Op een zaterdagochtend was elke inwoner van Teteven te vinden in het centrum. Het marktplein bruiste van leven en het was erg aangenaam wandelen tussen buggy’s en volle terrassen. Een beetje vergelijkbaar met een Belgische braderiesfeer.
Onze queeste naar de toeristische dienst kwam sneller tot een eind dan verwacht. “Turist bureau kaput,” daarmee wisten we genoeg. Op de markt aten we dan maar een Bulgaarse hot dog en volgden we de pijltjes naar de Skoka waterval. Op Booking.com hadden we namelijk gelezen dat ons hotel daar drie kilometer vandaan lag. Heel ver kon het dus niet zijn. Hoewel…
Hoe verder we wandelden, hoe meer we ons afvroegen of we wel juist zaten. Aan verschillende voorbijgangers vroegen we “Skoka?” en telkens was het nog slechts een kilometer verder. Toen het ook nog eens begon te regenen twijfelden we toch of we niet beter terug zouden liften.
Uiteindelijk kwamen we aan een kleine parking en een uithangbord met foto van de waterval. Het zou nog een kwartier wandelen over een bospad zijn vooraleer we de rivier een dertiental meter de dieperik in zagen storten. Het weggetje was gelukkig mooi en ook de waterval leverde enkele leuke foto’s op. Niets in vergelijking met haar Noorse broeders en zusters, maar goed.
De dalende terugweg ging sneller dan de heenweg en van regen was niet langer sprake. Toen we de dorpskern naderden viel eens te meer de speciale ligging van Teteven op. Ingesloten door de hoge rotswanden, leek het wel alsof we er nooit meer zouden weg geraken.
Rond een uur of 16u rustten we even uit op de hotelkamer. Het zou zonde zijn als we het nooit over rust hadden op een rustdag, niet waar?
Twee uur later braken we ons het hoofd over het avondmaal en besloten we ons geluk te beproeven bij een eerste café. Als er iets interessants op de menukaart stond bleven we, indien niet namen we er enkel een aperitiefje. Het werd een gezellige avond op het terras van diezelfde bar en met een assortiment aan fingerfood stilden we de honger. Het leven hoeft niet altijd moeilijk te zijn.