BLIJVEN TRAPPEN
  • Home
  • Blog
  • Foto s
    • België
    • Luxemburg
    • Frankrijk
    • Duitsland
    • Tsjechië
    • Oostenrijk
    • Slovenië
    • Zomerstop (Erasmus-reünie)
    • Italië
    • Kroatië II
    • Bosnië & Herzegovina
    • Kroatië I
    • Montenegro
    • Kosovo
    • Albanië II
    • Griekenland
    • Albanië I
    • Macedonië
    • Bulgarije
    • Roemenië
    • Servië
    • Hongarije, deel 2 (feb - maa)
    • winterstop
    • Hongarije, deel 1 (okt - nov)
    • Slowakije
    • Polen
    • Litouwen
    • Letland
    • Estland
    • Finland
    • Zweden
    • Noorwegen
    • Denemarken
    • Duitsland
    • Nederland
    • Oostkust Engeland
    • Schotland
    • Noord-Ierland
    • Ierland
    • Zuid-Engeland & Wales
    • Avelgem - Deal
    • Voorbereiding
  • Statistieken
  • Route
    • Geplande route
  • Materiaal

 21 - 27 november: ispica (sicilie) en malta

27/11/2015

 
Hoewel we zaterdag van plan waren een stevige voormiddag te werken, kwam Daria ons breed zwaaiend met haar armen tegemoet gelopen terwijl ze riep “stop iiit, stop iiit”. Eerst dachten we dat we verkeerd bezig waren, maar blijkbaar vertrok er een bus vanuit Ispica naar Ragusa en aangezien zij naar Ispica moest, konden we tot daar meerijden. Daria, eens je haar wat leerde kennen, viel ze best mee. 

Ragusa werd na de aardbeving van 1693 opnieuw in barokke stijl opgetrokken, net zoals Modica en Noto, het stadje dat we de volgende dag zouden bezoeken. Het oude stadsdeel Ibla ligt wat buiten de moderne stadskern en is prachtig tegen de rotsen gebouwd. Haast onvoorstelbaar hoe sommige huizen er ooit tot stand zijn kunnen komen.
Aangezien we de bus tot Modica hadden moeten nemen om daar over te stappen naar Ragusa en vervolgens de lokale bus naar Ibla te nemen, was het al tegen 13u toen we aan onze culturele uitstap konden beginnen. Middenin de siësta natuurlijk. De toeristische dienst was gesloten en dus zat er niets anders op dan ons te behelpen met de pijltjes naar de hoogtepunten die hier en daar waren neergepoot. Het mooiste naar onze mening: niet het overaanbod aan kerken, maar de kleine steegjes en het zich op Ibla vanop de trappen van de Santa Maria delle Scale.

Over de ratio werken/bezoeken konden we niet klagen. Zondag gingen we naar Noto, een van de belangrijkste baroksteden in Italië (beweert Wikipedia). Door de Porta Reale trokken we de binnenstad in en gelukkig konden we ditmaal wel een plannetje op de kop tikken bij de toeristische dienst. Niet dat we konden missen: de belangrijkste bezienswaardigheden lagen alle langs de Corso Vittorio Emanuele.
Het toeristenmenu dat we doorgaans proberen te vermijden, maar een van onze weinig opties was, bleek een voltreffer: een groot bord lekkere antipasti, een pasta al ragu voor Wouter en alla norma voor mij, een vitello (de secondo stelt zelden meer voor dan een lap vlees) en een flinke karaf rode wijn. Gelukkig aten we laat ’s avonds. 
Terug ‘thuis’ staken we samen met Daria en Vito de handen uit de mouwen om een grote lading olijven te bereiden. Deze hadden drie dagen in de zon gelegen en het was tijd om ze te marineren. Een uur lang stripten we allerhande kruiden van hun takjes (tijm, munt, wilde venkel en marjolein) en sneden we sinaasappelschillen in fijne stukjes.

Er viel wat werk in te halen en maandag waren we dan ook de hele dag in de moestuin te vinden. ’s Avonds zagen we heel duidelijk het werk dat we verricht hadden: het ruwe grasveld was met handenarbeid (en een klein beetje hulp van de ‘motozappa’) omgetoverd tot een verzorgde en afgewerkte moestuin. In een deel hadden we bonen geplant en in een ander staken we bamboestokken in de grond om er erwten tegen te laten groeien. Deze plantten we dan wel binnen in yoghurtpotjes zodat ze konden kiemen, het zicht op het bamboeveld was niet slecht. 

