Voor de tweede maal in de Balkan kregen we echter te horen dat er geen enkele trein reed van en naar de hoofdstad. Ditmaal niet door renovatie aan het station - zoals in Tirana - dan wel door vernieuwingen aan de lijn Mostar-Sarajevo… Bummer!
Er zat niets anders op dan de 83 kilometer gewoon weg te fietsen en reeds om 8.15u waren we op pad. Aan onze rechterzijde zagen we eerst het Ottomaanse, vervolgens het Habsburgse en tot slot het Communistische Sarajevo voorbijglijden. Een tiental kilometer later draaiden we aan de rand van de stad de M-17 op, de rode draad van de dag.
Vooral het eerste stuk was het druk fietsen en de uitlaatgassen vlogen ons om de oren. Tot overmaat van ramp kregen we wind tegen en moest er tot kilometer vijfenveertig deftig geklommen worden.
Net na de top doken we de eerste - en niet de laatste - tunnel van de dag in. Op een fiets, in een matig verlichte tunnel met de brullende motoren van een vrachtwagen achter je… geen pretje.
In de afdaling maakten we kennis met het Duitse koppel Anna en Lukas. Net zoals de Zwitserse Sämmy & Sabine en de Spaanse Alberto zouden zij naar het Oosten trekken. Iran stond hoog op hun verlanglijstje, maar een specifiek einddoel hadden ze niet.
Ondanks het weinig interessante parcours trapten we dat het een lieve lust was. Niet minder dan zestig kilometer konden we noteren toen we om half een onze fiets tegen de oude, stenen brug van Konjic parkeerden.
De resterende tweeëntwintig kilometer denderden we langs het langgerekte meer van Jablanica. In licht dalende lijn, met zicht op het felblauwe water was het eigenlijk best leuk fietsen. Hier viel het verkeer beter mee, maar we waren toch blij toen we tegen twee uur ter plaatste waren.
Ter plaatste was in dit geval een povere kamer in het centrum van Jablanica. We hadden geen grote luxe nodig, want veel van ons pension zouden we niet zien. We laadden vliegensvlug onze tassen af, doken in een andere outfit en een twintigtal minuten later stonden we met onze duim omhoog een lift te regelen naar Mostar, veertig kilometer verderop.
Na amper vijf minuten werden we opgepikt door Robert, een militair die in Sarajevo werkte en in Mostar woonde. Door een adembenemende canyon reden we richting het zuiden, naar de stad met de indrukwekkendste (oude) brug van het land.
Over smalle kasseistraatjes struinden we door de Stari Grad (oude stad) op zoek naar de Stari Most (oude brug) over de Neretva. Na tien minuten kleurrijke toeristenwinkeltjes dook de brug plots op. Wat een pareltje! Negentien meter boven het kristalheldere rivierwater, met aan weerszijden imposante torens. Een absolute must-see, zeker in combinatie met het gezellige centrum rondom rond.
Ook in het terugkeren liftten we relatief vlot. We moesten iets langer wachten, maar konden uiteindelijk mee met een chique Mercedes waarvan de eigenaar nog in Antwerpen had gewoond. In het weekend werkte hij in het nationale park waar we de volgende dag zouden doorrijden en hij maakte ons meteen warm voor het prachtige landschap dat we te zien zouden krijgen.
We sloten deze overvolle dag af in een typisch Bosnisch restaurant waar ze lam van het spit serveerden. Niet slecht, maar voor ons geen aanrader en naar onze ervaring zijn er in de balkenkeuken betere specialiteiten te vinden.