BLIJVEN TRAPPEN
  • Home
  • Blog
  • Foto s
    • België
    • Luxemburg
    • Frankrijk
    • Duitsland
    • Tsjechië
    • Oostenrijk
    • Slovenië
    • Zomerstop (Erasmus-reünie)
    • Italië
    • Kroatië II
    • Bosnië & Herzegovina
    • Kroatië I
    • Montenegro
    • Kosovo
    • Albanië II
    • Griekenland
    • Albanië I
    • Macedonië
    • Bulgarije
    • Roemenië
    • Servië
    • Hongarije, deel 2 (feb - maa)
    • winterstop
    • Hongarije, deel 1 (okt - nov)
    • Slowakije
    • Polen
    • Litouwen
    • Letland
    • Estland
    • Finland
    • Zweden
    • Noorwegen
    • Denemarken
    • Duitsland
    • Nederland
    • Oostkust Engeland
    • Schotland
    • Noord-Ierland
    • Ierland
    • Zuid-Engeland & Wales
    • Avelgem - Deal
    • Voorbereiding
  • Statistieken
  • Route
    • Geplande route
  • Materiaal

22 juli: alesund - midsund

22/7/2015

0 Comments

 
Op de laatste ferry-oversteek de vorige dag hadden we een weersvoorspelling met een witte wolk en een zonnetje gezien voor Alesund. Toen we vol goede hoop het tentzeil openritsten kwamen we jammer genoeg bedrogen uit. Een dik, grijs wolkenpak en een strakke wind waren de realiteit. In tegendeel tot de vorige morgen regende het gelukkig niet en we waren al meer dan tevreden met deze evolutie.

Onze eerste stop voor de dag was het Aksla uitkijkpunt dat een prachtig zicht opleverde over het centrum van de stad en de vele eilanden voor de kust. We moesten wel wat moeite doen om van het uitzicht te kunnen genieten. Een steile klim leidde ons via een kronkelende weg naar boven. Onderweg naar de top stopten we even om op adem te komen en sloegen we een praatje met Dave, een Ier die getrouwd is met een Noorse en al jaren in Noorwegen woont en werkt, en Tony, een Noor die nog in Engeland had gewoond. Beiden waren ze vol van de prachtige kuststreek en ze haalden meteen hun gsm’s boven om ons via Google Maps de meest aangewezen route te tonen.

Eens boven genoten we van het prachtige plekje. Bijna driehonderdzestig graden hadden we zicht over eilandjes groot en klein, besneeuwde bergtoppen in de verte en het charmante centrum van de stad met haar kleurrijke huisjes onder onze voeten. Zoals vaak worden de mooiste plaatsjes jammer genoeg overspoeld door toeristen en dat was hier niet anders. De moedige helft onder hen bedwong de vierhonderdzestien trappen die recht omhoog tegen de rots oplopen, de andere helft opteerde voor het toeristentreintje, de hop-on-hop-off bussen of de eigen wagen. Er zijn maar een paar zotten die het met de fiets doen.

De dag was goed begonnen en in volle vaart daalden we af tot aan de toeristische dienst. Met een stadsplan en de fiets aan de hand kuierden we door de straten en met zicht op de oude haven en gekleurde gevels lunchten we zowaar in de zon. 
Maak jullie maar geen illusies: het was geen zonovergoten dag en met de dreigende, aanstormende donkere wolken kon ons geluk niet blijven duren. Net toen we onze tassen terug hadden gesloten openden de hemelsluizen zich. We haastten ons naar een bushokje een honderdtal meter verderop, want dit buitje zou wel snel overtrekken. Een dik uur later zaten we  er nog steeds en in de gietende regen besloten we dan toch maar om naar de kade te trekken waar we een expresboot konden nemen naar Hamnsund. 

In de wachtruimte vroegen we aan een andere passagier of ze de Noorse info naar het Engels kon vertalen. Toen ze ons wat later Nederlands hoorde praten, schakelde ook zij over. Tien jaar geleden had ze samen met haar man en twee kinderen het vlakke Nederland ingeruild voor het iets minder vlakke Noorwegen. Ondertussen zijn ze perfect geïntegreerd, spreken ze foutloos Noors en wonen ze op een van de eilanden voor de kust van Alesund. Bewonderenswaardig en inspirerend! 

De razendsnelle catamaran bracht ons in geen tijd naar Hamnsund en vanop de boot hadden we een mooi zicht op de kustlijn, maar bovenal op de vele kleine eilandjes die vaak niet groter waren dan enkele tientallen vierkante meter rots waar het water wild omheen sloeg. 

Fietsen langs de kust was helemaal anders dan fietsen in de fjordenstreek. De negentien kilometer van Hamnsund naar Brattvag waren eerder vlak en we genoten van de mooie omgeving. Meermaals bedachten we ons hoe mooi en rustig de mensen hier wonen. Onderweg kregen we nog een goed zicht op Lepsoya, het eiland waar de Nederlandse woonde. Zoals zij ons al had verteld wonen de mensen doorgaans aan de rand en bestaat de rest van het eiland uit natuur, bos en berg.

In deze prachtige streek moesten we toch wel eens aan island hopping doen. Een volgende ferry bracht ons naar de door een brug verbonden eilanden Midoya en Otroya. Van hieruit lagen tientallen eilandjes links van ons en het vasteland rechts.

Met een beperkt aantal fietskilometers was onze batterij toch leeg; ferry’s nemen was vermoeiender dan we hadden gedacht. In Midsund vonden we een camping en al snel stond ons potje te koken: pasta met groene pesto, ham en tomaat. 
0 Comments

21 juli: hellesylt - alesund

21/7/2015

0 Comments

 
De ochtend na onze rust- en wandeldag besloten we op tijd op te staan. Er werd regen voorspeld in de loop van de voormiddag en liefst van al staken we de tent zo droog mogelijk in de tassen. Rond 8.20u was alles opgeborgen en nog geen paar minuten later begon het lichtjes te druppelen, veel langer hadden we dus niet moeten wachten!

Gezien de voorspellingen en de motregen trokken we toch maar onze regenkledij aan en verlieten we al klimmend en zwetend Hellesylt. Onze waterdichte (nou ja) outfit bleek geen overbodige luxe; na een twintigtal minuten zwol de regen zodanig aan dat we voor we het wisten in de gietende regen rondfietsten. 

We kregen stilletjes aan genoeg van de mindere - zeg maar slechte - weersomstandigheden. Na de Britten, Ieren, Schotten en de Noord-Duitsers gaven nu ook de Noren mee dat dit een van de slechtste (juli)maanden in jaren was. “Jullie waren beter vorige zomer naar Scandinavië afgezakt, bijna veertig dagen zon en zo goed als geen regen.” Dit bood ons weinig troost en hopend op wat beterschap verlieten we de iets drukkere weg voor de kleinere ‘665’.

We moeten overigens meegeven dat het merendeel van de Noorse chauffeurs zeer hoffelijk omgaat met fietsers op de weg. Veel toeristen daarentegen die zich eveneens een weg banen door Noorwegen zijn een stuk gehaaster. Bij uitstek de Belgen hebben er een handje van weg om rakelings langs onze fietsen te scheuren. 

