De eerste tien kilometer was er helaas geen alternatief voor de drukke baan richting Novi Sad. Op zaterdag was er dan misschien minder verkeer dan op een weekdag, we waren toch blij wanneer we rechts konden afslaan op een rustig pad langs de Donau. Na Backa Palanka stroomt de rivier echt Servië in, daar waar zij voorheen de grens vormde met Kroatië.
Het eerste deel was leuk rijden op een half verhard pad met zicht op uitlopers van de Karpaten. Jammer genoeg transformeerde het parcours zich in een veldweg met veel plassen. Tot overmaat van ramp speelde Wouters knie hem parten, net zoals in april vorig jaar, en het gebrek aan asfalt deed daar zeker geen goed aan. Tot twee maal toe ging zijn fiets onderuit. Lag het aan de rakia, zijn knie of aan een povere evenwichtsoefening? We zullen het nooit weten.
De laatste achttien kilometer gingen vlot over oude, maar geasfalteerde rivierdijken. Borislav, een vriend van onze Baltische fixer Frans, woonde net buiten de stad en kon ons twee nachten van een bed voorzien. De familie Robert, met bij uitstek Frans, verdient zeker en vast een bekroning met felicitaties van de trappers. Niet alleen in Novi Sad, maar ook in Belgrado wisten zij ons aan overnachtingsadresjes te helpen.
Borislav zijn grommende hond weerhield ons ervan aan te bellen - hij had zich namelijk op de drempel, onder de bel gepositioneerd en was duidelijk geen fan van fietsers -, maar gelukkig kwam onze gastheer net door de achterdeur naar buiten.
Hij en Tamara, een vriendin van hem, namen ons mee op sleeptouw naar Petrovaradin, de versterkte militaire burcht die vanop de andere oever Novi Sad overschouwt. Aan de dronken klokkentoren ontmoetten we de Belgische Stef en Stef, twee schermers die deelnamen aan het Europees Jeugdkampioenschap Schermen. Wij duimden alvast voor hun teammatch op dinsdag.
Dronken klokkentoren vraag je je waarschijnlijk af? De wijzers zijn omgekeerd: de grote duidt de uren aan, de kleine de minuten. De reden hierachter is dat schippers zo van ver konden zien hoe laat het was.
We verlieten de burcht en reden terug naar linkeroever waar Borislav ons veel uitleg kon geven over de geschiedenis van de stad en de oorlog in de jaren ‘90. In de zomer kluste hij bij als gids, en daar pikten wij mooi ons graantje van mee. Telkens doet het ons iets wanneer jonge mensen (hij is net zoals ik van het gouden jaar ’87) vertellen over bombardementen, verloren familieleden en angst.
Na een lekkere Pljeskavica, de balkanvariant van een hamburger, gingen we iets drinken en trokken we terug naar zijn ouderlijke thuis om nog stevig na te babbelen over van alles en nog wat.