Om 8u zaten we reeds op de fiets en een tiental minuten later stonden we aan de supermarkt - die gelukkig op een zondagochtend al open was. We kochten enkel broodjes voor de lunch en stelden overige aankopen nog even uit tot in de namiddag.
De door Basecamp voorspelde klim bleek goed mee te vallen en voor we het wisten waren we in het centrum van Ornskoldsvik. Deze stad aan het water werd gedomineerd door een grote kerk, een fel gekleurd appartementsgebouw met langs alle zijden uitstekende terrassen en een enorme schans voor waaghalzen in de winter. Er was met andere woorden niet veel te zien, noch te beleven al moesten we weer even gewoon worden aan het feit dat er meer dan een straat was om op te fietsen. Het duurde echter niet al te lang voor we het centrum weer uitreden en de rust op de weg terugkeerde.
De zon bleef van de partij en dus konden we over het weer in Zweden voorlopig verre van klagen. Toen de zon achter de wolken verdween bleef de temperatuur aanvaardbaar en we kregen zelfs het gevoel dat het stilletjes aan zomer werd.
Af en toe passeerden we een klein dorp of eerder een verzameling van enkele huizen. Deze gehuchten waren zo klein dat de straten er zelfs geen aparte namen kregen, maar gewoon dezelfde naam als het dorp. De huisnummers lagen steevast boven de honderdvijftig en leken lukraak gekozen. Zo passeerden we Kvaved 220 en wat verder Kvaved 279, terwijl Kvaved slechts vijf huizen rijk was.
Als we - voor het overgrote deel van het traject - gewoon in het groen fietsten was het voornamelijk de bloeiende heide en de vele bloemen in de berm die onze aandacht trokken.
Met de eerste pistolet al samengesteld in ons hoofd stonden we voor Husum plots voor een afgesloten voetgangersbrug. Er was geen doorkomen aan en we wilden graag tot aan de supermarkt fietsen voor het middageten. Er zat niets anders op dan om te rijden. De omweg viel met tweeënhalve kilometer gelukkig wel mee, maar met vijftig gefietste kilometers in de voormiddag waren we blij toen we aan de ICA stonden.
Aansluitend op het broodnodige maal deden we inkopen. Niet voor de eerste keer moesten we noodgewongen ons menu aanpassen. Het was echter niet de prijs die roet in het eten strooide, dan wel het ontbreken van kip in de winkelrekken. Wraps zouden ook wel smaken met zalm en de (omgerekend) vijf euro voor een pak van tweehonderd gram bleek achteraf nog net in het dagbudget te passen.
Er lagen in de namiddag enkele campings op het parcours en gezien, na vier fietsdagen, onze benen en ons hoofd klaar waren voor een rustdag zouden we sowieso op een van de drie halt houden. De eerste lag twintig kilometer verder en dus trachtten we onze volledige trip van dag tot dag te reconstrueren. Vermits we al honderdentwaalf dagen van huis waren niet zo’n eenvoudige opgave, maar we slaagden wonderwel in onze opzet. Voor elke dag konden we de plaatsnaam of een omgevingsschets maken van waar we geslapen hadden en van waar tot waar we toen fietsten.
We zagen ons genoodzaakt in Denemarken het spel te onderbreken. Onze route liep namelijk enkele kilometers langs de te drukke en gevaarlijke E4 en dus moesten we ons ten volle concentreren op de weg. In eerste instantie vloekten we op onszelf dat we niet beter hadden gekeken om het parcours aan te passen, maar toen ook de nationale fietsroute deze weg bleek te volgen, verbaasden we ons vooral over het gebrek aan fietsfaciliteiten en verantwoordelijkheidsbesef bij de routemakers.
Het was langs deze weg dat onze campingzoektocht startte. Het eerste kampeerterrein lag aan de zee, maar het internet bleek er zo goed als niet te werken, er was amper gras om je tent op te stellen en na een korte inspectie liet ook het sanitair geen wow-gevoel op ons achter. We zijn niet zo kieskeurig, maar nu we een rustdag zouden nemen en we toch enkele opties hadden besloten we door te rijden naar de volgende.
De tweede camping lag een paar kilometer verderop, eveneens langs de E4. Gelukkig konden we via een kleine, onverharde weg parallel fietsen, hoewel we bijna moesten terugkeren aangezien de weg met een groot hek was afgesloten - gelukkig zelf te openen na enig prutswerk. De prijs lag er een stuk hoger, er was helemaal geen internetvoorziening en hun grootste troefkaart, het optreden van een troubadour op zaterdag, hadden ze de avond ervoor verspeeld.
Onze laatste optie lag nog eens vijftien kilometer verder en onze benen begonnen moe te worden. Een wandelaar lokte trouwens nog bijna een accident uit toen haar hond voor Katriens wielen liep en zij niet de reflex had de leiband tijdig in te korten.
Met succes rondden we ons plaatsnamenspel af en hoopten we vurig dat we in Nordmaling een topcamping zouden aantreffen. In ieder geval hadden we met zevenentachtig kilometer op de teller goed gefietst.
Een vriendelijke jonge kerel gaf mee dat er jammer genoeg ook hier geen wifi aanwezig was. Nu ja, dan liever geen internet dan een bedenkelijke verbinding waar je je de hele dag aan ergert. In tegenstelling tot de vorige twee campings waren hier de douches inclusief en los van de vijf of tien kronen die je anders betaalt, is het voornamelijk de (vaak zeer scherpe) tijdslimiet die het doucheplezier wegneemt.
In de zon op het picknickdeken genoten we van een zak tortillachips alvorens we de tent opzetten op een mooi grasveld. We waren blij met onze keuze en het feit dat onze benen langer dan een avond konden rusten. Na een verkwikkende douche aten we de wraps aan de tent in de zon en het was al snel duidelijk dat we het die avond niet al te lang zouden trekken. Voor het slapengaan verslond Katrien nog een stuk van een Nederlandstalig boek dat ze in de gemeenschappelijke ruimte had gevonden en bekeek ik lukraak wat bestemmingen in onze Lonely Planet e-books voor de komende dagen, weken, maanden.