In de tussentijd zorgde Svetla ervoor dat alles tot in de puntjes was verzorgd en ze verraste ons met een typisch Bulgaars recept dat het ontbijt heel wat specialer maakte. De naam was ons niet helemaal duidelijk, maar het klonk als ‘boechte’. Boecht was het allesbehalve want de gebakken pasteitjes op basis van bloem, boter en kaas smaakten bijzonder goed.
Nadat we ook nog onze pistolets mochten beleggen was het echt wel tijd om de fiets op te kruipen. Jammer genoeg onder een grijze hemel, maar het was relatief warm, regen bleef uit en al na vijf minuten bleek onze keuze voor de jas te pessimistisch.
Langs de rivier ging het tien kilometer licht stijgend door een bosrijk landschap. George had ons verteld dat er hier nog beren in de heuvels leven en we hielden onze ogen dan ook goed open. We kregen de hele dag geen grote viervoeters te zien, maar alleen al het idee dat ze er ergens moesten rondlopen, maakte het interessant.
Onze benen werden stevig aan het werk gezet. Vertrek op 300 meter hoogte, stijgen tot 535, dalen tot op 400 en dan een langgerekte klim naar 1270. Hoewel de route drieëntachtig kilometer lang was, lag ons mikpunt op de pas na drieënvijftig kilometer. De laatste dertig kilometer gingen namelijk in dalende lijn tot Teteven waar we voor twee nachten zouden halthouden.
Rond 11u begonnen we aan de lange klim en meteen buiten het centrum van het weinig interessante Troyan ging het steil omhoog. De eerste en de laatste kilometers zouden de zwaarste blijken en gelukkig zwakte het hellingspercentage in het tussenstuk wat af. We deelden de klim overigens goed in door halverwege in een bloemenweide te lunchen.
Toen de weg na Shipkovo weer begon te slingeren en de haarspeldbochten mekaar opvolgden, wisten we dat we ons slotoffensief moesten inzetten. Het was wachten tot enkele kilometers voor de top op een mooi uitzicht, maar tout court was het landschap de moeite. We merkten daarnaast dat onze benen meer en meer gewend raken aan het klimmen. Gemakkelijk zal het wel nooit worden en je zal ons niet snel horen zeggen dat we fluitend de berg opreden, maar al bij al viel het best mee.
In de laatste kilometer bergop staken we nog een tandje bij, omwille van de aanwaaiende dreigende wolken. Het laatste wat we wilden was in een onweer terecht komen op het hoogste punt van de dag en we treuzelden dan ook niet te lang voor we, na het aantrekken van onze truitjes met lange mouwen en de jassen, de afdaling inzetten.
De eerste tien kilometer in dalende lijn waren bijzonder technisch. Geconcentreerd reden we naar beneden en in de bochten was het opletten geblazen. Op korte termijn gaven we onmiddellijk heel wat hoogtemeters prijs, maar toch konden we in de laatste achttien kilometer op lange, rechte stukken voornamelijk uitbollen. We lieten de uitlopers van het Centrale Balkangebergte dan wel achter ons, het landschap bleef spectaculair en onze eindbestemming Teteven lag mooi ingesloten tussen de rotsen.
Een uitgebreide verkenning van het centrum spaarden we voor de rustdag, maar het grootste deel kregen we eigenlijk al te zien toen we op zoek gingen naar een eetgelegenheid. Het perfecte restaurantje vonden we niet, maar de pasta’s in La Piazza zagen er veelbelovend uit. Toen we twee verschillende spaghetti’s bestelden, waren die jammer genoeg niet verkrijgbaar en na een zware dag moesten we ons tevreden stellen met een wel zeer matige salade. We kochten dan nog maar een doos pralines als dessert en niet veel later kropen we helemaal uitgeteld ons bed in.