Ordacsehi ligt net ten zuiden van Balatonboglar en dus bevonden we ons temidden de wijnregio. Toen wisten we nog niet dat we ’s avonds de lekkere, witte wijn zouden proeven die gemaakt wordt van de druiven uit de wijngaarden waardoor we fietsten.
Het traject ging goed op en af en stond in contrast met de vlakke kilometers die we rond het Balatonmeer hadden getrapt. Het landschap was jammer genoeg weinig spectaculair en in gedachten waren we dan ook al in Budapest en Sicilië. Samen met Wouter friste ik zijn Italiaanse woordenschat en de vervoeging van de belangrijkste werkwoorden op zodat hij de week erop meteen kon slagen op zijn vuurdoop.
In de loop van de namiddag arriveerden we in Kaposvar, op een leuk centraal plein. We hadden afgesproken met Gabor om tegen 17u bij zijn ouders aan te bellen. Meer dan tijd genoeg dus om ergens iets te drinken en enkele presentjes te voorzien om Gyöngyi (lees: Junji) en Ferenc te bedanken.
Gabor had ons haarfijn uitgelegd waar we het blauwe huis tussen twee gele konden vinden, maar hij had wel uit zijn wegomschrijving weggelaten dat zijn ouderlijke thuis zich bevindt op een heuvel. In het donker werkten we de slotklim af en bijna meteen zwaaide de deur open om hartelijk onthaald te worden door Gabors vader Ferenc.
Onze fietsen parkeerden we - zelfs zonder pijn in het hart - in de garage en in Gabors vroegere kamer selecteerden we wat er mee moest naar Budapest en wat we in de tassen te Kaposvar zouden achterlaten. Ons leven werd herleid tot twee volle rack-packs.
Tijdens het diner maakten we kennis met de moeder van Gabor, een hele lieve vrouw. Zoals de Hongaarse traditie het voorschrijft, begonnen we het avondmaal met een Palinka (nationale likeur, vaak zelf gestookt) gepaard gaande met een “egészségedre” wat zoveel betekent als “schol”.
De boterhammen met heel veel soorten beleg smaakten ons meer dan ooit, zeker aangezien ze geserveerd werden met lekkere, witte wijn. We kregen zelfs nog een flesje cadeau dat we samen met Gabor zouden drinken voor we naar Sicilië vertrokken.
Het was een heel gezellige avond op basis van een vlotte babbel en veel gelach en voor we het wisten was het middernacht. Aangezien Gyöngyi en Ferenc de dag nadien naar Budapest moesten, stonden we ’s morgens met plezier mee op om 5u45 en waren we hen zeer dankbaar voor de lift die ons een lange treinreis bespaarde.