Omdat het eigenlijk een rustdag had moeten worden, deden we ’s morgens op ons gemak - zo kon ik ten minste nog een deeltje van de verloren nachtrust door ons ongewenst bezoek inhalen. Pas tegen 11u stonden we vertrekkensklaar na een zeer pover ontbijt, want ook dat hadden we niet kunnen inslaan. We moesten ons tevreden stellen met een paar koekjes en anderhalve nectarine elk.
Vanaf de eerste meter was het klimmen. De camping lag namelijk in een put en eens uit dat dalletje steeg de weg met een vrij hoog stijgingspercentage door het bos. Het contrast met het gebrek aan power in onze benen op het einde van de dag ervoor kon niet groter zijn. Het klimmen ging vlot en heel snel zaten we middenin het North York Moors National Park.
De temperaturen waren aangenaam; niet overdreven warm maar in combinatie met de geleverde inspanningen zeker voldoende om beiden in korte broek en mouwen te fietsen. Om de bergen te passeren waren er drie opties. a) de gemakkelijke en geasfalteerde low road errond, b) de halfverharde semi-low road en c) de extreme high road over de bergen. Optie c had gewonnen en over onverharde paden - en dan bedoelen we niet aangelegd onverhard, maar natuurlijk onverhard met grote keien en uitstekende rotsen - klommen we tot op vierhonderd meter. Op vijftig meter van de top was fietsen niet meer mogelijk en verplichtten losse stenen ons allebei de fiets een tiental meter vooruit te duwen.
Terug fietsend - want de top bereik je fietsend - kregen we voor het harde werk een navenante beloning. Het zicht was prachtig en uitgestrekt. De heide was jammer genoeg al uitgebloeid en gaf links van ons een dorre indruk, maar rechts zag je een mooie vlakte.
We zetten de tocht verder en bleven even op gelijke hoogte. Nadien, terug op asfalt, verwittigden meerdere verkeersborden voor een helling van 25% over een halve mijl. Wij moesten die gelukkig naar beneden, want die afstand zo stijl is verschrikkelijk lang - zelfs dalend moesten we stevig in de remmen in de haarspeldbochten, waardoor we niet veel snelheid maakten en het even duurde vooraleer we terug normaal konden fietsen. Ik prijsde onszelf verschillende keren gelukkig dat we niet uit de andere richting kwamen.
In Easingwold zochten we naar slaapmogelijkheden. Onze B&B hadden we nog tegoed, maar opnieuw werden we teleurgesteld. Het hotel was vrij duur en de guesthouses aanbevolen door de toeristische dienst bleken niet langer te bestaan. Uiteindelijk besloten we toch in het George Hotel te overnachten en genoten we met volle teugen van een warm bad, een ruime kamer, een dubbelbed met verse lakens en een degelijke internetverbinding.