We dachten niet dat het mogelijk was, maar het begon nog harder te regenen. Verkleumd en ineengedoken begonnen we aan een langgerekte afdaling. Ondanks de aanhoudende regenval bedachten we ons dat we in een wondermooi stukje Noorwegen rond reden. Een aaneensluiting van bergmeren, rotswanden die kaarsrecht naar boven schoten, sneeuw die midden juli tot op tweehonderd meter hoogte was blijven liggen,… potentieel te over.

We reden door Norangsdalen en pas later die avond lazen we in onze e-books van Lonely Planet dat het dal wordt omschreven als een van de meest inspirerende delen van de westelijke fjorden. Doodzonde dat we hier niet meer van hebben kunnen genieten. Met plezier zouden we jullie een fotoreeks voorschotelen van dit prachtige dal, maar het eerste plaatje van de dag schoten we pas toen we aan het begin van de Hjorundfjorden ontgoocheld halt hielden in een publiek toilet om een klein beetje op te warmen.
Wachten tot het zou stoppen met regenen had geen zin en we reden verder langs het fjord naar de eerste van drie ferry’s voor die dag. In een troosteloos, maar bij zon waarschijnlijk adembenemend, landschap kwamen we aan in Lekneset waar we om 11.30u meteen de ferry konden oprijden. Al snel bleek dat de medewerker ons uit medelijden reeds op de boot had laten stappen. Eerst moesten we namelijk nog op en af naar een andere plaats, maar warm, droog en zonder haast grepen we het aanbod met beide handen. 

Omdat we pas tegen 12.45u in Saebo zouden aanmeren, haalden we op de boot onze lunch boven zodat die alvast niet in het water kon vallen. Na het bestuderen van de tijdschema’s van de aansluitingen naar Standal ontdekten we dat we pas om 15.10u een volgende boot hadden. Dat betekende dat we twee en een half uur in Saebo vast zaten en we moeten er geen tekeningetje bij maken: het was nu niet meteen weer om op de kade te zonnebaden. 
In een bakkerij met zicht op de opstapplaats trakteerden we onszelf tijdens het wachten op een heerlijke Noorse Strüdel. We werkten onze routes bij voor onze passage langs de Noorse kust en zagen tot onze grote opluchting dat tegen 15u het eindelijk stopte met regenen. 

Net voor het opstappen raakten we aan de praat met een Noors koppel. Zij kwamen van de kust en waren vol lof over het prachtige landschap. Ietwat jaloers vernamen we dat zij zelfs nog geen regen hadden gehad die dag. We babbelden enthousiast verder toen na een paar minuten varen bleek dat zij de verkeerde ferry hadden genomen. ‘A great mistake’, want nu de regen achterwege bleef en de zon zich zelfs sporadisch liet zien, waren we allen danig onder de indruk van de Hjorungfjorden en de omliggende bergtoppen. Persoonlijk vonden wij het hier mooier dan in het sterk gehypte Geirangerfjord (en de prijs voor de ferry lag een stuk lager). 

Het was uiteindelijk 16u toen we in Standal onze tocht konden verderzetten en we waren blij dat we door onze lange rustpauze droog en zelfs zonnig konden genieten van de mooie weg die langs het fjord liep. Het parcours was intussen veranderd: in plaats van langgerekt klimwerk over een pas zouden we de komende week meer korte, maar daarom niet minder pittige, klimmetjes op ons bord krijgen. 

Na onze derde ferry (Festoya - Solavagen) kwamen we in de buurt van een grotere stad. Alesund lag een kleine twintig kilometer verderop en voor het eerst fietsten we na twee en een halve week Noorwegen in verstedelijkt gebied.Katrien deed in een Eurospar enkele broodnodige inkopen en iets later zetten we koers naar de camping een paar kilometer verder op ons traject. 

Het was ondertussen al bijna 19u en bij aankomst bleek dat de camping na zestig jaar de boeken had gesloten. Het was te denken… We hadden beiden geen fut en zin meer om nog verder te fietsen en aan een hut waar wat mensen samen zaten, informeerde Katrien of het een probleem zou zijn als we onze tent hier zouden opslaan voor de nacht. Niemand had bezwaren en wij waren ongelofelijk blij dat we ons konden installeren. 

Gelukkig vroeg ons avondmaal niet te veel werk. Er stonden hot dogs op het menu en na een lange en vermoeiende dag smaakten deze bijzonder goed. Op uitnodiging van de bewoners van de hut, passeerden we na het eten nog even voor een babbel. Het internationale gezelschap werkt in de zomermaanden als gidsen voor de vele toeristen die met cruiseschepen komen afgezakt naar de Noorse kust en fjorden. We babbelden honderduit en van Thomas, een Duitser, en Harmen, een Nederlander, kregen we daarbovenop nog enkele nuttige tips mee over de omgeving. Benieuwd naar Alesund en de vele eilanden die we zouden ontdekken de daaropvolgende dagen kropen we moe, maar voldaan tegen 22.30u onze slaapzak in. 
0 Comments

20 juli: rustdag in hellesylt en geiranger

20/7/2015

2 Comments

 
De eerste ferry vertrok om 8u dus hadden we het plan opgevat tijdig op te staan en het weer te bekijken. Volgens de voorspellingen zou het bewolkt zijn, maar droog met in de voormiddag kans op een waterzonnetje. Wouter stak zijn hoofd buiten tegen 6u50 en riep verrast uit dat het mooie fjord verdwenen was. De Costa Favolosa, een cruiseschip van dezelfde rederij als de Costa Fortuna in Olden, had het anker gelicht voor Hellesylt en nam daarmee het volledige uitzicht weg. Er hingen veel lage wolken en daarom bleven we nog even liggen in de tent met het oog op de boot van half tien.

Geiranger is Noorwegens meest bekende fjord. In de vorm van een ‘S’ is het fjord zestien kilometer lang en tweehonderdvijftig meter diep. Het staat bekend om haar vele watervallen, met als hoogtepunten Dei sju Systre (de Zeven Zusters) en Friaren (de Suitor). De naam van de eerste behoeft geen uitleg, maar Friaren is een waterval die door een rots in het midden de vorm krijgt van een fles. De legende gaat dat de Suitor de gezusters meermaals ten huwelijk vroeg, maar telkens werd afgewezen. Hij zocht dan maar heil in de drank.

Het fjord was mooi, maar kou en regen (hoe kon dat nou?) bedierven ietwat de pret. Een uur na vertrek in Hellesylt en na een bezoek aan de toeristische dienst van Geiranger, startten we een wandeling naar uitkijkpunt Losta - rusten op een rustdag is niets voor ons.

Het pad was erg modderig en drassig. Onze schoenen zakten meermaals weg in plassen, beekjes en ondergelopen weides. Hoewel wandelen een aangename afwisseling op het fietsen was, maakten we ons de bedenking dat we toch niet zouden willen ruilen. Op vijfhonderdvijfendertig meter bereikten we het eindpunt met een mooi zicht op het fjord van bovenaf. Lunchen moest jammer genoeg zonder beschutting in de regen en nadien zetten we de terugweg over hetzelfde pad in. Naar beneden wandelen over de glibberige stenen bleek een stuk uitdagender dan naar boven. Plots smakte Wouter tegen de grond. Behalve wat schrammen op zijn been en een korte pijnscheut in zijn hand niets ernstigs en toch een nieuwe statistiek. Valpartijen Wouter-Katrien: 1-2. 

