Toen het om 10u nog steeds niet aan het druppelen was, hakten we de knoop door en een uurtje later lieten we na een hartelijke knuffel met onze superhost Ilija het comfortabele appartementje achter ons.
We waren blij dat we weer op de fiets zaten, maar al na vijf minuten voelden we nattigheid. Typisch. Al snel viel het met bakken uit de lucht en zat er niets anders op dan ons regenpak aan te trekken. Met ons hoofd tussen de schouders reden we de Sava over en stortten we ons in het drukke verkeer van de binnenstad.
Van onder hun paraplu’s keken vele mensen ons met grote ogen aan, zich schijnbaar afvragend waarom we het in ons hoofd haalden om ons in deze omstandigheden op de fiets te heisen. Eerlijk toegegeven, plezant was anders, maar toen we langs de Generalštab reden, relativeerden we snel de regen snel. Dit ooit majestueuze gebouw huisvestte het ministerie van Defensie en werd in 1999 gebombardeerd door de NAVO.
Aan het andere eind van de stad aangekomen, draaiden we onze fietsen de brug over de Donau op. Eens te meer zagen we ons genoodzaakt om onze route aan te passen. Het geselecteerde pad was niet meer dan een veldweg en was met dit weer zeker geen optie. Het was even zoeken naar een alternatief, maar gelukkig was de grote weg naar Pančevo voorzien van een brede busstrook. Ondanks het drukke verkeer was het op onze luxueuze rijstrook dan ook geen enkel probleem om met twee naast mekaar te fietsen. Een memorabele fietsdag zou het dan wel niet worden, met de wind in de rug en de nieuwe asfalt schoten we op zijn minst goed op.
Ook over onze lunch kunnen we kort zijn. Met twaalf minuten op de klok (we hadden onze pistolets al gesmeerd) en een verloederde bushalte als setting was het deze middag geen grote stoef.
In de namiddag bleven we de molen vlot ronddraaien en ondanks het late vertrekuur, kwamen we reeds om 16u in Kovin aan. Bij het eerste het beste pension informeerden we ons naar de kostprijs en toen we vernamen dat we voor een dikke twintig euro een privékamer met douche en een avondmaal konden versieren, moesten we geen twee keer nadenken. De rakija die obligaat werd opgediend bij de kip met frietjes namen we er graag bij, hoewel we ons voornamen om de komende dag te proberen de geniepige glaasjes voor een keer af te zweren.
De knie deed het nog niet voor honderd procent en ook de hoest was nog niet volledig verdwenen, maar de Zwarte Zee was toch weer een zeventigtal kilometer dichterbij gekomen. Voldaan kropen we onder de dekens en prezen we onszelf gelukkig met de lage prijzen die het hier toelieten om niet elke dag in onze tent te moeten kruipen.