We hadden wel degelijk bezoek. Een oude boer begon mij achterdochtig uit te vragen in het Tsjechisch. Gelukkig kon hij overschakelen naar het Duits en zo kon ik hem uitleggen waarom het groene tentje en de twee fietsen naast zijn veld stonden. Eens bijgepraat was het voor de man allemaal geen probleem en trachtte ik nog een beetje te rusten.
Slechts vijfenvijftig kilometer scheidde ons nog van Brno, de grootste stad van Moravië. De tweede stad van het land staat niet meteen gekend als een pareltje, maar aangezien Andrea - een Italiaanse Erasmusvriend van Katrien - hier al acht jaar woont en werkt, was het voor ons een uitstekende stopplaats.
Het fietstraject was weinig spectaculair. Het mooiste stukje fietsen langs de Dyje (de Oostenrijkse Thaya) werd jammer genoeg verpest door de erbarmelijke staat van het fietspad. De sierlijke zwanen en overige watervogels deden hun best om ons het met stenen bezaaide pad te doen vergeten, maar eerlijk gezegd waren we blij dat we wat later weer de velden indoken op een goed geasfalteerde weg.
Aangezien het landschap het liet afweten, moesten we zelf maar de sfeer verzorgen. Een tweestemmige medley van alle gekende (en minder gekende) Clouseaunummers bracht ons in no-time tot aan de voorsteden van Brno.
We hadden jammer genoeg vernomen dat Andrea al enkele dagen niet helemaal in orde was en ziek thuis zat. Toch stond hij erop dat we bij hem zouden logeren en het was een heel leuk weerzien met een oude vriend.
Het appartement verlaten was voor Andrea geen optie en dus trokken wij naar de winkel voor inkopen. Eens terug samen, babbelden we alsof we mekaar dagelijks tegen het lijf liepen en na een lekkere pasta met spek, broccoli en gorgonzola was het al snel na twaalf uur en dus tijd voor onze patiënt en voor twee vermoeide fietsers om in bed te kruipen.