Na inkopen in Gorazde werd onze route pikanter en dat betekende dat er geklommen moest worden. De hoofdbaan werd vaarwel gezegd en over een kronkelende weg trokken we de beboste bergen in.
Na vijf kilometer klimmen, vleiden we ons in de graskant voor een traditionele lunch. Voor vier Bosnische Mark (twee euro) hadden we ons drie stevige stukken burek (vlees), sirnica (kaas) en krompirusa (aardappel) aangeschaft. Stevig, maar smaakvol!
We hadden gerust nog wat langer op ons picknickdeken kunnen blijven liggen, maar enkele verdwaalde regendruppels riepen ons tot de orde. We waren nog lang niet boven en onze Fahrradmanufakturs gingen niet vanzelf tot op 1200 meter hoogte geraken. Hoe hoger we klommen, des te mooier het uitzicht over de eindeloze rij heuvels, de rivier en de stad die steeds kleiner werd.
Met de geklommen kilometers werd de lucht dreigender. Op een bepaald moment zagen we de regen letterlijk afkomen en niet veel later stonden we getooid in onze regenjassen aan de kant van de weg, zo goed en zo kwaad als het kon te schuilen onder een boom.
De bui trok snel over, maar de trend was gezet. Geen twintig minuten later hingen we er weer aan en we besloten uiteindelijk toch maar ons regenpak aan te trekken.
Jammer dat het mooie zicht op de pas aan het oog onttrokken werd door de donkere wolken en regengordijnen, maar we waren er toch maar weer geraakt. We maanden elkaar aan tot voorzichtigheid in de natte afdaling en weg waren we.
Onze woorden waren nog niet koud of we beleefden de schrik van ons leven. In een van de eerste haarspeldbochten ging Katrien voor mijn ogen met een geweldige smak tegen de grond. Een klassieke val uit de koers zoals ik er doorheen de jaren zoveel op televisie had gezien. In ‘real life’ was het toch serieus schrikken.
Net voor de bocht gleed haar achterwiel weg over een modderspoor en nadat ze op haar zij van de fiets viel, knalde haar helm tegen het asfalt. Even paniek, maar wonder boven wonder kwamen zowel Katrien als de fiets er met enkele schrammen vanaf. Aan alle fietsers die zonder helm op pad gaan: laat het een waarschuwing zijn, want zonder helm hadden we dit geschreven vanuit het ziekenhuis.
De regenbroek- en jas zaten volledig onder de modder, maar dat kon ons een worst wezen. Na een kwartiertje bekomen in de berm bleek alles goed te gaan en met een bang hart werkten we de rest van de afdaling af.
Na een kleine tachtig kilometer trappen - en bijna 1200 hoogtemeters - vroegen we aan de rand van Praca waar we ons tentje konden opzetten. Een Duits koppel uit Dortmund met Bosnische connecties hielp ons aan het perfecte plekje in een ruime voortuin. Routineus werd de tent opgezet en we waren nog maar net geïnstalleerd toen het begon te gieten, wat een timing!
We lazen ons al wat in over Sarajevo en bekeken de routes voor het vervolg van de trip. Hét gespreksonderwerp bleef echter de valpartij en de beschermengel die - gelukkig maar - op Katrien haar schouder naar beneden was meegereden.