Na een praatje met een vriendelijk Finse trokken we via bospaadjes en fietspaden naar deze hoofdstad die in 1550 werd opgericht door de Zweedse koning Gustav Vasa. We moesten de kelk in Finland blijkbaar tot op de bodem ledigen; ook de laatste twintig kilometer kregen we nog enkele bijzonder pittige klimmetjes te bedwingen. Door de hellingsgraad en voornamelijk als gevolg van het losse grind konden we niet anders dan een paar keer voet aan de grond te zetten. We kreunden, maar kraakten niet en rond kwart na tien reden we op goed gevulde fietspaden het centrum van de stad in.
We weten niet welke offers we onbewust aan de Finse weergoden brachten, maar ze moeten er gediend mee geweest zijn. De zon brak ongeduldig door de wolken, net op het moment dat wij onze fietsen op het Senaatintori (Senate square) parkeerden. De imposante lutherse domkerk baadde in de zon en onze mini-citytrip kon niet beter beginnen. Erna trokken we in eerste instantie naar de toeristische dienst. Een stadsplan is immers altijd handig, maar we hoopten er voornamelijk onze tickets voor de ferry naar Tallinn te kunnen boeken en printen.
Met de tickets op zak ging onze hop-on-hop-off route - van onze fietsen wel te verstaan - verder via de orthodoxe Tuomiokirkko en de Kauppatori, een gezellig marktje aan de kade, geflankeerd door een oude markthal die nog steeds wordt gebruikt om (dure) koopwaar te slijten.
Onze tweede hoofdstad na Londen beviel ons en het was gezellig druk in het centrum. De zon was nu helemaal doorgebroken en gezien de langgerekte winters profiteren de locals optimaal als het warm en mooi weer is. We volgden hun voorbeeld en nestelden ons op de Esplanade, het langgerekte stadspark. Een getalenteerde violist maakte met gekende deuntjes het plaatje compleet en we genoten volop. De mensen keken even raar op toen ze ons de tent zagen uithalen, maar hun interesse ebde snel weg toen bleek dat ze enkel werd uitgehaald om op te drogen.
Na een uitgesponnen lunchbreak bezochten we een ander stadsdeel met als hoogtepunten de Chapel of Silence, een kerk uitgehouwen in de rotsen en enkele moderne musea omgeven door strakke parken.
Toen we ons op het plein aan het centraal station afvroegen op welk ander mooi gebouw we keken, werden we aangesproken door een uiterst vriendelijk man. Het bleek een Fin te zijn die op zijn negenentwintigste naar LA was verhuisd en nu in Helsinki op vakantie was. Onze kleurrijk beladen fietsen hadden zijn aandacht getrokken en we lichtten onze plannen toe. Het is altijd leuk als de mensen interesse tonen in onze tocht en deze maal kregen we er een leuk expatverhaal en enkele sightseeingtips bovenop. (Het mooie gebouw bleek trouwens het theater te zijn.)
Door de winkelstraat rondden we onze toer door de stad af en belandden we terug op het plein aan de kathedraal waar we in het begin van de dag onze rondtrip startten. Op een bankje in de zon en in onze gewone kleren zagen we eruit als doodnormale toeristen, weliswaar met ietwat speciale fietsen.
Dankzij het goede wifinetwerk vernamen we dat een D’Huys-delegatie reeds tickets geboekt had voor een trip naar Boedapest en dat ‘toevallig’ rond tien november. Dat wordt een verjaardag om naar uit te kijken.
Tegen half zes begaven we ons naar de ferryterminal die pal in het centrum, een honderdtal meter van de markthal lag. We hadden voor de snelle Lindaline gekozen en in eerste instantie genoten we van het mooie zicht dat we vanop de boot kregen op de stad. Ook het zeefort Suomenlinna kregen we op deze manier nog te zien en zo hadden we in een dag de belangrijkste bezienswaardigheden kunnen afvinken.
Het brood dat in Helsinki gratis was uitgedeeld als marketingstunt diende perfect als avondeten met kaas en ham. Bij het afstappen honderd minuten later zagen we dat enkel eten en drinken dat in de bar werd aangekocht genuttigd mocht worden. Boetes tot honderd euro schreven ze ervoor uit. Overdreven, maar we zijn blij dat we onze engelengezichtjes niet hadden moeten bovenhalen.
Veel van onze snoezige aangezichten bleef trouwens niet over. We weten niet of het aan de snelheid van onze expresboot of aan de zee lag, maar er was verschrikkelijk veel deining. Het was zo goed als onmogelijk om deftig rond te wandelen in het schip en de zaken die op het tafeltje lagen moesten we wegsteken of vasthouden zodat we deze niet aan de overkant moesten gaan zoeken. Het duurde dan ook niet lang voor we last begon te krijgen van de wilde zee. Ondanks de overvloedige zon van de afgelopen week schoot er van Katrien haar bruine tint niet veel over en duizeligheid en een misselijk gevoel waren haar deel. Na enkele korte passages naar het buitendek - gelukkig enkel om frisse lucht te happen - ging het telkens iets beter. Veel plezier beleefden we deze maal niet aan onze overtocht.
Met een belabberd gevoel zetten we voet aan wal, maar de blikken die we al op het historische centrum van Tallinn konden werpen, deden het beste vermoeden voor de volgende dag. Vijf kilometer buiten het oude centrum lag het appartement van Kadri, een vriendin van mijn neef Frans. Wat vriendelijk dat we daar konden overnachten! Ze was er zelf niet, maar haar broer Raul ontving ons met open armen en overhandigde de sleutel. Met de lift stonden de twee fietsen en twaalf tassen in een wip boven in het appartement en trokken we onze ogen open voor een mooi zicht op de stad en de zee. Fantastisch!
Als epiloog van een rijkelijk gevulde dag legden we ons in de zetel en terwijl ik de culturele citytrip van Tallinn voorbereidde - ik kan het niet laten -, keek Katrien enkele no-brains afleveringen van een MTV-show.