Het was het bibberen echter helemaal waard en we beleefden een fenomenale trip op een van de drie Donau-armen, de natuurlijke en artificiële kanaaltjes en de meren van de delta. De Donaudelta is een biosfeerreservaat. Dat betekent dat het gebied door UNESCO erkend wordt en dat de ecosystemen er beschermd worden. De totale oppervlakte is ongeveer 5.800 km2.
We zagen duizenden vogels tijdens de zeven uur durende rondvaart en het was al vanaf de eerste minuut duidelijk dat fotograferen een aartsmoeilijke opdracht zou worden. Wij waren in beweging, de vogels waren in beweging en als we te veraf waren, kregen we de camera niet snel genoeg scherp gesteld.
Niet erg, in onze herinnering kunnen we ons piekfijn voorstellen hoe een (zeldzame!) zwarte ooievaar overvloog, hoe verschillende soorten reigers (de blauwe reiger, de grote en kleine zilverreiger en de nachtreiger) verhuisden van boom toen wij eraan kwamen, hoe we hoog in de lucht drie pelikanen herkenden, hoe we een zwerm ibissen niet herkenden (maar er door de gids op werden gewezen) en hoe een reusachtige zeearend boven ons hoofd cirkelde. En dan hebben we het nog niet gehad over de mooie aalscholvers, de sierlijke zwanen, de wel zeer aanwezige kokmeeuwen, de tientallen futen (die op onze Duitse kaart een meer klinkende naam hadden, nl. Haubentaucher) en de kleine meerkoeten die niet graag vliegen en dus wegrenden over het water toen ons bootje naderde.
Ongetwijfeld hebben we nog andere (al dan niet speciale) vogels gezien, maar vermits onze vogelkennis aan de beknopte kant is, moeten we de lezers meer info daarover schuldig blijven. Onze voorbereiding van de vorige avond leerde in ieder geval dat de grote afwezigen in ons lijstje de brandgans, scharrelaar, bijeneter en lepelaar waren.
Behalve door onze gevederde vrienden, kenmerkt het gebied zich door mooie rietvelden en enorme meren. Van zodra we op de brede Donau-armen voeren, bevonden we ons in een prachtig natuurreservaat dat zijn UNESCO-status meer dan verdient en dat behalve enkele houten vissershutjes geen enkele vorm van menselijke activiteit vertoont.
Bijna onderkoeld namen we afscheid van Florica en liften we terug naar Enisala. Lift nummer een van Murighiol naar Plopul, het volgende dorp, en lift nummer twee helemaal naar huis. Als Peking Express ooit nog eens wordt georganiseerd, moeten we zeker overwegen ons geluk daarmee te beproeven.
Op een paar kilometer voor Enisala riepen we onze vriendelijke vistransporteur een halt toe. Een grote groep pelikanen vloog over en dat wilden we niet missen. We zouden wel een andere lift fiksen, nu we toch bezig waren. Een magisch gevoel, die overvliegende zwerm die bestond uit minstens honderd exemplaren.
Een trucker nam ons vijf minuten later mee voor de laatste kilometers en terug in de Safari Village van Gibi (die er zelf niet meer was), wandelden we met een verrekijker naar het einde van het domein om nog wat aan bird spotting te doen. Reigers, pelikanen, roofvogels en - niet met honderd procent zekerheid te zeggen - een zeearend sierden het luchtruim en de moerassen voor ons.
Uitgeput en rood in ons gezicht schoven we onze voetjes aan tafel voor het avondeten: een heerlijk bord met vlees en vis, een grote augurk en enkele sneetjes brood. Hoewel we niet aan sport hadden gedaan die dag, lagen we al om 21u15 afgepeigerd onder de dekens. Nadeinend in bed waren we helemaal klaar om te dromen over reigers en futen en pelikanen en…