Nadat we met de stenen die we uit het ruwe grasveld hadden verwijderd een kanaal hadden gemaakt in de moestuin, ontdekten we op dinsdag dat het slechte weer op zee wel eens roet in ons eten zou kunnen strooien. We wilden graag naar Malta vertrekken de volgende dag, maar op hun website kondigde Virtu Ferries aan dat geen enkele boot zou uitvaren. Mogelijk tot en met vrijdag, uiteindelijk tot en met zondag! De boot dinsdag voer gelukkig wel nog en zo kwam het dat Daria ons na de lunch naar Pozzallo reed. Er was wat vertraging, de zee was vrij wild en Dany de Vito in “Deck the Halls”, de geselecteerde kerstfilm op de boot, kon ons slechts matig boeien, maar het weerzien met erasmusvriend Albert die ons in de haven van Valletta kwam oppikken en het feit dat we om 22u ’s avonds in t-shirt nog een terrasje konden doen, maakten alles goed. 

Woensdag, donderdag en vrijdag hingen we de toerist uit. Jammer genoeg lagen de temperaturen plots een stuk lager, was er heel veel wind en moesten we op tijd en stond schuilen voor een stevige regenbui.
Tot 1964 was Malta een kolonie van het Verenigd Koninkrijk en verschillende Britse invloeden zijn nog steeds merkbaar: men rijdt links, Engels is een officiële taal, in de pub drink je matig getapte ales en stopcontacten zijn niet compatibel met onze Europese stekkers. Er hingen bovendien overal Britse vlaggen, maar dat zou kunnen te maken hebben met het feit dat the Queen op bezoek was in het kader van een Commonwealth Summit. 

Valletta is de kleine, maar mooie hoofdstad van Malta. Het voelde aan alsof we in het filmdecor van een Grieks-Romeins epos rondwandelden. Niet verwonderlijk dat o.a. Troy en Gladiator hier zijn opgenomen. Goed bewaarde mastodonten van stadsmuren, uitkijktorens en forten, smalle steegjes met trappen, de zee die op het einde van zowat elke straat te zien is en prachtige huizen met dito balkons. We hadden geluk dat we een van deze huizen ook binnenin konden bezichtigen. Joanna en Henry, de zus en schoonbroer van Albert, nodigden ons namelijk uit voor het diner op woensdag.
Waw! Met verstomming werden we geslagen. De woning telde zessenhalve verdieping en stond bol van de architecturale vindingrijkheid. De vloeren aan de achterzijde van het huis waren bijvoorbeeld telkens uit glas gemaakt, zo kon je vanop de bovenste verdieping helemaal tot beneden in de kelder kijken. In die kelder was overigens een zwembad in aanbouw. Tussen verdieping twee en drie zat een authentieke geheime kamer waar een stenen wenteltrapje naar leidde - daar sliep de au-pair - en uit het aan de eetkamer grenzende salon, een meter hoger, schoven ze een lange eettafel tevoorschijn die anders verstopt zit in de vloer. We zouden bijna vergeten te vertellen hoe heerlijk de pompoenrisotto smaakte.

Donderdag namen we de bus naar de tempels van Hagar Qim (onuitspreekbaar in het Maltees) en Mnajdra (al uitspreekbaarder). Hoewel Malta een klein eiland is, was het toch een lange rit met overstap. De tweede bus hadden we, op een oudere man na, voor ons alleen. Hij had ons horen vragen naar de tempels en gaf vol overgave tekst en uitleg bij alles wat we onderweg zagen. De buschauffeur droeg eveneens haar steentje bij door héél traag te rijden. Uiteindelijk kwamen we in de gietende regen aan bij de megalithische meesterwerken. De ruïnes zijn de oudste vrijstaande tempels ter wereld. Ja, zelfs ouder dan de piramides. Straf dat men in drieduizend voor Christus zo’n bouwwerken kon rechttrekken zonder machines. Met blokken tot twintig ton zou dat zelfs vandaag geen evidentie zijn. 
De tempels zijn mooi, mede door hun ligging aan zee, maar het is jammer dat er een tent/hoes over is geplaatst om de broze kalksteen te beschermen tegen weer en wind. En wind was er! 
Op onze weg terug wierpen we een snelle blik op de Blue Grotto en waren we een oudere man zeer dankbaar voor een lift naar de busterminal. 
Albert stond ’s avonds achter het fornuis terwijl hij ons in zijn home-cinema naar Munich liet kijken. Ook deze film werd hier opgenomen en het was leuk om de hoekjes en pleinen te herkennen waar we zelf al voorbij wandelden.

