Twaalf uur eerder hadden we onze kletsnatte tent weggestoken en poetsten we vertrekkensklaar onze tanden. Voor vijftig NOK (omgerekend €5,5) een heel proper en mooi gelegen camping en dus een geslaagd verblijf.
Onze dag begon in stijgende lijn en we waren blij dat de eerste kilometers niet de laatste van de vorige dag waren. Gelukkig miezerde het maar een heel klein beetje en konden we de regenkledij in de tassen laten. Ja, we zijn zelfs al tevreden als het niet te hard regent.
De leuze ‘na regen komt zonneschijn’ is in Noorwegen niet aan de orde, maar gelukkig doen ze wel mee aan ‘het kan niet blijven stijgen’. We onderbraken onze afdaling om enkele Europese kraanvogels (weten we via via dankzij de blog) van dichterbij te bekijken. Dit zijn best uit de kluiten gewassen vogels en ze maken een hels kabaal. In Noorwegen zijn ze geen fan van deze indringers aangezien die de aardappelplanten oppeuzelen.
We sloegen linksaf op een onverhard pad, een aangename verandering op de iets drukkere wegen van de voorbije dagen. We hielden onze ogen en oren open, want het kon bijna niet anders dan dat dit een biotoop was voor wildlife.
Onze zintuigen lieten ons niet in de steek en we spotten enkele herten in het veld. Elanden kregen we jammer genoeg niet te zien, ondanks verscheidene verkeersborden die ervoor waarschuwden. Het moet nochtans mogelijk zijn volgens Sivert, onze Noorse gastheer van een paar dagen geleden. Zij hadden twee maand terug zelfs het geluk om vanuit het keukenraam een eland en haar jong voorbij te zien wandelen.
Dankzij de recente aanleg van de E39 fietsten we na Orkanger over een kalme parallelweg langs het fjord. We hadden goede benen en maalden de kilometers vlot weg. ‘Afstand gefietst: 40 km’, zagen we op het schermpje van de gps. Het was weeral even geleden dat we nog dergelijke afstand hadden afgelegd voor de middag.
Op zoek naar een geschikte plek om te eten, werden we gestopt door een man met een grote camera. “I’m from the local newspaper. Do you have ten minutes?” Yes we did en zo geschiedde dat Katrien en Wouter hun eerste interview weggaven aan de internationale pers. Na een ereronde voor de foto’s (in de gietende regen) noteerden we de website van het dagblad. Diezelfde namiddag nog zou ons verhaal te lezen zijn op www.tronderbladet.no.
Hij vluchtte zijn wagen in en wij haastten ons naar het bushokje iets verderop. Onze lunch aan de bushalte naast een grote weg had niet veel sterallures en we stonden dus snel weer met beide voeten op de grond.
De opgedane energie hadden we meteen nodig voor een lange, gematigde klim net voor Trondheim. Het fietspad was nog in aanleg, maar met het beperkte verkeer op de weg raakten we moeiteloos boven. Trondheim binnenfietsen was een plezier. De afdaling bood een breed, reeds afgewerkt fietspad, waardoor we een hoge en constante snelheid konden aanhouden.
Trondheim was de eerste hoofdstad van Noorwegen, opgericht door de Vikingkoning Olav. Ter ere van hem kon je in het centrum over de koppen lopen. Elk jaar zijn er eind juli/begin augustus namelijk de Olavsfestdagene. Onze fietsen parkeerden we in het gratis en bewaakte ‘sykkelhotel’ en zo konden we zonder bagage op het gemak het centrum van de stad verkennen. Aan de dom en voor het aartsbisschoppelijk paleis was een markt met oude ambachten en in de hoofdstraat van het oude centrum kon je je tegoed doen aan proevertjes op de food market.
Leuk en gezellig dat er eens iets te doen was op onze route, hoewel de bezienswaardigheden hierdoor iets minder tot hun recht kwamen. We passeerden de Stiftsgarden, maar vonden vooral de Gamble Bybru de moeite. Vanaf deze oude stadsbrug heb je een mooi zicht op de kleurrijke Bryggene, opslagplaatsen waarvan de oudste in 1700 gebouwd werden.
Over het water kochten we bij een fietsenmaker een tweede reserveketting en -cassette. Drie dagen later zouden we namelijk een poging wagen tot het vervangen van de oude onderdelen die na bijna zevenduizendvijfhonderd kilometer (de Belgische trainingskilometers inclusief) aan vervanging toe waren. Straf dat de Duitse ketting en cassette die we hadden gekocht om aan de dure Deense en Noorse prijzen te ontsnappen duurder waren! Hadden we dat geweten, hadden we het gewicht geen maand meegesleurd.
We fietsten de stad uit naar de Ladestien, een fiets- en wandelpad langs het fjord. Bij felle wind slaagden we erin de tent relatief stevig op te zetten en we waren maar wat blij dat we ervoor gekozen hadden een broodmaaltijd te voorzien.