Via de Waterfall Walk daalden we het centrum van Geiranger weer in. We hebben er al honderden gezien, maar deze waterval was toch een van de meest indrukwekkende. Breed, wild, hoog en je kon er letterlijk naast wandelen. 

De boot van 15u30 voer de kade tegemoet en onder een nog steeds bewolkte hemel zetten we koers terug naar onze tent in Hellesylt. Af en toe werden we getrakteerd op een zonnestraal, maar wederom werden we van regen niet gespaard - we moesten maar eens afleren de weersvoorspellingen te bekijken. 

In een veel te dure supermarkt slaagden we er toch in voor een betaalbare prijs avondeten en lunch te kopen. Het werden nieuwe patatjes met gehakt, ajuin en courgette. We vinden het hierbij vermeldenswaardig dat Belgisch gehakt voorlopig onovertroffen is. Overal waar we gehakt aten vinden we het minder lekker en vooral droger.

Met onze stop in Hellesylt-Geiranger lieten we het binnenland achter ons en zouden we ’s anderendaags de laatste zestig kilometer naar de Noorse westkust inzetten. 
2 Comments

19 juli: stryn - hellesylt

19/7/2015

0 Comments

 
Onze nachtrust werd wederom danig verstoord door zware regenval. Aangezien het weerbericht hiervoor had gewaarschuwd en de regenvlagen ook op zondagvoormiddag zouden aanhouden, besloten we wat langer in de slaapzak te blijven liggen. 

De realiteit strookte ditmaal perfect met de voorspellingen en pas tegen 9u30 begonnen we aan de dag. We hielden een dubbel gevoel over aan het uitslapen. Veel liever dan wat langer in ons ‘bed’ te blijven liggen, zouden we de tijd gebruiken om wandelingen te maken, de gletsjer te ontdekken, te kajakken,… Het slechte weer noopte ons echter tot schuilen voor regenvlagen en hopen dat het snel zou beteren. 

Ontbijt en lunch voor die dag wisselden we om. Op die manier konden we uitgebreid genieten van onze pistoletjes en de muesli bleef in de tassen voor later op de dag. In de gemeenschappelijke ruimte van de camping besloten we in ieder geval niet door de stortregen te vertrekken en we namen de tijd om wat admin af te werken, het weerbericht te checken en een praatje te slaan met een Finse die eveneens op fietstrip was in Noorwegen. 

Tegen 11u trokken we terug naar de tent en pakten we ons boeltje. We konden er immers niet de hele dag blijven zitten, met het risico om nog een tweede nacht te moeten betalen. We keken de kat net lang genoeg uit de boom en wonder boven wonder stopte het met regenen toen we rond 11u45 de fietsen optuigden. De tent stak weliswaar kleddernat weg, wij konden ten minste droog vertrekken. 

Na een stop om onze regenkledij toch maar uit te trekken - het was warm naar Noorse normen - verlieten we na een zevental kilometer de hoofdweg en sloegen we af richting Flo. Langs het Strynevatnet en door een prachtig decor gaven we Noorwegen weer een kans. Dit land was, ondanks het slechte weer echt wel een pareltje!

We stonden op het punt Flo achter ons te laten toen tot onze grote verbazing de weg doodliep. De enige opties waren enkele opritten van boerderijen en een bijzonder steil ogend pad, vol losse stenen, de ene al groter dan de andere,  waar bovendien een bordje met ‘private weg’ stond. Na een blik op de gps bleek Nationale Fietsroute Drie wel degelijk langs hier te lopen en het tractorpad was de enige optie om van daar tot in Hellesylt te geraken. 
Vier Vlamingen wilden net aan de klim te beginnen en gaven mee dat zij het in ieder geval als wandelpad in hun reisinfo hadden teruggevonden. We besloten dan maar eerst wat krachten op te doen in de vorm van een gamel muesli. Onze loodzware fietsen een paar kilometer steil omhoog duwen is immers nog veel zwaarder dan de berg naar boven fietsen. 

We waren net alles weer aan het wegsteken toen de vrouw die aan het begin van het pad woonde ons aansprak. Ze had duidelijk medelijden en gaf ons mee dat het weggetje onder geen beding naar boven te fietsen was. Het was blijkbaar niet de eerste keer dat er gedesillusioneerde fietsers aan het begin stonden te foeteren. “Wie weet hebben jullie geluk en passeert er een tractor die jullie kan opladen,” zei ze nog lachend toen we al onze moed bijeen raapten en aan de schieronmogelijke opdracht begonnen. 

Met dichtgeknepen remmen bij elke rustpauze - en dat waren er veel - moesten we alle kracht in ons lichaam gebruiken om tergend traag en meter per meter de fiets naar boven te sleuren. Het was afzien en na een half uur hadden we amper vijfhonderd meter afgelegd. 

Liv, de vrouw die ons eerder had aangesproken, was met haar man aan het werk op het veld en floot ons achterna. Met twee op- en neergaande vuisten maakte ze duidelijk dat ze met de truck achterna zou komen. We twijfelden nog even of ze aan het communiceren was met haar echtgenoot, maar toen we haar enkele minuten later met een kleine truck met laadruimte de berg zagen oprijden, kon ons geluk niet op. Dit was werkelijk een geschenk uit de hemel en met een lach tot achter onze oren laadden we de fietsen op. 
In eerste versnelling en met een zware motor reed de vriendelijkste boerin van Noorwegen ons de berg op. Wat een geweldige vrouw! Tijdens de kleine twee kilometer die nog onverschrokken steil naar boven liepen, bedachten we ons dat deze klim ons fysiek, maar ook mentaal zeker had gebroken. We kunnen ondertussen wel wat hebben, maar dit zou teveel geweest zijn. 
Katrien zat mee voorin en over de motor heen vertelde Liv dat haar koeien op zomervakantie waren op de berg. We moesten eerst lachen, maar Noorse koeien krijgen verplicht acht weken vakantie tijdens dewelke ze in de buitenlucht vrij hun ding mogen doen. Vaak worden ze dan ook twee maanden niet gemolken en ‘uitgedroogd’, wat ook op haar boerderij het geval was. 
Toen we zo goed als boven waren, kwamen we de Belgen weer tegen. Zij hadden er intussen anderhalf uur wandelen opzitten en hadden zich onderweg bedacht hoe wij hier in godsnaam naar boven zouden geraken.

Met een overweldigend uitzicht en op 575 meter hoogte namen we na een dikke knuffel afscheid van Liv en babbelden nog wat na met de familie uit Lier. Deze rit naar boven komt ongetwijfeld in de highlights van onze reis. Wat een ervaring, maar bovenal… wat een geluk! Langs een prachtig bergmeer en tussen watervallen en grillige rotsen voelden we ons de koning te rijk. Er had heel veel verkeerd moeten lopen om deze dag stuk te krijgen. 