Naast Valletta zijn nog drie andere stadjes de moeite: Isla, Bormla en Birgu (of bij hun Engelse naam Senglea, Cospicua en Vittoriosa - kwestie van het niet te ingewikkeld te maken). Deze drie gaan samen door het leven als the Three Cities. We stapten iets verder van de bus om eerst fort Rinella en fort Ricasoli te bekijken. Het eerste viel af omwille van zijn toegangsprijs - twaalf euro voor een kanon van honderd ton… we zouden het wel eens bekijken via Google Images - en het tweede kon je niet betreden, maar was gelukkig ook van buitenaf mooi. Meerdere scènes van Game of Thrones werden hier trouwes opgenomen en daarmee sluiten we ons scala aan voorbeelden uit de filmindustrie.
Vittoriosa is de grootste stad en heeft het meest te bieden: indrukwekkende verdedigingsmuren onder de vorm van een dubbele gordel, enorme kerken, fort Saint Angelo, gigantische privéjachts, het zicht op Valletta en kleine straatjes waar je voor je het weet verloren loopt. Wie hier twintig jaar geleden op vakantie zou zijn gekomen, had aan een fotorolletje van zesendertig zeker niet genoeg gehad. 
’s Avonds deden we ons in het aangename gezelschap van Albert tegoed aan een typisch Maltese fenkata. Een volledig konijn in een look-en-wijnsaus met frietjes was nét te veel, maar het was een appetijtelijk alternatief op het Belgische konijn met pruimen.

13 - 20 november: ispica (sicilie)

20/11/2015

 
Onvoorstelbaar vlot legden we op vrijdag de dertiende de afstand af tussen de deur van onze studio en de deur van ons onderkomen in Ispica. Na de metro hadden we een onmiddellijke busverbinding naar de luchthaven waar security check, check-in en boarding elkaar naadloos opvolgden. Daria en Andrea, de eigenaren van de b&b-boerderij waar we zouden werken, hadden op voorhand uitgelegd welke bus we moesten nemen vanuit Catania en anderhalf uur na de landing pikte Andrea ons op aan de bushalte van een van de zuidelijkste plaatsjes van het eiland.

Nel cortile leerden we de Poolse Marta en de Deense Rosa kennen die enkele dagen eerder waren aangekomen. Zij gingen ’s avonds met Daria naar Modica en wij maakten ondertussen kennis met het kooktalent van Andrea - vijf jaar lang had hij in verschillende restaurants in Londen gewerkt, waaronder een Japanse sterrenzaak. Hoewel het een simpele pasta was die we ook zelf al bereidden onderweg, had ik van het dampende bord conchiglioni met broccoli en blauwe kaas kunnen blijven eten. Een lekkere fles rode wijn - het werden er uiteindelijk twee - die zijn beste vriend Carlo had meegebracht, lieten we ons eveneens welgevallen en ons Siciliaans avontuur had niet beter kunnen starten.

De stramme spieren op zondag bewezen het harde labeur dat we verricht hadden op zaterdag. Wouter kreeg een zware graskantenmaaier in de hand en maaide het kniehoge gras en onkruid rondom alle bomen in de boomgaard. Marta, Rosa, Vito (een oudere vriend/werker op de boerderij) en ik snoeiden de johannesbroodbomen en bonden de afgeknipte taken samen. Tegen de middag hadden we honger als een paard en dat kwam goed uit want er stond een lekkere groentecurry op ons te wachten. In de late namiddag, na de siësta, werkten we af waar we aan begonnen waren en werd het einde van de werkdag geluid door de ondergaande zon. 

Communiceren met Daria was uitdagend. Niet de Italiaanse mamma waarop we hadden gehoopt, maar een harde tante die kordaat en direct vroeg (riep) wat ze verwachtte, zonder veel uitleg. Nochtans had ze het in zich om vriendelijk te zijn, wanneer ze tijd had. Dat kantje ontdekten we toen ze ons op de rustdag kwam halen in Modica; achter het stuur bleek ze een spraakwaterval.
We hadden na een laat ontbijt besloten om deze stad, twintig kilometer verder, te bezoeken. Met 23°C in de zon hadden we het slechter kunnen treffen midden november. De stad heeft veel barokke kerken en bij elke kerkgevel dachten we “dit zal diegene zijn vanop Google Images”. De voorlaatste bleek uiteindelijk de winnaar: il Duomo di San Giorgio. Een ijsje en scaccia later (typisch gerecht in Ragusa: opgevouwen deeg met vulling) waren we ruim op tijd op de piazza G. Matteotti vanaf waar Daria ons een lift huiswaarts gaf. 

