij zou - als alles goed gaat - nog een drietal weken in het zadel zitten vooraleer terug thuis te komen. Dirk gaf ons nog mee dat we naast het binnenland zeker een stukje kust moesten meepikken. Later die avond bekeken we de opties en dit zou zeker mogelijk moeten zijn in het noord-westen van het land.
Rond 15.30u arriveerden we in Vejen aan een groot sportcomplex waar een camping was. We waren benieuwd naar de prijzen en hoopten dat onze portemonnee een overnachting zou toelaten. Na een kleine inspectieronde begaven we ons met een bang hartje naar de receptie, maar onze vrees was ongegrond. Voor honderdtachtig DKK (omgerekend een goede vierentwintig euro) konden we onze tent opzetten. Dit is iets meer dan we gewend zijn, maar is zeker niet onze duurste camping tot nu toe. Voor de aanwezige faciliteiten - een binnenzwembad met sauna, een volledig uitgeruste keuken en supersonisch internet - was dit zijn geld meer dan waard.
Zoals altijd maakten we ook nu optimaal gebruik van de aanwezige voorzieningen. Niet lang nadat onze tent was opgesteld zaten we in het zwembad en als afsluiter doken we nog even in de sauna… wat een luxe!
Na een korte fietstrip naar de Lidl - ook hier vielen de prijzen mee, hoewel iets duurder dan bij ons - staken we als avondeten een pizza in de oven. Het flesje Chianti dat we in Flensburg hadden gekocht en waarvoor we nu zelfs wijnglazen ter beschikking hadden, combineerde hier uitstekend bij.
Vervolgens slaagden we erin om onze volledige achterstand op de blog weg te werken. We werkten tot bijna middernacht door en waren blij dat we gebruik konden maken van de gemeenschappelijke ruimten aangezien het ondertussen regende dat het goot. Moe, maar voldaan ging het tegen half een richting tent waar we niet veel later in dromenland konden terugblikken op een eerste geslaagde fietsdag in Denemarken.