Het internet op de camping was ronduit geweldig. Dit getuigen de mails die van in de tent over en weer werden gestuurd met onze ex-boekhouder Eric. Wegens een fout in onze fiches konden we de belastingen niet eenvoudigweg via tax-on-web indienen. Gelukkig stelde Eric voor om de aangifte zelf in orde te maken en voor 9u ’s morgens zat de bevestiging in onze mailbox dat de FOD Financiën alles goed had ontvangen.
We ontbeten iets later dan normaal en door de happen ‘frosted flakes' door werden de laatste foto’s ingeladen. Ook de dagetappes waren dringend aan een update toe. Op onze webpagina ‘gefietste route’ zaten we immers nog steeds in The Gap of Dunloe.
Ondertussen was de zon doorgebroken en was het zwemgerief dat we de hele nacht hadden laten buiten hangen droog. Tegen dat alles weer netjes in de fietstassen zat, was het 12.30u en een stuk later als gebruikelijk begonnen we aan onze fietsdag. Niet erg natuurlijk, we waren blij dat onze website bijgewerkt was en de belastingen in orde. Deze flexibiliteit is net de luxe van onze trip.
Aan de rand van Vejen aten we, als lunch, tegen de muur van de Lidl onze net aangekochte portie fruit (nectarines, appels en bananen) aangevuld met een chocoladescone voor mezelf en een appelflap voor Katrien.
Langs een druk bereden weg, gelukkig voorzien van een mooi fietspad, fietsten we de stad uit. Het duurde niet lang vooraleer de route weer het groen indook en via een onverharde weg het geraas van gemotoriseerd verkeer achter zich liet.
Het was langs deze grindweg dat we een prachtige schuilhut/shelter tegenkwamen. Zoiets hadden we twee dagen eerder gehoopt tegen te komen. Temidden van het bos een mooi grasveld om de tent op te zetten, een vuurplaats, een picknicktafel,… Het was nog te vroeg op de dag om ons bivak al op te slaan, maar dit zag er wel heel leuk uit. Over zo’n stekje zouden we binnen een veertigtal kilometer niet twijfelen.
Onze conclusie van het eerste stuk Denemarken was ‘heel aangenaam om door te fietsen, maar geen streek waar iemand speciaal zijn vakantiebestemming van zou moeten maken’. Na een stop voor de nodige brandstof in de vorm van enkele granenkoekjes belandden we echter in een prachtig stuk natuur en begonnen we over onze stelling te twijfelen. Het landschap vertoonde meer glooiing en was wondermooi. Heide, wild bloeiende brem, wuivend koren, alle tinten groen in een loofbos,… en dit onder een blauwe hemel, opgesmukt met stapelwolken die zich in allerhande formaties uitrolden.
Ondanks ons latere vertrekuur wilden we graag Norre Snede passeren. Ons opzoekingswerk ‘s morgens had ons namelijk geleerd dat er net buiten dit stadje een groot bos was waar vrij kamperen was toegestaan. Iets na zes reden we het woud in, maar al snel viel het ontbreken van toelating om te kamperen op. Op verschillende plaatsten stond zelfs duidelijk vermeld dat het ten stelligste verboden was om de tent op te slaan.
Er zat niets anders op dan door te fietsen; het laatste wat we wilden was een gepeperde boete van een overijverige boswachter. Na een korte klim zagen we dan toch een bordje waarop stond dat vijfhonderd meter naar links een plaats was om te kamperen. Ideale timing want de maag begon stevig te grommen. We weken af van de route, maar een kilometer verderop waren we nog steeds geen kampplaats en/of schuilhut gepasseerd. Teleurgesteld maakten we rechtsomkeer en reden we (bergop!) terug naar ons parcours.
Het was nu al na 19u en ondertussen hadden we ook onze tachtig kilometer gefietst. Aan het eerste huis dat we tegenkwamen belden we aan om te vragen of we dan maar onze tent ergens in het veld konden opzetten. Toeval bestaat niet, maar net in dit huis woonde de ‘beheerder’ van de schuilhut in de weide aan de overkant van de straat. Voor dertig DKK (ca. vier euro) konden we gebruik maken van de kampeerplaats en konden we onze flessen met water vullen.
Wat een geluk! We installeerden ons in de open hut en besloten om de tent in de zak te laten zitten. We zaten volledig beschut tegen de wind en onze matjes en slaapzakken zouden met dergelijke weersomstandigheden zeker volstaan. Voor de zekerheid haalden we wel de muskietennetten uit (verjaardagscadeautje van Jan, Bert en Haike) die we ’s nachts over ons hoofd konden trekken.
Hoewel we grote honger hadden, wilden we eerst kijken hoe het gesteld was met onze capaciteiten om een vuur te maken. De Neanderthaler in ons zat nog wat onder het stof, maar na heel wat blazen (en puffen) zat er tijdens het verorberen van een broodmaaltijd toch vlam in ons kampvuur. Wat een formidabel gevoel en wat een leuke afsluiter van de dag! Tegen 22u30 besloten we om ons vuur(tje) te doven en de slaapzak in te duiken. Dit was zeker een van de hoogtepunten van onze trip. Hopelijk komen er nog veel van deze kampeerplaatsjes, want deze maken het allemaal toch net iets specialer.