De twee daaropvolgende dagen werkten we extra hard in de boomgaard, zodat we voldoende uren verzamelden om woensdag vrijaf te nemen. Snoeien met de kleine en grote knipscharen, de nieuwe scheuten en droge wildgroei rondom de bomen afzagen, een grote bos takken samenbinden en ze nadien op de witte, stenen muurtjes doorheen het veld stapelen. De zon deed goed haar best en onze gebruinde ‘fietsarmen’ werden probleemloos onderhouden. 

Samen met onze Deense en Poolse medehelpsters gingen we ’s woensdag naar de zee in Pozzallo. Met 26 graden in de zon en 20 in de schaduw was het precies zomer en iedereen behalve ik - veel te koud - maakte van de gelegenheid gebruik om in zee te zwemmen. Na de plons was het tijd voor een biertje en scaccia als lunch, op een terras wel te verstaan… ‘the italian way of life’, daar konden we wel aan wennen. ’s Avonds zorgden we zelf voor ons avondmaal en vloeide de wijn rijkelijk ter ere van de laatste avond van Marta en Rosa. 

Donderdag ruilden we de boomgaard in voor de moestuin. De uitleg was karig en kwam van tussen de tanden van Vito, de oudere man uit Milaan die sinds jaar en dag meedraait op de boerderij. Tussen het wieden en winterklaar maken van de grote groentetuin door vielen de eerste regendruppels. Niet dat het met bakken uit de hemel kwam, maar het was toch even aanpassen.
Na de pasta met heerlijke salsiccia met venkel trokken we onder een blauwe hemel weer de tuin in waar we genoten van de overdonderende geurenmix van de kruiden en groenten. Gezien de lange voormiddag konden we het relatief snel voor bekeken houden en maakten we werk van de verhuis van onze (koudere) kamer, naar het gezelligere en warmere appartementje waar Rosa en Marta de voorbije week hadden geslapen.
Doorgaans staat ’s avonds niet Andrea, maar Daria achter de kookpotten en dat was ook toen het geval. De couscous met bladeren van verschillende kolen (ja, de bladeren die wij meestal als afval beschouwen) was een winner en tijdens het diner spraken we af dat we daags nadien in de voormiddag de Cava d’Ispica konden bezoeken en in de namiddag zouden werken. 

Zo gezegd, zo gedaan. We kregen een lift van Daria die naar haar werk vertrok en daalden al om 8u30 af tot in de kloof. We hadden dan wel gedacht dat het in Sicilië warmer zou zijn dan tijdens de gemiddelde Belgische novembermaand, maar dat we voor 9u in t-shirt zouden rondlopen, oversteeg toch onze verwachtingen. De wandeling was mooi, maar het leukste was dat we onze rugzak konden volplukken met exotisch fruit en kruiden: granaatappels, appelsienen, citroenen, noten, cactusfruit, salie, wilde munt, rozemarijn,… Fan-tas-tisch!

Het werk in de namiddag in plaats van ’s morgens aanvangen had zo zijn voordelen. Meerdere factoren veroorzaken namelijk een pak ‘verloren tijd’. Na het middagmaal houdt men steevast een siësta tijdens dewelke we niet kunnen werken en als onze werkdag erop zit, is het te laat om nog ergens naartoe te gaan aangezien het om 17u donker is. Bovendien zijn we altijd aangewezen op een lift omdat Vinciucci te ver van alle bushaltes ligt. Tussen 17u en 21u moeten we ons dan ook zien bezig te houden en dat is niet altijd even gemakkelijk. Het toppunt van ‘verloren tijd’ was echter toen Daria ons meer dan een uur liet wachten na ons bezoek aan de kloof. Stiptheid en Italianen… geen gelukkig huwelijk. 
In de namiddag harkten we het losse gras van twee grasvelden bijeen en prepareerden we deze ploegklaar zodat de moestuin kon worden uitgebreid. Tof dat Andrea ervoor zorgde dat het werk afwisselend was en dat hij ons nu en dan uitlegde wat de achterliggende reden was van bepaalde taken en methodes. 