We waren dan wel afgezet op het hoogste punt, de afdaling was evenmin een sinecure. In tegenstelling tot de klim, werd de tractorweg na een paar honderd meter herleid tot een smal wandelpad. Onbegrijpelijk hoe men hier een fietsroute kon laten langslopen en bovendien gevaarlijk. Meer dan eens stapten we af om niet het risico te lopen met fiets en al naar beneden te donderen. 
Nog een paar kilometer fietsten we behoedzaam naar beneden tot we uiteindelijk terug op asfalt belandden. Blij als een kind bolden we naar beneden en het kon ons zelfs niet deren dat we moesten stoppen om de regenkledij terug aan te trekken. 

Rond 18u reden we Hellesylt binnen. Van hieruit zouden we de ferry nemen naar Geiranger - heen en terug - zodat we ook het tweede en laatste Unesco-fjord konden bezichtigen. Gezien het mindere weer namen we een camping in Hellesylt in plaats van te Geiranger, wat we oorspronkelijk van plan waren. Zo konden we de volgende dag zonder fietsen tot in Geiranger varen en daar een wandeling maken. 

We sloegen ons kamp op met zicht op het fjord en terwijl de tent opdroogde, bereidden we een smakelijke pasta met spek, ajuin en tomatensaus. Er was zelfs nog wat gemalen kaas over om het gerecht helemaal af te maken. 

Terwijl ik de tent in orde bracht nam Katrien een douche. Ik zou mij echter moeten haasten om de matjes te hebben opgeblazen tegen dat zij zich had gewassen. Zoals bijna overal in Noorwegen waren de douches namelijk ook hier betalend en voor 10 NOK (iets meer dan €1) kon je welgeteld vier minuten onder warm water staan. Op deze manier bleef er wel genoeg tijd over om onze blog wat bij te werken en reikhalzend uit te kijken naar ons bezoek aan Geiranger en haar Unesco listed fjord de volgende dag. 
0 Comments

18 juli: utvik - stryn

18/7/2015

0 Comments

 
De hele nacht en ochtend viel regen met bakken uit de lucht. Jullie kunnen vast raden dat het ons weinig uitmaakte. Met Roar hadden we afgesproken rond 8u30 te ontbijten en mooi op tijd riep hij ons toe dat we naar binnen konden komen. 
Zijn vrouw Othilde was nog enkele eieren aan het koken, maar de ontbijttafel stond al rijkelijk gevuld op ons te wachten: fruit, verschillende soorten kaas en vlees, notenbrood, crackers, thee, fruitsap, muesli, verse confituur,… 
Naast al het lekkers, is het vooral de leuke babbel waar we met veel plezier naar terugkijken. Roar was heel geïnteresseerd in onze reis en stelde honderduit vragen. Wij maakten dan ook maar gretig van de gelegenheid gebruik om een en ander over Noorwegen te weten te komen. Het was ons bijvoorbeeld al opgevallen dat er veel aardbeien worden gekweekt. Dat kan blijkbaar omdat het hier zo lang licht is. Daarnaast hebben vele dorpjes ‘eide’ in hun naam, wat zoveel betekent als de overgang van zoet naar zout water.
Buiten het frambozenseizoen werkt Roar op een boorplatform. Met de helikopter gaat hij vanuit Bergen naar het platform, werkt er twee weken en kan dan genieten van vier weken vakantie. In die tijd trekt hij vaak naar de gletsjer om er te skiën en langlaufen. 

Tijdens de afdaling de vorige dag, had Wouter gemerkt dat er iets met zijn wiel niet pluis was. Na het ontbijt, rond een uur of elf, zochten we de oorzaak van het probleem en Roar bood spontaan zijn hulp aan. Gelukkig maar. 
Ik had al geopperd dat er waarschijnlijk een spaak los zat. Dat bleek na inspectie gedeeltelijk juist. Het kopje van een van de spaken in het achterwiel was afgebroken en veroorzaakte bij elke rotatie een knik in het wiel. 
Onder het afdak van een van de stallen, tilden we de fiets op zijn kop en begonnen we aan de reparatie. Omdat het het achterwiel betrof, moest de cassette eraf. Daarvoor had onze fietsenmaker ons “Next Best Thing” aangeraden. Dit kleine werktuig zorgt er in combinatie met een pedaal voor dat je de cassette kan demonteren zonder kettingzweep. De gebruiksaanwijzing zat dan misschien nog wel in de verpakking, het was toch niet slecht dat Roar ons bijstond met raad en vooral met daad. De spaak werd vervangen, de cassette terug gemonteerd en na controle vonden we alle drie dat er goed werk was geleverd. 

Het was intussen al na 13u, maar het was wel gestopt met regenen. Na een hartelijk afscheid en met een geweldige herinnering erbij, daalden we de laatste kilometer tot Utvik, waar we aan de Innvikfjorden muesli als middagmaal aten. 

Allebei hadden we last van zware benen. Meestal worden de spieren los getrapt na een paar kilometer, maar na een paar schuine blikken wisten we dat het - ondanks het eerder vlakke parcours - die dag lastig fietsen zou worden.
Na twintig kilometer zagen we onze eindbestemming, Stryn, reeds liggen aan de overkant van het fjord. Zo dichtbij, en tegelijk nog zo veraf. We moesten nog meer dan twintig kilometer het water rond fietsen vooraleer we zouden aankomen - en met pudding in onze benen was dat nog een heel eind. 

Gelukkig werd er onderweg wat animo voorzien door een grote Concorde. De mobilhome was ons eerder al voorbijgestoken en Wouter maakte de opmerking dat je er zonder problemen drieëndertig schoolkinderen mee naar het zwembad zou kunnen voeren. Die inschatting had wel eens kunnen kloppen. 
Toen het gevaarte moest kruisen met een caravan, bleek de straat te smal. Gevolg: chaos alom op route 60. Wij zagen er het plezier wel van in, maar het gezicht van een Noor die ons om uitleg had gevraagd aan de andere kant van het oponthoud sprak boekdelen. “Die domme toeristen met hun veel te grote mobilhomes… moeten die per se zo’n kleine baantjes nemen?”
We lieten de file achter ons en genoten van een rustig stukje fietsen. We waren bijna in Olden toen de eerste auto’s ons opnieuw voorbijstaken, maar daar lag al een nieuw stukje pret op ons te wachten. Een gigantisch cruiseschip dat onder Italiaanse vlag van Amsterdam naar Noorwegen voer, lag voor anker in het fjord. Honderden mensen verdrongen zich voor de souvenirshops en creëerden op die manier hun “once in a lifetime experience” in Noorwegen. 

Voor Stryn moesten we nog Loen door en in de laatste kilometers begon het opnieuw te regenen. Veel kwaad kon het niet, want we hadden voor de zekerheid onze regenkledij de hele namiddag aangehouden. 

Met slechts eenenveertig kilometer op de teller kwamen we aan op de camping, maar het waren wel deze zware kilometers die ervoor zorgden dat we die dag op exact 4999 km afklokten. Nog een paar keer trappen de volgende ochtend en we zouden in net geen drie maanden vijfduizend kilometer op ons palmares hebben. Niet slecht voor een eerste fietsvakantie… en we zijn nog niet onmiddellijk van plan terug huiswaarts te keren.
Vijfduizend kilometer, dat moest gevierd worden. Er was een oven op de camping en de twee pizza’s, waar ik nog speciaal voor terug naar de winkel was gefietst, smaakten overheerlijk in de warme eetruimte. 

