We begonnen de dag met een stevige gamel muesli. We zouden de brandstof goed kunnen gebruiken; de tent stond namelijk opgesteld op de klim en er was dus geen tijd om warm te draaien.
We verteerden de eerste klim van de dag relatief vlot. Gemakkelijk zal klimmen wel nooit worden, maar we merken toch heel wat vooruitgang ten opzichte van de eerste klimmeters in Wales. We rusten minder en we recupereren sneller.
Het mooie weer van de dag ervoor had zich jammer genoeg niet doorgezet en met een strakke wind in de verkeerde richting en een dik wolkenpak waren onze jassen geen overbodige luxe. Regen bleef gelukkig uit en de wolken hingen hoog genoeg om ons vanop het uitzichtpunt op de pas een mooi zicht te gunnen over de Trondheimsleia. Tientallen kilometers ver konden we terugkijken en reconstrueerden we onze route van de vorige dag.
Afdalen gaat sinds de eerste dag zonder problemen, maar hier ging het wel zeer goed vooruit. Lange, rechte stukken nieuw wegdek en nagenoeg geen verkeer voor of achter ons resulteerden in een vernieuwde topsnelheid van 65,7 km/uur.
In tegenstelling tot het eerste luik van de dagetappe ging het na de afdaling continu op en af. De weg was er een stuk drukker en we waren blij toen we onze fietsen in Kyrksaeterora (Tsjiersittereura uitgesproken?) de parking van de Kiwi konden oprijden. Onthaasten in de supermarkt en een half uurtje later hadden we weeral middag- en avondeten in de tassen zitten.
Langs het fjord zetten we op een secundaire weg onze trip richting Trondheim verder. Langs het water fietsen geeft hier - in tegenstelling tot in Vlaanderen - niet per definitie een vlak parcours. Het bleef venijnig heuvelen en de middagpauze kwam niets te vroeg.
We rolden ons picknickdeken uit en installeerden ons enigszins beschut tegen de wind. De twee pistolets en het brood smaakten, maar na een half uur waren we helemaal afgekoeld. Jammer dat we daardoor niet de luxe hadden om nog wat te relaxen. Iets te snel naar onze goesting zaten we terug op onze tweewielers.
De informatie uit OpenFietsMap, de kaarten die we in Basecamp gebruiken, is in Noorwegen veel minder uitgebreid en soms zelfs foutief in vergelijking met de informatie van bijvoorbeeld de Benelux of het Verenigd Koninkrijk. Toch proberen we elke avond de route van de volgende dag samen te stellen in termen van afstand, klimkilometers, winkels op het traject,…
We zouden tot op 425 meter moeten klimmen en de laatste twintig kilometer bleef het, soms vrij steil, op en neer gaan. Onderweg was het dan ook soms gissen of we het hoogste punt al voorbij waren of niet, zeker omdat ook de gps niet altijd accurate hoogtemeters aangeeft. We geloofden in ieder geval gerust dat we die dag in totaal 1063 meter hadden geklommen.
Toen het begon te druppelen na een adempauze in de klim, keerden we net na vertrek op onze tellen terug en schuilden we onder de bomen. Het was duidelijk een bui die niet lang zou duren en wat later klommen we alweer gestaag verder.
Het landschap was helemaal anders dan wat we in Noorwegen al hadden gezien. Zonder spectaculair te zijn was het mooi met weinig bebouwing en veel bos.
Aan het Gangasmeer, zestig kilometer voor Trondheim, lag een camping op ons te wachten voor slechts vijftig NOK. Geen internet, maar by far onze goedkoopste camping ooit (wie zegt dat Noorwegen duur is). Door een defect aan de betaalautomaat voor de douches, konden we zelfs gratis en zolang we wilden van warm water genieten.
De zalmfiletpromo uit de Kiwi leverde ons een smakelijke pasta met champignons, ajuin en kruidenkaas op. Lang niet zo lekker als de zalm bij Hokun en Annamaria, maar een mooie manier om een van onze laatste Noorse dagen te vieren. Na Trondheim nog honderd kilometer en dan steken we de Noors-Zweedse grens over!