Het was intussen een week geleden dat we het bruisende Budapest inwisselden voor het Siciliaanse platteland en die had niet beter kunnen eindigen. Twee vrienden van Andrea, waaronder Carlo, kwamen langs voor het avondeten en brachten een uitgebreide kaas- en vleesantipasto mee: pancetta al pepe nero, salumi diversi, pecorino, prosciutto crudo,… Carlo zorgde voor de finishing touch met enkele lekkere flessen wijn (o.a. de sprankelende Lambrusco uit Emilia-Romagna) en we amuseerden ons kostelijk.

5 - 12 november: budapest

12/11/2015

26 Comments

 
Om 05u34 was het na een korte nacht vroeg dag en reeds een paar uur later parkeerden we aan Gabors werk waar we de sleutels van zijn appartement overhandigd kregen. Wat een luxe! Nadat Gyöngyi en Ferenc ons de flat hadden getoond, trokken we met al onze bagage naar de Decathlon net buiten de stad - we wilden immers niet het risico lopen een rugzak te kopen die net te klein was. Bij aankomst terug, maakten we achtereenvolgens kennis met de sympathieke roommate Mate (Hongaarse versie van Matti), Gabors zus Veronika en enkele Hongaarse biertjes.

De volgende dag stond, zonder dat we het wilden, volledig in het teken van het vinden van verkleedkledij voor Wouters verjaardagsfeestje. Wat we in gedachten hadden vonden we niet, en volledige kostuums in verkleedwinkels waren onbetaalbaar. Uiteindelijk werd het een tweedehands ‘onesie’ van Superman (de cape en attributen voor Lois Lane zouden we later wel vinden). ’s Avonds trakteerden we Gabor op een etentje in Vapiano en vonden we een gezellige kroeg om over koetjes en kalfjes te praten. 

Op zeven november wachtten we, nadat we in een stoffenwinkel een grote, rode lap stof op de kop hadden getikt, Jeroen, Stefanie, Korneel en Elise op aan de metrohalte Blaha Lujza. Allen waren we aangenaam verrast door het ruime appartement dat we hadden geboekt. Omdat we pas tegen 19u hadden afgesproken om iets te eten met Gabor, vulden we de namiddag met een eerste sightseeing toer waarbij de opera, de basiliek, de kettingbrug en een goedkoop happyhourcafé de revue passeerden. De volgende dagen zouden we onze tijd verdelen over het parlement, het schoenenmonument en een wandeling langs de Donau (Pest) en het kasteel van Buda, het vissersbastion en de Matthiaskerk (Buda).

De citytrip was een uitstekende mix tussen cultuur, uitgaan, spanning (zie verder) en lekker eten. We gingen nochtans niet elke dag op restaurant. Op Wouters verjaardag bijvoorbeeld was elk koppel verantwoordelijk voor een gang: Korneel en Elise (Mario en Luigi voor de gelegenheid) schotelden ons heerlijke en originele Mario-hapjes voor, wij bereidden een volauvent met kroketjes en Jeroen en Stefanie (als Mickey en Minnie Mouse) zorgden voor een topdessert met verse pannenkoeken, ijs en Oreo. Het feestje nadien was er een om U tegen te zeggen en we amuseerden ons kostelijk in de bekende “ruin pub” Instant. 

Dat we pas om 5u45 gingen slapen, had zo zijn gevolgen voor het ontwaken op hun laatste dag. Tegen dat iedereen goed en wel wakker was, had ik samen met Elise al een dikke stapel pannenkoeken gebakken. Het was dan ook al tegen tweeën toen we enkele namiddagactiviteiten overwogen waarbij een “escape game” het won van de baden. We kregen een uur de tijd om raadsels op te lossen, codes te kraken, sleutels te vinden en de seriemoordenaar te ontmaskeren. Spannend en vooral heel plezant! 
Het laatste avondmaal was naar D’Huyse traditie een kaasplank met veel te veel kaas en worst. Niet erg, de overschot diende als reislunch de volgende dag. Na de obligate vier strofen van “Lang zal hij leven” blies Wouter de kaarsjes uit en kropen we moe, maar voldaan, kort voor middernacht ons bed in. 

