Het was nog vroeg op de dag, akkoord, maar het was verdorie koud! Handschoenen waren geen overbodige luxe en we mijmerden over warmere oorden.
Onze laatste fietsdag in Noord-Ierland had met de Antrim Coast wel nog een serieuze troefkaart in de hand. Al snel verlieten we de hoofdweg en via de scenic route, ongeschikt voor bussen en caravans wegens te steile percentages en scherpe bochten, klimden we gestaag naar boven. De kou was op deze manier snel verleden tijd en met het bereiken van de hoogtelijn van 250 meter hadden we een briljant zicht over de oceaan. Niet zo gek ver zagen we zelfs reeds de kust van Schotland.
De eerdere, meer gestage, klim was niets vergeleken met hetgeen we de daaropvolgende acht mijl op ons bord kregen. Met zicht op Torr Head doken we naar beneden, met enkele lepe haarspeldbochten op ons parcours. Hoewel ik duidelijk had aangegeven dat we snelheid moesten minderen, kon de eerste tuimelperte van onze reis niet vermeden worden. Katrien nam een van de bochten iets te breed en belandde in de berm, gelukkig zonder stoffelijke of materiële schade.
In geen tijd hadden we minstens de helft van onze geklommen hoogtemeters prijsgegeven en bijna onmenselijk steil ging het terug omhoog... harken en puffen! Tot de allerlaatste dag duurde het alvorens we het lastigste stukje (Noord-)Ierland voorgeschoteld kregen.
Op een bepaald moment ging het zo steil dat Katrien voor een tweede keer de grond kuste. Opnieuw speelde de snelheid haar parten… het gebrek eraan deze keer. Een echte val was het niet, maar de fiets lag toch op de grond.
Lastig, maar wondermooi. Het genot toen we bovenkwamen was bijzonder groot en de vergezichten navenant.
Boven verbroederden we met een groepje van zes Engelsen die voor enkele dagen op fietstrip waren door Noord-Ierland. Even gekeuveld, maar ze waren gehaast. Zij hadden van enkele bewoners vernomen dat er stevige regen verwacht werd in de namiddag en wilden zoveel mogelijk gefietst hebben voor de hel losbarstte.
Wij waren er ook niet gerust op en toen we in Cushendun de mensen naar elkaar hoorden roepen dat ze nog vlug wat zaken wilden afhandelen voor de regen kwam, voelden we de bui letterlijk hangen. In Cushendall, net voor lunchtijd, begon het te druppelen en in de inkomhal van de lokale Spar aten we ons brood op en trokken we de regenkledij aan.
In de gietende regen zetten we de resterende veertig kilometer richting Larne in. Het traject leidde ons langs een prachtige kustweg, maar echt genieten konden we niet. Weggedoken in onze regenjas en met verkleumde handen wilden we liefst zo snel mogelijk op de bestemming zijn. De niet aflatende regen zorgde zo voor een valse noot, maar zou ons niet veel later een serieus voordeel opleveren.
Vanwege de regen stopten we niet onderweg en trapten we stevig door. Reeds om 15.15u waren we aan de camping in Larne die vlakbij de ferry terminal lag. Het plan was immers om de volgende morgen de boot richting Troon (Schotland) te nemen. Aangezien de receptie van een, wederom niet erg charmant aandoende camping, onbemand was, besloten we om meteen een kijkje te nemen aan de ferry om ons te informeren over de prijzen en de precieze check-in uren.
In de vertrekhal zagen we tot onze verbazing dat de ferry naar Troon - volgens ons opzoekingswerk elke dag om 8u ’s morgens - op schema was en klaar voor afvaart om 16u. Een blik op de klok leerde ons dat we net vijfentwintig minuten voor vertrek daar waren en op de valreep kochten we onze tickets en konden we een paar minuten voor het sluiten van het ruim onze fietsen binnenrijden. Wat een meevaller!
We nestelden ons in een van de comfortabele zetels van de ‘quite area’ en hoopten dat de twee uur durende overtocht soelaas zou bieden voor onze natte handschoenen, mouwen, en voor mij dan toch, kousen en schoenen (gevolg van het verkeerd aantrekken van mijn overschoenen).
Als het van ons afhangt is Gore-Tex regenkledij (Gore Bike Wear) allesbehalve een aanrader. Zowel onze 100% waterdichte fietsjassen als handschoenen voldoen niet aan het label dat ze zichzelf opspelden. De handschoenen waren doorweekt en beiden hadden we last van verkleumde ledematen. Zeker gezien het forse prijskaartje zouden wij opteren voor een alternatief moesten we opnieuw overgaan tot een aankoop.
De regenbroeken en overschoenen van Vaude doen dan weer wel waarvoor ze gemaakt zijn en houden ons steevast droog. Jammer genoeg had ik, gezien mijn korte fietsbroek, de overschoenen over de fietsbroek aangetrokken en sijpelde door mijn eigen schuld het water alsnog in mijn schoenen.
Het moet een grappig zicht zijn geweest voor de andere toiletbezoekers op de ferry. Op blote voeten en met schoenen volgepropt met toiletpapier stond ik aan de blazer mijn kousen te drogen. Dat is wat ze noemen nuttig gebruik maken van de faciliteiten, zoals een pientere Schot terecht opmerkte.
Net zoals de voorgaande keren hebben we op de ferry niets aan te merken. Perfect op schema, attent en behulpzaam personeel en een aangename manier om te reizen.
In Troon aangekomen beseften we dat we de routes van Schotland nog niet in de gps hadden geladen. We deden dan maar eerst inkopen en informeerden ons daar naar de dichtstbijzijnde camping. Een tweetal kilometer verderop zou een camper en caravan park moeten zijn dat ietwat in de juiste richting lag.
Een camping kon je het bezwaarlijk noemen, maar in andere tijden had hier blijkbaar ooit wel eens een mobilhome gestaan. Faciliteiten, behalve een toilet, waren er niet, maar we mochten onze tent opzetten en daar konden we best mee leven.
Onder een daverend geroffel van de regen op ons tentzeil smaakten de broodjes met mild cheddar en honey roasted ham bijzonder goed en bestudeerden we de routes voor Schotland in detail. Met Glasgow, Loch Lomond en de uitlopers van de highlands in het verschiet hadden we in ieder geval genoeg inspiratie voor een nacht vol rijke dromen.