Dat was echter het minste van onze zorgen. Mijn knie had precies minder van de nachtrust genoten dan wij en we begonnen ons stilletjes aan zorgen te maken. We besloten om te proberen, want op die landweg konden we toch niet blijven staan. In mijn achterhoofd rinkelde evenwel de alarmbel. Als ik me zou forceren, zou het waarschijnlijk veel langer aanslepen.
We startten de dag op het mooie fietspad langs de oude spoorwegbedding richting Bristol. Het fietste vlot en de opmerkingen van de vele fietsers die naar hun werk reden deden de pijn even vergeten. “You’re not cycling to work this morning, are you?” of “Are you sure you have everything with you?” kregen we al lachend toegeroepen in het voorbij rijden.
Hoewel de pijn niet ondraaglijk was, besloten we toch maar ergens medisch advies in te winnen. Een dokter was niet meteen te vinden, maar een vriendelijke apotheker en zijn assistente hielpen ons verder. Ik probeerde zo goed en zo kwaad mogelijk uit te leggen waar en wanneer het pijn deed. De apotheker opperde meteen dat het wel eens een kraakbeenletsel tussen twee gewrichten in de knie zou kunnen zijn. Wanneer hij begon over een MRI-scan en een mogelijke operatie, vonden we toch dat hij iets te snel van stapel liep. De gelokaliseerde pijn kwam niet helemaal overeen met wat hij in eerste instantie dacht en we hielden het op een ontsteking die we zouden proberen terug te dringen met een combinatie van paracetamol, ibuprofen en voltaren emulgel.
Bristol was nog een kleine tien kilometer fietsen en we besloten om daar een plan van aanpak op te maken voor het verdere verloop van de dag en week. Aangezien mijn ouders waren vertrokken voor een weekje wandelen in Wales en we in principe op zondag 3 mei een ‘meet and greet’ hadden ingepland, wilden we toch graag dan in Fishguard zijn.
Bristol bleek een aangename stad met vele statige pakhuizen en een gezellig centrum. Hier zou je nu geen week willen doorbrengen, maar om te passeren is het best leuk. In de Subway aan de oude haven bekeken we de opties. We vatten het plan op om de trein te nemen tot Swansea. Op die manier konden we de knie een dag of twee rust geven en de medicatie de kans geven om aan te slaan. We behielden zo tegelijkertijd nog het mooiste stuk van onze fietsroute in Wales, waar we zo naar uitkeken.
Een kwartier later stonden we aan het prachtige station van Bristol. Op nog geen twee uur konden we met slechts een overstap in Swansea geraken. Jammer dat we ons reisbudget hieraan moesten besteden, maar de gezondheid primeert en we hadden de voorbije dagen al wat kunnen ‘sparen’.
Vriendelijke spoorwegbedienden hielpen ons op weg en overal waren er liften die we konden gebruiken om vlot op de juiste sporen te geraken. Op de trein vielen onze ogen dicht, maar Swansea was het eindstation en we wisten dat de fietsen veilig stonden opgeborgen in een afgesloten ruimte.
We kunnen niet ontkennen dat we in Swansea zwaar teleurgesteld terug op de fiets kropen. We hadden gehoopt om ons volledige traject fietsend te kunnen afleggen. Het voelde niet goed aan om al na tien dagen een tweetal fietsdagen te schrappen door op de trein te zijn gestapt. Daarnaast stond er een koude zeebries en wanneer het dan nog eens goed begon te regenen, hadden we voor de eerste keer een moeilijk moment. Naast de omstandigheden was het echter vooral de onzekerheid over mijn knie die ervoor zorgde dat onze kopjes even naar beneden gingen.
Wanneer de zon na een tiental minuten al terug door de wolken brak en we opmerkten hoe mooi de kustlijn was, konden we al terug relativeren. Het zou al bij al wel meevallen en anders vonden we wel een oplossing. Deze fantastische trip met op korte tijd al zoveel prachtige ervaringen en herinneringen willen we kost wat kost verderzetten. Als we daarvoor af en toe eens een trein, bus, boot of hotel moeten nemen, zullen we dat zeker doen.
Een vrij lange, maar gematigd oplopende klim door een prachtig woud bracht ons op een plateau waar er een camping op onze gps-kaart stond gemarkeerd. We kwamen net na sluitingstijd van de receptie aan, maar gelukkig was de deur nog open. “We are very sorry guys, but we don’t accept tents”. We probeerden nog, maar de dame was onvermurwbaar. We vloekten eens goed; dit konden we er vandaag niet meer bijhebben.
De volgende camping was nog een kleine vijftien km trappen. Met de sterke wind en de zwakke knie was dit geen cadeau, maar we hadden geen andere keuze. We waren dan ook heel blij toen we al een paar kilometer verder, naast de cycleway langs een uitloper van de Noordzee, een camping zagen liggen.
De moed zakte ons in de schoenen toen we merkten dat in het Gateway Holiday Park uitsluitend caravans en mobilhomes stonden opgesteld. De eigenaar die zich uitdrukte in een mix van Engels en Welsh was voor ons dan wel amper verstaanbaar, maar hij zag er gelukkig geen graten in dat we onze tent voor twee of drie nachten zouden opslaan op het uitgestrekte grasveld met zicht op de zee.
Het opzetten van de tent vormde het laatste obstakel van de dag. Op het grote grasveld was niet al te veel beschutting en ons huis bestaande uit 3 stokken en een groot zeil leek op een bepaald moment meer op een parachute uit de turnlessen van vroeger. Na een verwoede poging besloten we opnieuw te beginnen helemaal aan de rand, bijna tegen de haag. Hier lukte het wel en wat later fabriceerden we een pasta met pesto, ricotta, spek, kerstomaatjes en rucola… helemaal niet slecht!