Het gebrek aan slaap was ongetwijfeld recht evenredig met het gebrek aan activiteit op elf november. De familie was reeds om 5u15 met de taxi naar de luchthaven vertrokken en wij kraamden vier uur later op om te verhuizen naar een kleinere studio in een ander deel van de stad. ’s Avonds kwam Gabor bij ons eten en kraakten we het heerlijke flesje wijn dat we van zijn ouders hadden meegekregen. Een perfecte match bij de pasta met chorizo, kerstomaatjes, lente-uitjes en blauwe kaas die ons al het Italiaanse gevoel bijbracht. 

Voor we afscheid namen van Hongarije, bezochten we onder een stralende zon het Heldenplein en de Budapest Zoo. Een dagje dieren kijken bracht jeugdherinneringen terug en het was vooral leuk dat we heel dicht bij enkele exemplaren konden komen (we aaiden een kangoeroe, liepen in de kooi van de gieren, wandelden tussen de maki’s en voederden een giraf). Als kers op de taart gunden we onszelf een diner in een Vietnamees restaurantje, tegelijkertijd de perfecte afsluiter van een fantastische week in Budapest.
26 Comments

4 november: ordacsehi - kaposvar

4/11/2015

0 Comments

 
Op onze allerlaatste fietsdag in 2015 werden we niet getrakteerd op een zonnige, warme start. In tegenstelling tot de voorbije dagen baanden we ons ’s morgens een weg door dikke mist en waren onze dikke handschoenen zeker geen overbodige luxe. Gelukkig trok het later die dag open en werden handschoenen en beenstukken definitief verwezen naar de fietszakken.

Ordacsehi ligt net ten zuiden van Balatonboglar en dus bevonden we ons temidden de wijnregio. Toen wisten we nog niet dat we ’s avonds de lekkere, witte wijn zouden proeven die gemaakt wordt van de druiven uit de wijngaarden waardoor we fietsten. 

Het traject ging goed op en af en stond in contrast met de vlakke kilometers die we rond het Balatonmeer hadden getrapt. Het landschap was jammer genoeg weinig spectaculair en in gedachten waren we dan ook al in Budapest en Sicilië. Samen met Wouter friste ik zijn Italiaanse woordenschat en de vervoeging van de belangrijkste werkwoorden op zodat hij de week erop meteen kon slagen op zijn vuurdoop.

In de loop van de namiddag arriveerden we in Kaposvar, op een leuk centraal plein. We hadden afgesproken met Gabor om tegen 17u bij zijn ouders aan te bellen. Meer dan tijd genoeg dus om ergens iets te drinken en enkele presentjes te voorzien om Gyöngyi (lees: Junji) en Ferenc te bedanken. 

Gabor had ons haarfijn uitgelegd waar we het blauwe huis tussen twee gele konden vinden, maar hij had wel uit zijn wegomschrijving weggelaten dat zijn ouderlijke thuis zich bevindt op een heuvel. In het donker werkten we de slotklim af en bijna meteen zwaaide de deur open om hartelijk onthaald te worden door Gabors vader Ferenc. 
Onze fietsen parkeerden we - zelfs zonder pijn in het hart - in de garage en in Gabors vroegere kamer selecteerden we wat er mee moest naar Budapest en wat we in de tassen te Kaposvar zouden achterlaten. Ons leven werd herleid tot twee volle rack-packs. 

Tijdens het diner maakten we kennis met de moeder van Gabor, een hele lieve vrouw. Zoals de Hongaarse traditie het voorschrijft, begonnen we het avondmaal met een Palinka (nationale likeur, vaak zelf gestookt) gepaard gaande met een “egészségedre” wat zoveel betekent als “schol”. 
De boterhammen met heel veel soorten beleg smaakten ons meer dan ooit, zeker aangezien ze geserveerd werden met lekkere, witte wijn. We kregen zelfs nog een flesje cadeau dat we samen met Gabor zouden drinken voor we naar Sicilië vertrokken.

Het was een heel gezellige avond op basis van een vlotte babbel en veel gelach en voor we het wisten was het middernacht. Aangezien Gyöngyi en Ferenc de dag nadien naar Budapest moesten, stonden we ’s morgens met plezier mee op om 5u45 en waren we hen zeer dankbaar voor de lift die ons een lange treinreis bespaarde.
0 Comments

3 november: siofok - ordacsehi

3/11/2015

2 Comments

 
Met een uitermate goed gevoel (en onze gerecupereerde 10.000 HUF waarborg) verlieten we rond tien uur ons nagenoeg perfecte appartementje aan het Balatonmeer. We hadden een licht programma en de biljartvlakke rit van achtenveertig kilometer zuidwest langs het water mocht en zou geen problemen opleveren. 