Op yr.no lazen we de weersverwachtingen voor de komende dagen. Waarschuwingen voor extreme regenval met mogelijk aardverschuivingen en vallende rotsblokken tot gevolg werden aangeduid met een rode driehoek met uitroepteken. You gotta love Norwegian summers…
0 Comments

17 juli: vassenden - utvik

17/7/2015

0 Comments

 
We profiteerden optimaal van de faciliteiten die we ter onzer beschikking hadden. We sliepen wat langer dan normaal, namen beiden nog een lekker warme douche en gebruikten onze oven om een deel van de overblijvende pannenkoeken op te warmen als ontbijt. Uiterlijk om 11u moesten we uitchecken en om klokslag 11u gaven we met spijt in het hart onze sleutel af aan de receptie. 
Als afsluiter pompten we aan het aanpalende tankstation onze banden bij. Heel wat minder moeite dan met de fietspomp! 

Het was een mooie dag en we wisten dat we van elk moment moesten genieten. De tien daaropvolgende dagen voorspelden ze immers niets dan buien en wolken.  

De eerste vijfentwintig kilometer fietsten we langs de oevers van het mooie Jolstravatnet (Jolstrameer). De zon scheen uitbundig en we maakten amper hoogtemeters. Het was met andere woorden genieten en we hadden de pittoreske picknickplekjes voor het uitkiezen. Rond 13u installeerden we ons op een verlaten steiger die ons toeliet om in de volle zon de rest van de macaroni te verorberen. 
Met een prachtig zicht op het helderblauwe meer en de omliggende bergen was dit een topplekje en we waren alles behalve gehaast. Op ons picknickdeken sloten we zelfs even de ogen, maar toen de zon achter de wolken verdween merkten we dat het tijd was om verder te trappen. 

Het eerste deel van de fietsdag bolden we op een parallelweg van de drukkere autoweg aan de overkant van het meer. In Skei waren we echter genoodzaakt om ons weer tussen het verkeer op de E39 te voegen. De weg was dan wel drukker dan gewenst, het landschap was adembenemend en zelfs betoverend te noemen. We waanden ons in Jurassic Parc en in dit groene en bergachtige dal verwachtten we elk moment opgeschrikt te worden door een dinosaurus in de lucht of tussen de struiken.

In Bjyrkelo verlieten we de autoweg en net na de afslag stootten we op een Zwitserse familie op fietsvakantie in Noorwegen. De twee zonen (we schatten tien en veertien jaar) fietsten dapper mee en hadden zelfs eigen bagage op hun fiets. Ze waren reeds twee weken onderweg en hadden nog twee weken om tot in Bergen te geraken, waar ze terug naar huis zouden vliegen. We informeerden naar hun dagtraject en ze vertelden ons enthousiast over de leuke afdaling die ze net achter de rug hadden. Dat betekende voor ons een stevige klim, maar er werd ons wel een mooi uitzicht beloofd. 

Geen haarspeldbochten deze keer, maar de klim was er niet minder stevig om. Lange, steile stukken leidden ons in een achttal kilometer naar zeshonderd meter hoogte. De rustdag had ons duidelijk deugd gedaan want we fietsten al bij al vlot naar boven. We konden zelfs eens goed lachen toen een wielrenner ons in volle vaart voorbij zoefde, al hangend aan het raampje van een wagen. Niet alleen gevaarlijk, maar ook een stuk minder sportief. Met opgeheven hoofd genoten we van de prachtige vergezichten en in de laatste rechte lijn vingen we zelfs een glimp op van de Jostedalsbreen gletsjer, de grootste aaneengesloten gletsjer van Europa. 
Voor wat hoort wat en deze keer werden we niet beloond met regen en mist, maar met een mooi zicht op een nieuwe bergketen in de verte. Na een leuk stukje afdalen kregen we daarenboven als extraatje een magnifiek zicht op de Innvikfjorden. De besneeuwde bergtoppen en het glinsterende fjord werkten betoverend en plaatjes schieten ging gemakkelijk. Het leek ons leuk om op de berg te kamperen, maar door het vele smeltwater bleef onze zoektocht zonder resultaat; de grond was veel te drassig. 

We waren bijna tot in Utvik gedaald toen we besloten aan een boerderij ons geluk te beproeven. Er stonden in ieder geval enkele wagens geparkeerd en we hadden reeds een plekje op het oog waar het zou moeten lukken om een tentje te zetten. 
De vrouw des huizes gaf onmiddellijk aan dat het geen enkel probleem was om op hun terrein te overnachten en ze nam ons enthousiast mee naar het huis en de stallen. We waren op een frambozenplantage beland en ook haar man reageerde enthousiast op onze komst en zocht mee naar een geschikte kampeerplaats. Subliemer kon niet: tussen de frambozen en met zicht op het fjord en de bergen. Waaw, dit was niet te overtreffen. 

Toen de tent recht stond, wandelden we tussen de frambozenstruiken naar het einde van de plantage. Op ons picknickdeken stond het avondmaal zonder werk (en zonder afwas) ‘op tafel’. De pannenkoeken met choco en confituur smaakten eens zo goed met zo’n fenomenaal uitzicht. 

Toen we op het punt stonden in onze slaapzakken te kruipen, trok boer Roar onze aandacht met een vragende ‘Hallo?’. Of we zin hadden om morgen tijdens het ontbijt over onze reis te vertellen? Jazeker! Met dat vooruitzicht werd deze superdag met nog een extra positief accent afgesloten. 
0 Comments

16 juli: verjaardag katrien in vassenden

16/7/2015

0 Comments

 
Na drie stevige en uitgeregende fietsdagen, kwam deze speciale rustdag geen dag te vroeg. Net zoals op andere rustdagen, wilde ik graag uitslapen, maar jammer genoeg hebben cabins voor twee à vier personen zelden stromend water (enkel elektriciteit). Voor een toiletbezoek moet je je bijgevolg aankleden om naar het sanitair te gaan en voor je het weet ben je veel te wakker. Terug je bed inkruipen haalt dan toch niets meer uit.

Niet getreurd, zo duurde mijn verjaardag extra lang. Wouter was naar de winkel gegaan om stokbrood en verse koffiekoeken en niet veel later stond hij aan ons fornuisje spek met eiren te bereiden. De kartonnen verpakking van de muesli bouwde ik in de tussentijd voor de gelegenheid om tot kroon. Je wordt immers maar een keer achtentwintig. Het ontbijt, op een stoel aan een tafel, smaakte voortreffelijk en ik genoot met volle teugen. 

Bijna drie volledige maanden geleden vertrokken we in Avelgem per fiets op huwelijksreis XXL. Hoog tijd om ons trouwfilmpje nog eens van onder het stof te halen. Wat een fantastische herinneringen aan die dag, die op een bepaalde manier tevens het startschot was van dit avontuur. 

In onze keuken (de voortassen van Wouter) zitten twee gamellen, een snijplankje, een pot en een pan, drie messen, twee vorken en twee lepels. Aangezien alle middelen waren ingezet voor ons luxeontbijt, drong een afwas zich op. We trokken naar de sanitaire voorzieningen, maar ik mocht mijn steentje niet bijdragen. Wouter stond erop dat hij de afwas voor zijn rekening nam. 
De internetverbinding was merkelijk beter daar dan in onze cabin en foto’s op de website uploaden ging dan ook een stuk vlotter dan gehoopt. In no time stonden de laatste verslagen en het bijbehorend beeldmateriaal online en konden we verder met de orde van de dag. 

