Al in de voormiddag was het goed warm en in zomerse outfit wandelden we naar het station waar we de trein namen voor een dagtripje Skopje. Hoofdstad nummer tien, zonder fiets weliswaar.
Skopje was voor ons meer dan de moeite waard. De stad wordt in twee gedeeld door de rivier Vardar en krijgt op deze manier twee gezichten. Het ene deel kenmerkt zich door tientallen monumentale standbeelden, statige gebouwen, gracieuze boulevards en grote pleinen. Het andere deel is een wirwar van straatjes, een mengelmoes van kleine winkeltjes, een grote openluchtmarkt en een handvol moskeeën.
Wij begonnen onze stadswandeling in het monumentale gedeelte. Meerdere boekenstandjes creëerden de indruk dat we in Parijs langs de Seine liepen. Al snel merkten we echter dat de vergelijking met Parijs een paar nieuw gebouwde bruggen te ver was. Hoewel de stad heel wat werk heeft gestoken in het opkalefateren van zijn centrum, was het iets te duidelijk dat ze een een ‘oud’ Europees stadscentrum hadden ontworpen, maar dan met nieuwe materialen. Niet altijd een even geslaagde zet, maar op zich wel leuk om door te wandelen.
Er waren mogelijkheden te over om van linker- naar rechteroever (of omgekeerd) van de Vardar te wandelen. Freedom Bridge, Art Bridge, The Bridge of Civilizations in Macedonia (what’s in a name)… en dan hadden we Stone Bridge nog niet gehad. Naast bruggen hadden ze niet op een Denar gekeken om standbeelden te plaatsen. Overal waar we keken, stonden enorme beelden of hele standbeeldengroepen. Uiteraard kon ook een triomfboog niet ontbreken.
Net iets te veel van het goede, maar het leverde veel leuke foto’s op. Met het slechtste stadsplan ooit gemaakt, waagden we ons na een lichte fruitlunch en een Kifli (deegrol met confituur in de vorm van een croissant) aan de Oude Bazaar.
We kwamen er in een andere wereld terecht. In een Oosterse sfeer struinden we door de vele kleine straatjes en liepen we hopeloos verloren. Ons inziens de beste manier om dergelijke wijk te ontdekken. Naast een viertal moskeeën was de grote semi-overdekte markt een hoogtepunt en slenterden we langs winkeltjes allerhande.
Op de terugweg naar het station deden we een terrasje terwijl we afspraken maakten voor het avondprogramma met onze host Alek. Het was een inspirerende rit richting Veles, op de oude boemeltrein die ons deed mijmeren over de toekomst. We waren er nog niet uit wat het zou worden, maar dat er heel wat opties waren bleef duidelijk.
Alek pikte ons op waar hij ons ’s morgens had gedropt en samen namen we een taxi naar het meer van Veles, een paar kilometer de heuvels in. Op een heerlijk terras met zicht op het meer en de bergen genoten we van de avond. Als avondmaal smulden we van een traditionele Pastrmajlija: gebakken deeg met als topping gezouten varkens- en schapenvlees en een ei. Zeker niet slecht, maar de Burek had ons nog net iets beter gesmaakt.
Rond negen uur ging het terug richting Casa Alek. Rustdagen zoals deze hadden zelden het beoogde effect, nl. rusten, en onze batterijen waren zo goed als leeg. Maar met een goed gevoel en een hoofdstad rijker, hadden we er wel optimaal van genoten!