De stralend blauwe hemel - we waren niets anders meer gewoon - was ons weer van dienst. Ondanks dit zonnige weer was er geen kat te zien in de dorpen op de zuidoever. Het enige wat het straatbeeld ‘kleurde’ waren gesloten bars, discotheken, hotels en hotdog- en ijskramen. Om van de echte Balatonsfeer te kunnen proeven zouden we in de zomer nog eens moeten terugkomen. 

In een herfstdecor, met onze snoet in de zon, aten we onze belegde pistolets alvorens in vliegende vaart de resterende kilometers langs het meer af te werken. De laatste vier gingen reeds richting zuiden, op weg naar Kaposvar. Op deze voorlopige eindbestemming zouden onze fietsen voor een paar maanden aan de haak worden gehangen, terwijl wij met de rugzak naar Zuid-Italië trekken. Hoewel we uitkijken naar het avontuur dat ons in Sicilië te wachten staat, zal het toch raar zijn om na zesenhalve maand onze trouwe tweewielers achter te laten.

Het appartement waar we belandden was minder modern en luxueus, maar een stuk ruimer. We hadden er gerust nog een aantal medefietsers kunnen in onderbrengen, maar met ons tweetjes was het ook gezellig. 
De lasagne draaide rond in de microgolfoven en met een stuk chocolade als dessert telden we tevreden de dagen af naar de D’Huysreünie in Budapest.
2 Comments

2 november: rustdag in siofok

2/11/2015

0 Comments

 
Naar goede gewoonte op een rustdag, sliep ik uit en deed Wouter inkopen. Voor het niet-ingewijde lezerspubliek: ik ben geen tiran, maar Wouter slaagt er zelden of nooit in om uit te slapen. Tegen dat ik wakker was, stonden er pistolets, twee croissants, beleg, Nesquick, bananen en chocolade op tafel. Geen betere manier om een rustdag te beginnen!

In het appartement was geen wifi, maar wel in de lobby van het gebouw. Daar lazen we het goede nieuws van twee WorkAway-projecten. Van half november tot begin december konden we op een b&b-boerderij terecht in Ispica, zuid-Sicilië en van begin december tot begin januari zouden we vervolgens in Ostuni aan de slag kunnen als house-/animalsitter. Dat kwam mooi uit. 

We bevestigden onze interesse in beide projecten en trokken na onze brunch naar Siofok via een wandelboulevard langs het Balatonmeer. Siofok is volgens Lonely Planet het centrum van de zuidoever, met een grote verzameling aan resorts en een overdosis aan animatie voor toeristen. Dat kon allemaal wel goed zijn, in de herfst was er geen kat te zien. De lokale Strip was doods - veel vitrines hadden zelfs spaanderplaten voor hun vensters - en het leek wel alsof we door een gesloten pretpark fietsten. 

Op de Fő tér boekten we in de bib een enkele vlucht voor twee naar Catania en daarmee tekenden we ons winterprogramma. Altijd goed kijken tijdens het klikken, want anders lig je voor je het weet aan het dubbele bedrag voor het huren van een auto ter plaatse, een reisverzekering, extra (hand)bagage, vertragingsgarantie, een sms’je voor vertrek, het kiezen van je eigen stoel,… 

Een kilometer verder vonden we in de Tesco Hypermarkt alles wat we nodig hadden om een lekker avondmaal in elkaar te boksen en tegen 14u30 waren we al terug op ons appartement. De zon stond boven de gebouwen aan de overkant en op ons terras was het dan ook goed warm. Als twee Benidorm Bastards installeerden we ons op de ligstoelen met een kom chips en dipsaus. Wij waren er klaar voor: het volk kon passeren zodat wij commentaar konden leveren.

Met de zon die achter de bomen verdween, verhuisden wij naar binnen. We hadden met Gabor afgesproken op Skype om onze visite bij zijn ouders en de eerste dagen in Budapest te regelen. Alles zag er goed uit en toen hij van kantoor naar huis vertrok, gingen wij naar boven voor ons avondeten. Het werden crostoni met tomatensaus, mozzarella en baslicum en met blauwe kaas, peer en walnoten als appetizer en een pizza peperoni als hoofdgerecht. De walnoten trokken we door in het nagerecht met een verrukkelijke portie Carte d’Or. Van een perfecte rustdag gesproken!
0 Comments

1 november: velence - siofok (balaton)

1/11/2015

0 Comments

 
We waren de enige gasten in het Marko Panzio en dat was te zien aan het ontbijt“buffet”. Er stond een mandje met vijf pistolets - achter de zesde hebben we moeten vragen -, een bord met wat flinterdunne kaas en worst, een bord met wat komkommer en een potje met enkele confituurtjes en botertjes. Een oorlog zouden we er niet mee winnen, maar onze maag zoet houden tot aan de lunch moest wel lukken. 