Jammer genoeg bleken de weersvoorspellingen niet met de werkelijkheid overeen te stemmen. Er was effectief zon te zien - tot zover klopten de vooruitzichten -, maar er viel zo mogelijk nog meer regen uit de lucht dan de voorbije dagen. Een buitenactiviteit zat er duidelijk niet in.  

Tegen 13u30 was onze honger groot genoeg om aan het tweede verjaardagsmaal te beginnen. Het beslag ging glas per glas in onze pan en de stapel pannenkoeken groeide zienderogen. In twee pannenkoekenslagen bakten we uiteindelijk tweeëndertig stuks. Meer dan genoeg om de dag erna als ontbijt, lunch en/of avondmaal ingezet te worden. 
Vers aten we ze ’s middags met choco, confituur en vanillesuiker. Mmmmm! Geserveerd met een glaasje gekoeld appelsap - alcohol paste niet in ons budget -, was het helemaal af. 

Onze cabin werd eigenlijk verhuurd als een vierpersoonsruimte, nochtans vonden wij het al zoeken naar plaats voor alle tassen en spullen. Het stapelbed kwam wel goed van pas en onze tent kon er hangend prima aan uitdrogen. Door en door nat duurde het tot de volgende ochtend vooraleer ze helemaal was opgedroogd.

Na afwas nummer twee waren de weergoden ons nog steeds niet gunstig gezind. Het bleef maar regenen waardoor ons plan om een wandelingetje te maken telkens opnieuw werd opgeborgen. We gaven de namiddag dan maar invulling met het bekijken van onze website. Aan de hand van de foto’s van onze passage in Engeland beleefden we alles in een uur helemaal opnieuw. 
Dankzij Facebook en WhatsApp vonden vele verjaardagswensen hun weg naar het Hoge Noorden. Het was leuk om alles te lezen en het deed deugd dat ondanks de steeds grotere afstand er toch zoveel mensen aan hadden gedacht. 

Tussen enkele vlagen door waagden we ons toch aan wat buitenlucht. Wouter maakte kennis met het kind in hem en vermaakte zich kostelijk op de trampoline. Helemaal uitgeput van het springen en omdat een nieuwe bui zich aandiende, trokken we naar onze hut, waar we het gezellig maakten en de avond inzetten met het bereiden van ons avondmenu. 

Macaroni met kaas en hesp maak ik meestal met tomaatjes. De eerste keer vond Wouter het een rare combinatie, maar tegenwoordig stelt hij zelf voor om tomaten toe te voegen aan het standaardrecept. Tot slot transformeerde onze drie-in-een kookplaten/oven/grill de gemalen kaas in een korstje, waardoor het al helemaal niet meer stuk kon.
We moesten alles even laten zakken vooraleer we aan het dessert konden denken, maar eens het op tafel stond, smulden we als geen ander. De chocoladefondue met banaan en stukjes pannenkoek was een voltreffer en sloot de avond in grandeur af. 

De derde afwas was een feit en moe, voldaan en boordevol ongezonde calorieën vielen we als een blok in slaap. We wisten toen al dat afscheid nemen van de cabin de volgende ochtend ons zwaar zou vallen.
0 Comments

15 juli: oppedal - vassenden

15/7/2015

2 Comments

 
’s Nachts regende het pijpenstelen en het weerbeeld was, toen we voor de eerste keer het tentzeil openritsten, nog niet verbeterd. Dikke mist beperkte de zichtbaarheid en regen in al haar vormen was ons deel.
Er zijn leukere manieren om wakker te worden, maar na een vloek of tien (twintig, dertig?) draaiden we de knop om. We trokken regenkledij aan en zowaar al zingend braken we de tent op en poetsten we onze tanden. We zagen er zelfs de ironie van in dat we op vijftien juli in onze winteroutfit (tot aan winterhandschoenen toe) begonnen aan de fietsdag. 

Katriens verjaardag kwam nu razendsnel dichterbij en we lieten het slechte weer niet toe een al te grote rol te spelen. We wilden een hut nemen op een camping en dit, indien enigszins betaalbaar, voor twee nachten zodat we optimaal konden genieten en profiteren. 

Hutten komen we in Noorwegen overal tegen. Elders zou het ‘glamping’ genoemd worden, maar hier zijn ‘hytter’ een goedkope manier (hmm hmm) om met iets meer luxe dan in de tent de vakantie door te brengen.

Gemakkelijker gezegd dan gedaan; we moesten namelijk eerst nog een winkel passeren waar we een verjaardagsmenu konden samenstellen alsook een leuke camping vinden met hutten. Gelukkig waren we voorbereid en hadden we vijftig kilometer verder de gouden combinatie - hopelijk toch - op onze kaart aangeduid.

De klimkilometers van de voorbije dagen zaten in de benen en bij vertrek waren we blij dat we het laatste stuk van de afdaling nog tegoed hadden. In het dal zaten we net onder de wolken en werden we, voor even toch, gespaard van de regen. We moesten doorbijten toen het de eerste keer terug bergop ging, maar met ons doel voor ogen trapten we goed door. 

Het klimwerk begon trouwens niet alleen fysiek, maar ook mentaal door te wegen. De fjorden zijn dan wel prachtig, ze trekken je wel telkens opnieuw helemaal naar zeeniveau, waarna het proces letterlijk opnieuw van nul begint. 

Na twintig glooiende kilometers stonden we aan de voet van (weeral) een stevige klim met de nodige haarspeldbochten en stijgingspercentages van dubbele cijfers. Extra zwaar deze keer, want van bij de start zaten we in de mist en in de regen. Gevolg: uitzicht nul en zweten in de “waterdichte”, maar beperkt ademende regenoutfit. 

De lange stukken tussen de haarspelden vraten energie, maar we zetten door. Hoe sneller we de top bereikten, hoe sneller de afdaling begon en hoe sneller we op de camping zouden zijn. Volgens onze gps-software zou het hoogste punt op zeshonderd meter liggen. De verrassing was dan ook groot toen we op vijfhonderdvijftien hoogtemeters de afdaling inzetten. Beter zo dan omgekeerd!
Op een nat wegdek reden we voorzichtig naar beneden en in een bushokje, om 11u50, vonden we de ideale schuilplaats om te lunchen. 

De heuvelende weg bracht ons verder tot op een drukke autoweg die we genoodzaakt waren te volgen tot op de camping. Het verkeer raasde langs ons heen en het gebrek aan een fietspad stoorde ons, zeker aangezien we ons op een nationale fietsroute bevonden.

De camping lag volgens onze info naast een supermarkt waar we van plan waren de verjaardagsinkopen te doen. Ik vloekte toen ik zag dat de Spar eigenlijk een tankstationwinkeltje was met enkel frisdrank, snoepgoed en ruitenwisservloeistof in de aanbieding. 
Groot was onze opluchting toen de vrouw aan de receptie zei dat de Spar achter het gebouw lag en dat ze nog welgeteld een hutje voor twee personen vrij had voor twee opeenvolgende nachten.

