We roosterden brood - wat een luxe - en rond 11u verzamelden we alle tassen en de fietsen aan de lift. We verlieten het appartement niet zonder een klein presentje achter te laten en hoopten dat Kadri van een glas rode wijn houdt. We zijn haar, en mijn neef Frans als fixer, in ieder geval heel dankbaar. We dropten de sleutel zoals afgesproken in postbus 188 en daarmee lag de eerste van drie Baltische hoofdsteden alweer achter ons.
Na een vijftal kilometer deden we voor het eerst inkopen in het Balticum. Een nieuwe winkel, nieuwe taal, nieuwe producten,… dat is altijd even zoeken en aangezien ik aan de fietsen bleef, stond Katrien er op onontgonnen terrein alleen voor. Het nam iets meer tijd in beslag dan anders, maar met een mooi gevulde boodschappentas hadden we voor elf euro lunch, avondeten, een dessertje, fruit en melk voor het ontbijt. De prijzen liggen in ieder geval lager dan in Scandinavië en dat gaf ons weer wat meer flexibiliteit om een menu samen te stellen.
Na een smakelijke nectarine - gelukkig kennen ze dat ook in Estland - volgden we over een vlak parcours de Eurovelroutes tien en elf (Baltic Sea Cycle Route en East Europe Route) die op dit stuk gelijk lopen. Het was leuk fietsen en in eerste instantie verlieten we het drukkere Tallinn en haar buitenwijken via mooie fietspaden. Vervolgens ging het over autoluwe wegen door de velden richting oosten, waar we nog een stuk van de kustlijn zouden meepikken.
Onderweg hadden we een nieuwe bezigheid gevonden: we stelden elkaar om de beurt de vraag “Hoe zou het nog zijn met…?” Illustere figuren zoals Ingeborg Marx, Margriet Hermans, Luc Steeno, Eva Pauwels, Donaat Deriemaeker,… passeerden de revue. Vragen waar we onmogelijk zelf het antwoord op konden geven, maar onze verbeelding deed goed haar best. Abonnees op Dag Allemaal mogen ons overigens altijd een verslagje opmaken.
Onze lunch was die dag Noors getint: brood met appel, kaas en een beetje mayonaise. Jammer genoeg niet de lekkere, typische bruine kaas waar we bij Sivert en co zo van smulden, maar je kan niet alles hebben.
In de namiddag wisselden zon en wolken elkaar af, maar aangezien we beiden nog in korte mouwen rondfietsten, was het weer meer dan behoorlijk. Met de ipod op luidspreker kregen we dan wel geen wildlife te zien - niet dat daar anders overschot aan is -, we amuseerden ons kostelijk en liedjes van Boudewijn de Groot, Bart Peeters, AC/DC en The Levellers werden luidkeels meegezongen.
Gelukkig was onze batterij net op tijd plat aangezien we in het nationaal park onze ogen en oren toch maar spitsten op zoek naar het eerste Estse wilde dier. We kregen nog niets te zien, maar het zeer zacht glooiende, bosrijke gebied en de autoluwe wegen maakten veel goed.
Plots dook de zee op en snel hadden we een mooi plekje op het oog voor die avond. We hadden nog net voldoende water en tussen de bomen, met zicht op zee, hadden we het weeral goed getroffen.
De Baltische Zee stond nog niet op mijn palmares en ik haalde mijn zwembroek meteen boven. De zon glinsterde uitbundig op het water en na een minuutje watergewenning was het heel aangenaam.
Terwijl ik opdroogde, begon Katrien aan het avondeten. Het pastagerecht met broccoli, kip en kruidenkaas met gorgonzola deed ons terugdenken aan onze laatste avond in Ierland bij Jerry thuis. Hoe zou het nog zijn met… Jerry?
De keerzijde van inkopen te doen in een nieuw land is dat je al eens voor een verrassing kan komen te staan. De aangekochte chocolade bleek gemaakt op basis van koffie en we trokken allebei onze neus op na het eerste stuk. Gelukkig was het maar een lat van honderd gram.
Na het diner zagen we ons in de tent genoodzaakt om onze lampjes boven te halen. Dat was al een hele tijd geleden, maar rond 21u begon het akelig donker te worden. Met de steeds korter wordende dagen zouden we ons weer wat moeten aanpassen, maar ook dat ritme heeft zijn charme.