Voor het overgrote deel van de dag konden we terecht op mooi aangelegde fietspaden. Jammer dat het landschap waardoor ze liepen niet erg boeiend was, want het zou tot aan het Balatonmeer duren vooraleer daar verandering in kwam. Veel valt er dan ook niet te vertellen over de fietsdag. 
Om toch wat body te geven aan het verslag van de eerste novemberdag, benadruk ik dan maar nogmaals wat voor een formidabele herfst we hadden. Zeker in vergelijking met onze zomer. Zelden een wolkje te zien, geen regen, aangename temperaturen,… zo mocht de winter er ook uitzien wat mij betreft. 

Wegwijzers naar Balatonfokajar, Balatonkenese, Balatonfuzfo, Balatonvilagos,… gaven aan dat het langverwachte, gelijknamige meer niet ver weg was. Normaal zou onze route deze zeshonderd vierkante kilometer grote plas niet aandoen, maar aangezien onze eindbestemming Kaposvar geworden was kregen we toch de kans om te bollen op enkele van de tweehonderd kilometer lange fietspaden die het meer omcirkelen.
In Balatonakarattya sloegen we links af en startte volgens de gps ons traject langs het water. Toch zou het nog een hele poos duren vooraleer we het meer te zien kregen. Een resem aan onbewoonde vakantiehuizen in alle vormen en kleuren belemmerde ons zicht.

Net voor het centrum van Siofok meldden we ons aan bij de parkeerwachter van een groot appartementsgebouw. We hadden een ruim appartement geboekt met geïnstalleerde keuken, want we misten het om niet elke dag zelf te kunnen koken.
Viel dat even tegen. Net zoals in België zijn Hongaarse supermarkten gesloten op zondag. Dat waren we niet meer gewoon; in de voorbije veertien landen hadden we daar nooit rekening mee moeten houden.
Niet getreurd. We profiteerden extra van de andere faciliteiten, zoals een wasmachine en een bad, en twee uur later stond een gevuld droogrek voor onze chauffage. De oven konden we trouwens de dag erna gebruiken, want er stond eindelijk nog eens een rustdag op het programma.

De oplossing voor ons diner was ons noodrantsoen noedels dat we pimpten met alles wat we in onze tassen vonden: twee tomaten en een rode ajuin die we onderweg gescoord hadden, oreganokruiden en een overschotje zonnebloempitten. Deze laatste hadden we er beter niet bijgedaan, want ze verpestten het volledige gerecht dat eigenlijk veel beter was dan we hadden gedacht. De pitten waren de vorige keer ook al niet veel soeps, maar dat herinnerden we ons natuurlijk pas bij de eerste hap. Vervelend, want nu moesten we alle pitten eruit vissen om toch nog van het avondeten te kunnen genieten. 

Gelukkig hadden we nog elk twee zandkoeken en twee shotjes Poolse hazelnootwodka om in majeur te eindigen. Daarenboven vonden we zelfs nog een Engelstalige zender en zo kreeg ook ons avondprogramma vorm.
0 Comments

    Archives

    September 2016
    August 2016
    July 2016
    June 2016
    May 2016
    April 2016
    March 2016
    February 2016
    January 2016
    December 2015
    November 2015
    October 2015
    September 2015
    August 2015
    July 2015
    June 2015
    May 2015
    April 2015
    February 2015

    Categories

    All
    Albanië
    België
    Bosnië & Herzegovina
    Bulgarije
    Denemarken
    Duitsland
    Engeland
    Estland
    Finland
    Frankrijk
    Griekenland
    Hongarije
    Ierland
    Italië
    Kosovo
    Kroatië
    Letland
    Litouwen
    Luxemburg
    Macedonië
    Montenegro
    Nederland
    Noord Ierland
    Noorwegen
    Oostenrijk
    Polen
    Roemenië
    Schotland
    Servië
    Slovenië
    Slowakije
    Tsjechië
    Wales
    Winterstop
    Zomerstop (Erasmus Reünie)
    Zweden

Powered by Create your own unique website with customizable templates.