We betaalden een nacht met Katriens verjaardagscadeau van haar ouders, broers en schoonzussen en de andere met het BlijvenTrappen-budget. Op deze manier liet onze luxueuze levensstijl zelfs geen financiële kater na. Ook voor een kater na overmatig alcoholgebruik moesten we geen schrik hebben - voor het goedkoopste pintje in de supermarkt betaal je al snel €3,5 en wijn en sterke drank worden er überhaupt niet verkocht (daarvoor moet je naar de liquor store).

Geïnstalleerd in de hut en fris gedoucht trokken we naar de winkelrekken. Katrien had het menu samengesteld en zo zochten we naar alle ingrediënten voor een uitgebreid ontbijt met stokbrood, spek en eieren, pannenkoeken met zoet beleg als lunch, macaroni met kaas en hesp en chocoladefondue.

Het bleef regenen en we waren heel blij dat we de hut twee nachten voor onszelf hadden. Warm, droog, comfortabel… Genieten!
2 Comments

14 juli: vik - oppedal

14/7/2015

0 Comments

 
We begonnen de dag in de Coop in het centrum van Vik. Ons proviand was er helemaal door, tot aan ons noodrantsoen noodles toe, en we zouden vermoedelijk twee dagen lang geen winkels tegenkomen. 

Er zijn wel wat uitdagingen verbonden aan ons fietsavontuur, en voor twee maal ontbijt, ochtend- en avondeten kopen in een dure Noorse supermarkt is daar zeker een van. We zochten ons suf naar deals of discountmerken en moesten meermaals onze gewenste menu’s aanpassen. We willen niet elke cent (of kroon) dubbel draaien, maar omgerekend bijna vijf euro betalen voor een pak salami past simpelweg niet binnen ons budget. 

Na een paar wandelkilometers door de winkelrekken hadden we uiteindelijk onze gading gevonden en probeerden we de aangekochte etenswaren zo goed mogelijk te verdelen over de twee rack-packs. Deze extra kilo’s zouden ons zonder twijfel zuur opbreken tijdens het klimwerk, maar een mens moet eten, nietwaar? 

Rond 9.45u zetten we koers richting Vangsnes, waar we de ferry namen over het Sognefjord. Langs de oever van het langste fjord van Noorwegen (en het derde langste ter wereld) bedachten we ons vooral hoe mooi het zou kunnen zijn als het een zonovergoten dag had geweest. Het potentieel was duidelijk aanwezig, maar er waren net iets te veel laaghangende wolken die ons verhinderden echt omver geblazen te zijn. 

De oversteek naar Dragsvik ging vlot. Een tiental minuutjes voor vertrek kwamen we bij de boot aan en kochten we onze kaartjes. Ditmaal geen gedoe of er wel dan niet betaald moest worden voor de fiets. 68 NOK was het verdict en daar konden we best mee leven.
Het was rustig op de ferry en van hordes toeristen was er hier geen sprake. Zoveel te beter en als dat dan ook nog eens betekende dat het rustig fietsen zou zijn, hoor je ons al helemaal niet klagen.

Aan de overkant van het water ging het gezapig golvend langs de oever van de Svaerafjorden en de Vetlefjorden. De helderheid van het water in combinatie met de besneeuwde bergflanken bleef ons beroeren. Gezellig keuvelend en bovenal op en top genietend van al het natuurschoon maakten we plannen voor de verjaardag van Katrien twee dagen later. Voor we het wisten was het lunchtijd en plooiden we ons picknickdeken open aan de start van het dal dat we iets later zouden inrijden. 
De dikke sneden brood - het scherpe mes van Harald en Kjersti doet uitstekend dienst - werden rijkelijk belegd. Elke gram die we naar binnen speelden, moesten we niet naar boven duwen op de zware klim die de namiddag voor ons in petto had. 

De computer in onze tassen laat ons toe om elke avond in detail de route voor de volgende dag te analyseren. Ditmaal had dat een grillige lijn opgeleverd die willekeurig tegen de berg opslingerde. Alsof er iemand had getracht een rechte lijn te trekken, maar een paar keer serieus was uitgeschoten.
Tijdens de lunch passeerden ons drie fietsers die er helemaal niet uitzagen alsof ze klaar waren voor een klim van het net beschreven kaliber. We gokten dat ze rechts zouden afslaan, de oevers van het fjord volgend, en vijf minuten later kregen we gelijk. 

De luxe om af te slaan en terug te keren hadden wij niet. Met een bang hart reden we het dal in, maar we namen ons voor om net zoals de vorige dag de klim goed in te delen en onze tijd te nemen om boven te geraken. Ook nu weer ging het steil naar omhoog en vanop onze lunchplek op -2 meter moesten we tot 750 meter klimmen.

De aanloop was behoorlijk pittig en we hadden al heel wat krachten moeten aanspreken toen we aan “Bocht 0” kwamen. Er zouden er nog acht volgen en de stukken tussen de bochten waren langgerekt en lastig. 
Ook voor toeristen met de wagen of mobilhome stond deze weg duidelijk in de reisgidsen. Het overgrote deel van hen lachte ons breed toe of stak bemoedigend de duim omhoog in het passeren. Een enkeling haalde zelfs snel de camera boven om een plaatje van ons te schieten of draaide het raampje open en riep ons iets toe. De aanmoedigingen deden deugd en langzaam maar zeker trokken we richting Nystolsvatnet, het meer dat boven in de bergen op ons hoogste punt lag.

Het landschap was spectaculair, maar de weersomstandigheden strooiden roet in het eten. Tijdens de klim hadden we nog een mooi zicht op de bergkam aan de overzijde van het dal, maar eens we het hoogste punt bereikten en langs het meer onze weg vervolgden, begon het te regenen en kwamen we terecht in dikke mistwolken. Het was ijskoud en we konden op geen enkel moment echt genieten van het geleverde werk. 

Te laat bedachten we ons dat we ons regenpak hadden moeten aantrekken want voor we het wisten hadden opspattende regen en dikke mist ervoor gezorgd dat onze kleren, maar ook onze schoenen goed nat waren. 

We hadden onze kilometers voor die dag gefietst en besloten teleurgesteld om zo snel mogelijk een plek te versieren waar we konden overnachten. Na een paar kilometer bibberen in de afdaling spraken we een boer aan die zijn velden gelukkig nog niet had bemest en er geen probleem mee had dat we onze tent zouden opzetten. 
In de regen vouwden we ons huis open en wensten we ons op zonniger oorden. Op momenten als deze flitst een paradijselijke huwelijksreis naar bijvoorbeeld Costa Rica wel eens door ons hoofd, maar heel snel denken we dan terug aan alles wat we al beleefden en aan wat nog komen moet. Bovendien zouden we in een luxeresort op de Bahama’s geen anderhalf jaar toekomen met ons budget. 

Verkleumd konden we gelukkig ons potje koken in een nog niet afgewerkte vuurhut aan de rivier. Een vuur konden we er niet maken, maar we zaten droog en ietwat beschut tegen de wind. 
De fishsticks die we ’s morgens diepgevroren hadden gekocht waren perfect ontdooid en in combinatie met een ambachtelijke brocollipuree - lees grove stukken brocolli en aardappel - zorgde deze warme maaltijd voor hernieuwde krachten en voor een (korte) opflakkering van de temperatuur.

