Groot was onze teleurstelling dan ook toen we nog voor vertrek, rond een uur of tien, toch onze rack-pack terug moesten open klikken om ons regenpak tevoorschijn te toveren. De dag toch met een positieve noot starten? Dat kan! Vertrekken deden we namelijk bergaf.
In Tatranska Kotlina bevonden we ons op het meest oostelijke punt van de Belianske Tatra, onderdeel van de Hoge Tratra. Om rond het gebergte te fietsen - er is geen pas -, sloegen we rechtsaf en dat had twee gevolgen. Het ging weer bergop en het stopte met regenen. Een lichte vorm van beterschap, maar jammer genoeg bleven de bergen verscholen achter de wolken. We vroegen ons af wat er te zien zou zijn bij helder weer. Wie weet waren hier nog niet eens bergen en misten we dus niet zoveel?
In Tatranska Lomnica informeerden we ons naar de kabelbaan die naar de tweede hoogste top van het kleinste hooggebergte ter wereld gaat. In Lonely Planet hadden we iets gelezen over vijftien euro, heen en terug. De werkelijke zesenveertig euro per persoon vonden we net iets te prijzig, zeker zonder garantie op mooi zicht. Het was snel beslist: in Tatranska Lomnica zouden we niet blijven en dus fietsten we een dikke twintig kilometer verder naar Strbske Pleso. Dit dorpje ligt op 1355 meter hoogte en stootte daarmee het Noorse plaatsje Finse van de troon (1222).
Plots dreven twee wolken uiteen en zagen we voor het eerst een mooie bergtop schitteren. Een prachtige combinatie tussen bos in herfstkleuren en besneeuwde bergen. Er was dus effectief iets te zien achter die dikke wolkensluier. Nu we ervan geproefd hadden, was de appel eens zo zuur te beseffen dat we er zo weinig van zagen.
Onze vlotte cadans was misschien te danken aan onze multi-energiesnack (banaan, noten en Knoppers), maar wellicht ook aan het kleine hellingspercentage waarmee de eerste kilometers weggetrapt werden. Dat beloofde voor het einde van het traject.
Rechts van ons lagen de Hoge Tatra en links een mooie vallei en iets lagere bergen aan de overkant daarvan. Het licht was niet perfect en we zagen niet alles, maar het trok gelukkig meer en meer open. Nu pas zagen we in wat voor prachtig landschap we rondfietsten. Rotsformaties om u tegen te zeggen en een groot massief waar National Geographic fotografen enkel van kunnen dromen. Onze monden vielen open en een ‘Amaaaiii’ à la Annemie Struyf was meermaals op z’n plaats.
De laatste twee kilometer naar het dorpje waren de zwaarste en we waren maar wat blij dat we onze fietsen konden parkeren aan het hotel dat we voor ogen hadden. Gelukkig konden we even op adem komen tijdens het inchecken, want alle tassen moesten zonder lift naar de vierde verdieping. De wolken waren nu allemaal verdwenen en tegen een blauwe hemel zagen we vanuit onze kamer langs twee kanten de bergen wondermooi afsteken tegen een blauwe hemel. Room with a view? Dit kon tellen!
Een verkwikkende douche hadden we verdiend, de fietsbroeken waren uitgewassen en hoewel er een keuken voorhanden was besloten we toch het dorp in te trekken en op verplaatsing te eten. Nu we geen 92 euro hadden betaald voor die kabelbaan, kon het er wel van af.
In Furkotka vonden we snel onze gading. Een gemengde vleesschotel voor twee personen met twee aardappelspecialiteiten en wat groentjes was precies wat we nodig hadden na onze stevige fietsdag. De pannenkoeken met confituur en slagroom voor mezelf en een ijscoupe met drie smaken voor Wouter waren de perfecte afsluiter van een perfecte dag.