Een stralend blauwe hemel, maar wel nog verdomd fris en de eerste kilometers daalden we bibberend af. Niet gedacht dat we dat ooit nog zouden zeggen, maar gelukkig ging het al snel weer omhoog en warmden we vliegensvlug op.
Volgens Basecamp stonden er slechts een zestal heuvels geprogrammeerd, maar in realiteit waren het er een pak meer - dat moest nu ook weer niet. Continu ging het op en af en de wind zat lelijk tegen.
Het werd al snel duidelijk dat we de geplande vijfenzestig kilometer niet cadeau zouden krijgen. Er moest stevig gewerkt worden, maar het landschap was - zeker in de voormiddag - mooi en afwisselend. Bovendien konden we regelmatig stoppen voor een handvol vers geplukte bosvruchten, jummie!
Vlak voor lunchtijd sloegen we een praatje met een groep Duitsers die ook met de fiets onderweg waren… voor een week. Ons verhaal begint steeds meer op ongeloof onthaald te worden en dus beseften ook wij dat we iets surreëel aan het realiseren waren.
Net als de dag ervoor namen we een uitgebreide lunchpauze - de tent moest toch kunnen uitdrogen - en lieten we ons allesbehalve opjagen. Onze ogen vielen opnieuw voor even dicht en met het bijna tropische weer was de schaduw van een berk welgekomen.
De namiddag was minder interessant: de wind nam in sterkte toe en de bossen maakten plaats voor eindeloze velden waar zo goed als geen beschutting te vinden was. Tot overmaat van ramp was onze enige winkelbuit een groot blik ravioli aux 6 légumes en keken we dus niet meteen uit naar de avond.
Op dit eigenste moment wisten we echter nog niet wat Guessling-Hémering voor ons in petto had. Na links en rechts wat te hebben nagevraagd, belandden we op de oprit van de burgemeester. Die gaf jammer genoeg niet thuis, maar zijn buurman kwam net aangereden, de oude burgemeester. Het was geen probleem om onze tent op te zetten en als we iets nodig hadden, moesten we het maar komen vragen.
De ravioli smaakten zoals we het ons hadden voorgesteld - gelukkig is dat niet voor alle dagen - en een princekoek bracht enigszins soelaas als dessert. Net toen we ons in de tent geïnstalleerd hadden, informeerde Bernard (onze gastheer) nog eens of we echt niets nodig hadden: water, het toilet, een douche, een glaasje rosé? Dat laatste klonk meer dan aanlokkelijk en niet veel later zaten we met Monique, Bernard en kleindochter Liza op het terras.
Een glaasje rosé voor mij, een glaasje wit voor Katrien en dan… kletsen maar. De ex-bankier en ex-burgemeester van het dorp en zijn vrouw babbelden honderduit en ook wij lieten ons in het Frans van onze beste kant zien. Een geanimeerd gesprek was het gevolg en voor we het wisten hadden we ook een slaapplaatsje geregeld bij hun dochter in het centrum van Metz de volgende dag.
Pas tegen 22u ging het, in het donker en met een invitatie voor het ontbijt, terug naar de tent. Het cliché kon voor eens en voor altijd weerlegd worden: West-Europeanen zijn zeker niet minder gastvrij. Wederom een geweldige avond en een superervaring.