Ons tentje was goed nat geworden door de dauw, maar het beloofde een mooie dag te worden. We haalden ons proviand uit de koelkast en trapten de eerste tweehonderd meter op het kleinste verzet naar boven, het dalletje uit waarin de camping lag. In sandalen! Dat was geleden van de eerste fietsdagen in Noorwegen, een maand terug.
In de winkel kochten we voldoende zaken bij zodat we twee maal konden lunchen en ontbijten en eenmaal konden avondeten. Handig om alles bij te hebben, maar wel een gepuzzel om het in de fietstassen weggepakt te krijgen.
We zetten de tocht verder met een klim. Hoog boven ons hoorden we het geroep van enkele roofvogels en we stelden ons de vraag of ze daar hun prooi niet net mee wegjagen. Twee jagers roepen toch ook niet naar elkaar dat er wat verder een hert zit.
Klimmend rijdt Wouter meestal voorop. Ik zag hem zich plots langs de kant van de weg plaatsen en hij tikte met zijn wijsvinger tegen z’n neus. Geen idee waarover hij het had, maar toen ik hem bijgetrapt was, had hij enkele smakelijke bosaardbeien in zijn hand. De geur van de aardbeien had hem de berm doen afspeuren, met succes. Een leuk en lekker tussendoortje!
We daalden tot op honderdvijftig meter en zetten bijna onmiddellijk daarna opnieuw een klim in tot op driehonderdvijftig meter. Met de zon die onze blote benen en armen verwarmde, best een leuke opgave.
Twaalf kilometer lang liep de weg over een onverhard en autovrij pad en stiekem hoopten we hier weer een eland te zien. Het was er het decor wel voor: kleine meertjes, hoog gras, bos,… volgens ons een prima plek voor elanden. We gaven onze ogen goed de kost, maar kregen jammer genoeg geen exemplaar in het vizier.
Toen de gps aangaf dat we linksaf een drukkere baan moesten inslaan, waren we verbaasd dat deze weg - op haar breedte na - nagenoeg geen andere kenmerken vertoonde dan het paadje waarvan we kwamen. De kleurcode in onze kaarten was nochtans dezelfde als die van een steenweg in België.
Langs de weg spreidden we het picknickdeken uit en smulden we het polarbrood op. De mieren roken meteen hoe laat het was en planden een invasie, maar met enkele welgemikte tikken konden we al bij al rustig genieten van onze middagpauze. Toen steeds meer muggen, vliegen en hommels zich ook met de lunch begonnen te moeien, was het mooi geweest en vonden we dat we voldoende uitgerust waren.
Ellenlange kilometers fietsten we op en neer over de ‘expresweg’. Voor het eerst begrepen we waarom men ons had gewaarschuwd voor een saai stuk Zweden. Dat de weg halfverhard was, maakte de beleving er niet beter op. Toen een meertje zich aankondigde, was ik blij dat ik even verkoeling kon zoeken in het frisse water - met de benen welteverstaan. Om te zwemmen vond ik het water veel te koud.
Tot tweemaal toe moesten we van weg veranderen en telkens hoopten we dat er een mooie, nieuw geasfalteerde straat op ons zou liggen wachten. Tweemaal werden we teleurgesteld. Een mooie, rode vos met witte staart en een beverfort (zonder bevers) onderweg maakten de reis gelukkig een stukje spannender.
Net toen we een respectabel aantal kilometers bijeen hadden gefietst en we stilletjes begonnen uit te kijken voor een overnachtingsplaats, hoorden we een sissend geluid. Ik dacht eerst dat het de muziek was of een blaadje dat zich tussen het spatbord en het wiel had vastgeklemd, maar we dokterden al snel uit dat het een platte band betrof… weeral bij Wouter.
Ook al duurt het geen eeuwigheid om een band te vervangen, leuk is anders, zeker op het einde van een fietsdag. Een stuk glas bleek ditmaal de boosdoener en na een half uurtje en met zwarte handen, vervolgden we onze weg. De positivo in ons zag in dat het op deze manier in de vingers blijft zitten. We zouden overigens dringend banden moeten plakken, want we hadden geen reserve-exemplaar meer op overschot.
We hadden gehoopt al geïnstalleerd te zijn toen we gebeld werden door Viktor. Na een uitgebreide en leuke skype-sessie met Wouters ouders een kleine week terug, hadden we nu een heel stuk van de familie aan de lijn om zijn oma een gelukkige verjaardag te wensen. Het is altijd leuk om bekende stemmen te horen en natuurlijk ook via deze weg nog een dikke proficiat. We zijn er zeker van dat het een leuk feestje was.
Langs het Myckelgensjösön vervolgden we onze weg en speurden we de oever af naar een leuk plekje. Slechts een paar kilometer later zagen we aan het uiteinde van het meer een strandje. We twijfelden niet en stonden al snel met onze voeten in het zand, op een van de meest idyllische kampeerplaatsen tot nu toe, compleet met vuurplaats, picknickbank en toilet. Gezien het allemansrecht was het geen probleem om onze tent hier op te slaan en er was in de verste verte niemand te bespeuren.
Wegens een snel opkomend, dik wolkenpak stelden we de zwemsessie nog even uit en zouden we eerst avondeten. Ik nam die verantwoordelijkheid op mij en Wouter maakte ondertussen een gezellig vuur. De pasta met rode ajuin, champignons, spekjes en kruidenkaas met bieslook was lekker, maar viel ei zo na in het water. We zagen de plensbui over het meer aanstormen en onder de eerste druppels slaagden we erin alles tijdig in de voortent te gooien. Dat er hier en daar wat zand tussen zat moesten we er maar bij nemen.
Op onze hurken aten we de laatste happen van de pasta en verwensten we de weergoden dat het een lieve lust was. Ze moeten ons daarboven gehoord hebben of in ieder geval gedacht hebben dat we onze portie ongeluk met het weer wel gehad hadden. De bui trok snel over en liet een stralende zon over een glinsterend meer achter zich.
Alles was nat, maar ons vuur werd vakkundig gereanimeerd; het sein voor Wouter om zijn zwembroek aan te trekken en een duik te nemen. Het naar zijn zeggen heerlijk en relatief warm water overtuigde mij om ook mijn bikini aan te trekken. Naar mijn mening was het water toch redelijk fris en ik hield het bij een kniehoge wandeling tot aan het ponton en terug.
Met de zon die steeds verder wegzakte en (jammer genoeg) voor haar spectaculaire ondergang weer achter de wolken verdween, waren we blij met de warmte van het kampvuur. De ideale gelegenheid om marshmallows op een zelf gefabriceerde spies te roosteren… leven als een god in Zweden!