Trainen. Daar moesten we ook maar eens mee beginnen. Alle windrichtingen vanuit Vilvoorde passeerden de revue en de wind uit diezelfde windrichtingen trotseerden we nu eens met veel, dan eens met weinig gemak.
Telkens dezelfde gemeentes, dezelfde koeien langs de weg, dezelfde bruggen over of onder, maar vooral altijd opnieuw terug naar huis eens halverwege... Het ging vervelen. Op 14 mei 2014 gingen we voor het eerst van A naar B. Vilvoorde-Zoersel: geen lus!
Het weer zat niet mee en uitgerust waren we allesbehalve. Na 10 min. stortregen bedachten we ons dat we toch maar moesten investeren in waterdichte regenkledij, onze fietsen waren nog niet geleverd dus onze 15 jaar oude 'communiefietsen' deden dienst en onze droge kledij plus picknick zat bij Wouter op de rug. 63 km later kwamen we, stiekem een beetje trots, aan.
Half september kregen we bericht dat onze nieuwe fietsen waren aangekomen. Een lineair en vlak parcours van Gent naar Vilvoorde onder een aangename zon. Wat wou een mens nog meer? Niet veel later kwamen de Ortliebs toe. Nu hadden we pas echt wereldfietsen!
Hoog tijd voor een fietsmeerdaagse: Vilvoorde-Hillegem-Aarsele-Avelgem. Met ons niet zo lightweight gerief (ik denk aan onze luchtmatras van 3,7 kg) doorkliefden we de Vlaamse Ardennen. Enkele cols tussen 11% en 19% en een paar druppels regen weerhielden ons er echter niet van om op en top te genieten en tevreden terug te kijken op onze beslissing.
Ook de Ardennen moesten eraan geloven. Voor eind oktober gaf de zon het beste van zichzelf. Het aangename fietsweer in combinatie met de prachtige vergezichten en natuur maakte van Vilvoorde-Tongeren-Banneux-Eupen een heerlijk verlengd weekend.
Fietsen in oogstseizoen had voor- en nadelen. De geur van de Haspengouwse pluk was fantastisch. Echter, van de anders zo aangename en geasfalteerde landweggetjes was maar weinig terug te vinden. Het slijk kwam vast te zitten tussen banden en spatbord en meermaals moesten we halt houden om met stokjes te proberen de wielen terug roteerbaar te krijgen.
De tweede dag was stevig. Tongeren-Banneux bleek een route te zijn die telkens op en neer ging. (Een gebrek aan vlakke wegen, we hadden het kunnen weten.) Het 'gevoelsgewicht' van de bagage bergop was dubbel zo zwaar als de werkelijk kilo's. Bovendien bleven modder en bladeren zich ophopen onder ons spatbord, waardoor de gemiddelde snelheid kelderde. We waren dan ook opgelucht toen we, na zonsondergang, in ons hotel konden inchecken en de door de eigenaar aanbevolen pizzeria slechts op 100m bleek te liggen.
De structuur van de derde en laatste dag was helemaal anders. Het eerste deel van de route was een constante, stijgende lijn. De vermoeide en onvoldoende getrainde spieren hadden de wilskracht nodig om niet de trein naar huis te nemen in Spa, in plaats van in het voorziene Eupen. Het overwinningsgevoel op het hoogste punt van België - ja, we zijn tot in Botrange gefietst - was een verdiende beloning. Daarna ging het enkel nog heerlijk bergafwaarts tot net voor Eupen. Waarom moest het station in godsnaam op een berg liggen? Voor Katrien was het genoeg geweest: te voet zou het ook wel lukken.