Onze eerste stop voor de dag was het Aksla uitkijkpunt dat een prachtig zicht opleverde over het centrum van de stad en de vele eilanden voor de kust. We moesten wel wat moeite doen om van het uitzicht te kunnen genieten. Een steile klim leidde ons via een kronkelende weg naar boven. Onderweg naar de top stopten we even om op adem te komen en sloegen we een praatje met Dave, een Ier die getrouwd is met een Noorse en al jaren in Noorwegen woont en werkt, en Tony, een Noor die nog in Engeland had gewoond. Beiden waren ze vol van de prachtige kuststreek en ze haalden meteen hun gsm’s boven om ons via Google Maps de meest aangewezen route te tonen.
Eens boven genoten we van het prachtige plekje. Bijna driehonderdzestig graden hadden we zicht over eilandjes groot en klein, besneeuwde bergtoppen in de verte en het charmante centrum van de stad met haar kleurrijke huisjes onder onze voeten. Zoals vaak worden de mooiste plaatsjes jammer genoeg overspoeld door toeristen en dat was hier niet anders. De moedige helft onder hen bedwong de vierhonderdzestien trappen die recht omhoog tegen de rots oplopen, de andere helft opteerde voor het toeristentreintje, de hop-on-hop-off bussen of de eigen wagen. Er zijn maar een paar zotten die het met de fiets doen.
De dag was goed begonnen en in volle vaart daalden we af tot aan de toeristische dienst. Met een stadsplan en de fiets aan de hand kuierden we door de straten en met zicht op de oude haven en gekleurde gevels lunchten we zowaar in de zon.
Maak jullie maar geen illusies: het was geen zonovergoten dag en met de dreigende, aanstormende donkere wolken kon ons geluk niet blijven duren. Net toen we onze tassen terug hadden gesloten openden de hemelsluizen zich. We haastten ons naar een bushokje een honderdtal meter verderop, want dit buitje zou wel snel overtrekken. Een dik uur later zaten we er nog steeds en in de gietende regen besloten we dan toch maar om naar de kade te trekken waar we een expresboot konden nemen naar Hamnsund.
In de wachtruimte vroegen we aan een andere passagier of ze de Noorse info naar het Engels kon vertalen. Toen ze ons wat later Nederlands hoorde praten, schakelde ook zij over. Tien jaar geleden had ze samen met haar man en twee kinderen het vlakke Nederland ingeruild voor het iets minder vlakke Noorwegen. Ondertussen zijn ze perfect geïntegreerd, spreken ze foutloos Noors en wonen ze op een van de eilanden voor de kust van Alesund. Bewonderenswaardig en inspirerend!
De razendsnelle catamaran bracht ons in geen tijd naar Hamnsund en vanop de boot hadden we een mooi zicht op de kustlijn, maar bovenal op de vele kleine eilandjes die vaak niet groter waren dan enkele tientallen vierkante meter rots waar het water wild omheen sloeg.
Fietsen langs de kust was helemaal anders dan fietsen in de fjordenstreek. De negentien kilometer van Hamnsund naar Brattvag waren eerder vlak en we genoten van de mooie omgeving. Meermaals bedachten we ons hoe mooi en rustig de mensen hier wonen. Onderweg kregen we nog een goed zicht op Lepsoya, het eiland waar de Nederlandse woonde. Zoals zij ons al had verteld wonen de mensen doorgaans aan de rand en bestaat de rest van het eiland uit natuur, bos en berg.
In deze prachtige streek moesten we toch wel eens aan island hopping doen. Een volgende ferry bracht ons naar de door een brug verbonden eilanden Midoya en Otroya. Van hieruit lagen tientallen eilandjes links van ons en het vasteland rechts.
Met een beperkt aantal fietskilometers was onze batterij toch leeg; ferry’s nemen was vermoeiender dan we hadden gedacht. In Midsund vonden we een camping en al snel stond ons potje te koken: pasta met groene pesto, ham en tomaat.