Veel joie de vivre was er niet meer over en zo snel mogelijk kropen we warm aangekleed in de slaapzak. We hoopten vurig dat de volgende dag toch beter weer met zich mee zou brengen. 
0 Comments

13 juli: gudvangen - vik

13/7/2015

0 Comments

 
Het had ’s nachts goed geregend en het was alweer even geleden dat we de tent zo nat moesten wegsteken. Onder een dreigende hemel vertrokken we naar wat volgens de campinguitbater een van de steilste wegen van Noorwegen was. Ik dacht dat hij overdreef, maar nu we de Stalheimskleiva in onze benen hebben en Google het zwart op wit bevestigt, kunnen we jullie vertellen: we waren onderweg naar een van de steilste wegen van Noord-Europa.

De iets drukkere baan waaraan onze camping lag, voerde ons naar het begin van de klim. Helaas had de hemel geen loos dreigement geuit en al na een paar kilometer trokken we onze regenkledij aan. 




Veel mensen hadden ons dan wel gewaarschuwd voor het loodzware Noorwegen, het traject werd er niet gemakkelijker op. Gelukkig kregen diezelfde mensen ook gelijk over hoe prachtig het land is. Adembenemende landschappen beloonden ons bij elke gewonnen hoogtemeter.




Waar de drukke weg de tunnel inging, moesten fietsers en voetgangers linksaf. De Stalheimskleiva zou ons in iets meer dan anderhalve kilometer en via dertien haarspeldbochten de berg over brengen, van honderd tot vierhonderd meter, aan een gemiddeld (!) stijgingspercentage van 14,7%. Steil, steil, steil, maar met een mooi zicht op het dal waaruit we kwamen. 

De twee watervallen die om de andere haarspeld te zien waren (de Stalheim en Sivle watervallen van respectievelijk 126m en 142m) maakten het traject nog meer de moeite; dit zagen de automobilisten niet. Een Noor die voor de scenic route had gekozen wist ons te vertellen dat de watervallen normaal gezien niet zo indrukwekkend zijn. Door ongeziene sneeuwval in de winter van 2014/15 zoekt het smeltwater zijn weg naar beneden via steeds wildere rivieren en watervallen met spektakel tot gevolg. We hadden naar mijn gevoel al stevig geklommen en toen zijn vrouw ons nog toeriep “this is only the beginning”, zakte de moed mij in de schoenen.

Tussen twee haarspelden werd het mij te steil en schakelde ik hulplijn Wouter in. We ruilden zijn fototoestel voor mijn fiets en hij duwde mijn tweewieler veertig meter vooruit tot de volgende bocht. Ik verzamelde al mijn resterende energie en fietste uiteindelijk verder op eigen houtje tot de top. 




Na een adempauze werd het traject tot in Vinje gelukkig iets vlakker en zelfs dalend. We zakten tot op tweehonderd meter, en wetend dat we opnieuw naar duizend meter zouden moeten klimmen, hadden we in de afdaling een dubbel gevoel. 

Ergens na het begin van de klim keken we uit naar een goed plekje om te lunchen, maar bij gebrek eraan en een te grote honger installeerden we ons op ons picknickdeken langs de kant van de weg. Omdat de berm een gemakkelijke zithouding enkel toeliet met onze rug naar de bergen, zag het er waarschijnlijk vreemd uit. Twee toeristen die de mooie panorama’s hun rug toekeerden…




Met hernieuwde energie vatten we de tweede klim van de dag aan. Hoewel het gematigder trappen was, twintig kilometer in stijgende lijn, was de klim door zijn lengte best stevig. Dat de laatste loodjes het zwaarst wegen, moet wel voor dit parcours zijn verzonnen. 




In een lange aanloopstrook doken in de berg waar we tegenaan keken enkele pareltjes van haarspelden op. Impressionant, maar tegelijk schrikwekkend, zeker wanneer we zagen hoe traag de automobilisten de weg op- en afreden. Je zag hen bedenkelijk naar onze zwaar beladen fietsen kijken en in hun plaats had ik minstens even hard mijn wenkbrauwen gefronst. 

We besloten om van bocht naar bocht te fietsen en uit te rusten in de uitsparingen van de haarspeld. Een goede manier om een doel voor ogen te houden en de energie te verdelen over de klim. In een van de bochten sloegen we een praatje met twee Britten die de berg kwamen afgeraasd, maar die ons wisten te vertellen waarom we moesten doorzetten. Op de top was het uitzicht fenomenaal mooi.




Hoewel we zeer goed wisten dat we na de haarspelden nog niet boven zouden zijn, hadden we beiden om onverklaarbare reden toch dat gevoel na de laatste bocht. Viel dat even tegen. We fietsten intussen door een besneeuwd landschap, maar het duurde nog een eeuwigheid vooraleer we de duizend meter overschreden. Metershoge sneeuwmuren, een groot, bevroren bergmeer, blauwe ijskleuren,… ongeziene en arctische taferelen en dat op dertien juli. Enkel de ijsberen ontbraken nog. We begrepen plots waarom deze weg twee maanden gesloten was geweest in de winter. 

Op het plateau bleef het op en af gaan tussen negenhonderd en duizend meter. Onze benen waren moe en de kleine bultjes waren de tergendste van de dag. Beiden fietsten we de volledige klim zonder te voet te gaan, maar we waren blij toen de afdaling éindelijk begon. 




Heel lang en met mooie stukken vlogen we de berg naar beneden. Het Sognefjord en Vik, einddoel van onze dag, kwamen in zicht en aan een boer vroegen we of we onze tent konden opslaan op zijn veld. Hij had niet gelogen toen hij zei “A little” op onze vraag of hij Engels sprak. Met de gevleugelde woorden “I just put cow shit on the field” gaf hij aan dat we wellicht elders wilden kamperen. Gelukkig wist hij een camping liggen iets verder richting fjord. Voor 110 NOK sloegen we ons kamp op en kookten we noodles in de kitchenette aan de receptie.

Nog voor 21u viel ik in slaap en probeerde ik nog niet te veel te denken aan de klimkilometers van de volgende dag. 

0 Comments
<<Previous
Forward>>

    Archives

    September 2016
    August 2016
    July 2016
    June 2016
    May 2016
    April 2016
    March 2016
    February 2016
    January 2016
    December 2015
    November 2015
    October 2015
    September 2015
    August 2015
    July 2015
    June 2015
    May 2015
    April 2015
    February 2015

    Categories

    All
    Albanië
    België
    Bosnië & Herzegovina
    Bulgarije
    Denemarken
    Duitsland
    Engeland
    Estland
    Finland
    Frankrijk
    Griekenland
    Hongarije
    Ierland
    Italië
    Kosovo
    Kroatië
    Letland
    Litouwen
    Luxemburg
    Macedonië
    Montenegro
    Nederland
    Noord Ierland
    Noorwegen
    Oostenrijk
    Polen
    Roemenië
    Schotland
    Servië
    Slovenië
    Slowakije
    Tsjechië
    Wales
    Winterstop
    Zomerstop (Erasmus Reünie)
    Zweden

Powered by Create your own unique website with customizable templates.