Om 7.30u zaten we op de fiets en zetten we koers richting het - tot nu toe enkel uit de studentencodex gekende - Loch Lomond. De dag werd ingezet met een regenbui, maar in de zon genoten we van ons ontbijt aan de oevers van het meer. Helderblauw water en in de verte de eerste besneeuwde bergtop van onze trip… wat moet je nog meer hebben?
We volgden nog steeds Route 7, maar het verstedelijkte gebied had plaatsgemaakt voor prachtige, uitgestrekte natuur. Met de Highlands recht voor ons kon het niet anders dan dat we wat klimkilometers op ons bord zouden krijgen. Vanaf de oever van Loch Lomond was het zweten geblazen en het duurde niet al te lang voor we de regenkledij uittrokken. De voorspelde light showers waren er dan wel, maar gelukkig niets in vergelijking met wat we de voorbije dagen van regen hadden gehad.
Na de eerste pittige klim en een mooie afdaling kwamen we aan in Aberfoyle, een charmant klein stadje. Net ervoor passeerden we een mooie camping, maar het was nog te vroeg op de dag en in Callander, het einddoel van deze etappe, wachtten twee campings op ons.
De klim uit Aberfoyle was wondermooi, maar loodzwaar. Een keurig aangelegd en geasfalteerd fietspad was tegen de berg geschilderd, langs meerdere watervallen. Jammer genoeg veranderde het pad al snel in een met keien en scherpe stenen bezaaide weg die overduidelijk was aangelegd om transport van hout te vergemakkelijken. Voor de daarop voorziene trucks rijdt dit misschien gemakkelijker, maar onze twee zwaarbeladen fietsen en wijzelf verkozen tarmac.
Spijtig van de vele houtkap, maar wel schitterend fietsen. Alleen op de wereld, tussen adembenemende meren geflankeerd door bossen en bergen. Deze uitzichten zetten extra in de verf hoe jammer het is dat we niet helemaal tot in het noorden van Schotland kunnen fietsen, maar als we in de zomermaanden in Scandinavië willen zijn, moeten we hier knippen. Een trip naar de Highlands kan in ieder geval op ons verlanglijstje voor als deze fietstrip ooit gedaan is.
Aan de oevers van Loch Drunkie spotten we twee herten alvorens een bospad in te slaan dat ons langs de oevers van Loch Venachar naar Callander leidde. We keken uit naar de eerste camping die hopelijk meteen de goede zou worden. Onze laatste, echte rustdag dateerde al van in Westport en we keken ernaar uit om zowel de fietsen als de tent voor een dagje te kunnen laten staan.
De vele trailers die we vanop de straat zagen staan beloofden niet veel goeds en al snel bevestigden twee medewerkers hun ‘no tent policy’. Opnieuw een oude bekende, dit keer geen prettig weerzien. Toen ze aangaven dat de andere camping eveneens geen tenten aanvaardt, zonk de moed ons in de schoenen. “Negen mijl verder is er een camping”… Dat was geen optie! Gelukkig passeerde er net een dame die net buiten het stadje een kampeerterrein wist zijn zou zijn. Toen dit even later bevestigd werd door de toeristische dienst kon ons geluk niet op. Met gevulde fiets/boodschappentassen en hernieuwde moed werd de laatste anderhalve mijl verrassend vlot weggetrapt.
Op een mooie, verzorgde camping zorgden vriendelijke uitbaters en een aanvaardbare prijs (douches inclusief) ervoor dat we met een gelukzalig gevoel onze dag konden afsluiten. Het enige minpuntje was het ontbreken van wifi, maar dat kon de pret absoluut niet bederven.
Na een lange douche maakten we een curry met kip, nectarine en rijst. Het voornemen om de laatste twee verslagen voor de blog nog bij te werken werd door dichtvallende ogen uitgesteld naar de dag erop. Voor we er zelf weet van hadden, waren we vertrokken in een diepe slaap.